Rinze Visser
Er is een verrechtsing aan de gang. Allang. En sluipend. Wie nu verwonderd is over, angstig is voor een voor Nederlandse begrippen écht rechts-radicaal bewind, die vergeet voor het gemak wat er allemaal aan voorafgegaan is. Van welke samenstelling ook, het bewind zal de uitmonstering zijn en het resultaat van de verrechtsing in het politieke krachtenveld van de laatste jaren.
De verworvenheden van de arbeidersbevolking - sociale zekerheidswetten, wetgeving tegen buitenproportionele uitbuiting, pensioengerechtigde leeftijd, beperking werkweken en werkdagen en veel meer - staan onder zware druk.
Na enige schrik na het uitbreken van de crisis bij de grote kapitaalbezitters en hun politieke machtsuitoefenaren hebben de rechtse politieke krachten al snel weer het heft in handen genomen. Immers, de angst voor meer linkse invloed en groeiende sympathie voor socialisme bleek ongegrond.
Er is al veel gezegd en geschreven over het gedrag van de Nederlandse kiezers. Dat ze niet meer hokvast zijn, dat ze behept zijn met een zogenoemd 'shopgedrag'. Al te gemakkelijk wordt dan ook de ontzuiling erbij gehaald. De mensen zouden zich bevrijd hebben uit het keurslijf van de traditie om bij een grote politieke, godsdienstige en culturele stroming te horen, daarvóór vast deel vanuitmakend. Die bevrijding - of loslating, zo men wil - de toegenomen individualisering, mondigheid en informatiemogelijkheden, dat alles en nog meer zou geleid hebben tot flexibele politieke keuzes en belangstelling. De termen links en rechts zouden niet meer voldoen om zaken en gebeurtenissen te duiden. Willen vasthouden aan die begrippen zou dan nog slechts tot gevolg kunnen hebben dat een en dezelfde persoon voor wat betreft het ene onderwerp links en het andere onderwerp rechts is.
In zo'n redenering zit de bewijslast van de ontzuiling, wat de persoonlijke vrijheid vergroot. De mens als individu niet meer deel van een zuil, maar verschillende zuilen huizend in één individu. Vóór bescherming van het milieu, maar óók voor beperking van de sociale zekerheid. Nog niet zo lang geleden zou het hier om twee verschillende mensen met twee verschillende politieke oriëntaties zijn gegaan. Of: pal voor de rechten van minderheden (tegen discriminatie), maar óók voor de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Een dergelijke ontwikkeling in het denken en in het gedrag van mensen is jaren achtereen aangemoedigd - bewust maar ook onbewust. Door de berichtgeving, de wijze van beschrijving van gebeurtenissen, door ergens veel of minder aandacht aan te besteden, of het ontbreken van aandacht.
We leven in een wereld waarin alles wat snel is en waarin de korte omlooptijd en houdbaarheidsdata de toon aangeven. De werking van het kapitalisme, waarbij alle nieuwe technologische mogelijkheden worden ingezet met het uitzicht op snelle winstvermeerdering, heeft grote invloed op de mens. Zeker, dat is van alle tijden. Maar er is nog niet eerder een periode in de geschiedenis geweest waarin revolutionaire nieuwe vindingen en toepassingen met zo'n snelheid plaatsvonden.
Vergroting van mogelijkheden ondervindt zowel een positieve reactie als een deprimerende gelatenheid, omdat de eigen inbreng van mensen - toekomstverwachting, vooruitzichten en planning - er steeds minder toe doen. Alle de hemel inprijzing van het individu ten spijt, wordt het individu van steeds minder (eigen)waarde. Rest nog slechts de marktwaarde met een steeds kortere omlooptijd. Onbelangrijk gefilosofeer? Maar vraag willekeurige mensen eens wie hun het gas, de stroom, het water, de telefoon, het mobieltje, internet en noem maar op, drie, vier jaar geleden leverden? Of tien jaar geleden? Schrik maar niet als heel veel mensen dat niet (meer) weten. Om maar niet te spreken van uitkeringsinstanties, zorg- en welzijnsinstellingen! Voor een steeds groter deel worden mensen geleefd in plaats van dat ze hun leven zelf kunnen inrichten.
Zou dat ook niet tot uitdrukking kunnen komen in het denken over politiek? En ook in het stemgedrag? Waar er nog een rest bestaat van vertrouwen in de politiek (de burgerlijke democratie), daar verschuift deze naar nog slechts sympathie voor die personen en partijen, maar vooral personen, die zich naar het oordeel van de toeschouwers heldhaftig gedragen. Waar men het gevoel heeft dat je er nauwelijks of helemaal niet meer toedoet, daar gaat de sympathie naar de held, die als zijzelf van alle kanten belaagd wordt, maar onverschrokken weerstand biedt. Of die 'held' nu links of rechts is of geen van beiden, is dan niet meer relevant.
Het menselijk element van de aardbol is en wordt door de kapitalistische economische ontwikkeling door elkaar geschud. Van land naar land, van werelddeel naar werelddeel, maar vooral ook binnenlands, waar ontvolking van het platteland en de steenpuistachtige groei van de toch al zeer grote steden als communicerende vaten zijn. Doch niet allen raken op drift, getuige dat er in tien jaar tijd in een land als India meer dan tweehonderdduizend boeren (plattelanders) zelfmoord pleegden en daarmee zichzelf de barre tocht naar de zoveelste nieuwe sloppenwijk bespaarden.
Dat is kapitalisme in zijn ontwikkeling. Waar geen beschermende wetten zijn, doch waar slechts de wet van vraag en aanbod van de keuzevrijheid heerst, ook als het de vrijheid betreft uit arren moede de hand aan zichzelf te slaan. Als men de valse muziek niet meer kan aanhoren, dan klinkt het fluitje van de rattenvanger aanlokkelijk. Men is gewaarschuwd!