"Laat de werkgevers niet onder hun verantwoordelijkheid uitkomen"

Interview met Jan Willem Dieten (Abvakabo) over het pensioenakkoord

Abvakabo FNV-bestuurder Jan Willem Dieten demonstreert in Rotterdam op 21 november 2009 tegen verhoging AOW-leeftijd (Foto: Manifest/WvdK).

Wil van der Klift en Maarten Muis (*)

Al enige tijd wordt de Nederlandse werknemer overspoeld met horrorverhalen in de media over de dekkingsgraad van de pensioenfondsen en de consequentie daarvan voor de pensioenen. Drastische ingrepen worden als onvermijdelijk voorgespiegeld, mede door de vergrijzing. Er is een pensioenakkoord (StAr) gesloten door vakbeweging en werkgevers dat nu door de nieuwe rechtse regering geaccepteerd zou moeten worden. Manifest sprak met Jan Willem Dieten, bestuurder Abvakabo FNV en pensioenonderhandelaar bij het ABP over dit akkoord.

Het pensioenakkoord (StAr) zou ongewijzigd overgenomen moeten worden door de nieuwe regering: hoe gaat de FNV zich hierin opstellen?
Jan Willem Dieten
"Minister Kamp heeft gezegd dat hij het pensioenakkoord zo niet kan overnemen. Desondanks zitten werkgevers en vakbeweging nu om de tafel om het akkoord om te zetten in een aangepast model voor de pensioenovereenkomst. Het kabinet probeert een koppeling te leggen tussen het overnemen van het StAr-akkoord en andere kabinetsplannen, zoals loonmatiging. Als het onverkort wordt uitgevoerd is het StAr-akkoord op de korte termijn wel een verbetering voor AOW-ers, al betalen we, de inkomstenbelasting- en premiebetalers, het natuurlijk zelf en niet de bedrijven.

Het minder mooie deel van dit akkoord is dat langer leven wordt verwerkt in later of minder pensioen. Dat is een echte trendbreuk. De pensioentoezegging in Nederland bij de meeste pensioenregelingen was: 'je krijgt zoveel geïndexeerde euro's tot de dood er op volgt'. Als mensen langer gingen leven leidde dat tot nu toe tot een lagere dekkingsgraad of premieverhoging, grotendeels ten laste van de werkgever. Nu wordt het verhaal zo verteld dat door de stijgende levensverwachting 'we stiekem de pensioenregeling aan het verbeteren zijn', want mensen zouden langer en dus meer pensioen krijgen voor hun premie. Alsof dat niet van alle tijden is.

Het StAr-akkoord zegt: langer leven moet voortaan betaald worden door langer werken of een lagere uitkering van de werknemer. Dat wordt door velen als een niet te voorkomen aanpassing gezien. Een groot deel van vakbondsbestuurders in pensioenfondsen vindt dat het plafond van de pensioenpremie wel is bereikt. Dus is te verwachten dat als de regering het akkoord niet accepteert ze toch door zullen gaan met ingrepen in het pensioensysteem, waardoor het grootste deel van de kosten niet gehaald wordt bij de werkgever, maar bij de werknemers en gepensioneerden."

Is er een rechtvaardiger oplossing voor de vergrijzing denkbaar waarvoor de FNV zich zou kunnen inzetten?
JWD
"De werkgevers betalen doorgaans twee derde van de pensioenpremie. Een verhoging van die premie zou dus het geld voor de vergrijzing voor twee derde verhalen op de werkgever. Maar er wordt betoogd dat een verhoging slecht is voor de schatkist of de concurrentiepositie, terwijl de werkgevers - waaronder ook de overheidswerkgevers en dus het kabinet - gewoon onder de kosten van de toegezegde pensioenen proberen uit te komen.

Er is de afgelopen jaren loonruimte blijven liggen. Het aandeel van de lonen in de economische koek, de arbeidsinkomensquote, is de laatste jaren gedaald van 80 naar 77,5 procent en daalt onder dit kabinet verder. We kunnen nu de 3,5 procent loonruimte die we als FNV-bonden zien heel goed verdedigen met verwijzing naar de macro-economische ontwikkeling. En persoonlijk denk ik dat we de 1,5 procent loonruimte naast de directe loonsverhoging van 2 procent in de komende cao-onderhandelingen goed kunnen gebruiken voor de pensioenen."

Wat is kenmerkend voor het Nederlandse pensioensysteem?
JWD
"In historisch perspectief hebben werkgevers er altijd een hekel aan gehad dat oude arbeiders of hun weduwen met een schare kinderen op hun stoep kwamen aankloppen voor het levensonderhoud. Dat is een van de achtergronden voor hun bijdrage aan pensioenregelingen. De sociale voorzieningen en pensioenregelingen zijn ook een vorm om de verantwoordelijkheid voor hun werknemers bij sterfte, ouderdom en ziekte van zich af te organiseren.

In Nederland bestaat de oudedagsvoorziening voor ongeveer de helft uit de AOW, waarbij de werkenden betalen voor de uitkering aan 65-plussers en voor de andere helft een systeem waarin de werkende zelf via een premie zijn eigen oudedagsvoorziening spaart. Half omslagstelsel, half kapitaaldekking. De Fransen hebben overwegend een omslagstelsel en vinden ons systeem maar weinig solidair en te kapitalistisch. Ik ben wel tevreden met de mix van een omslagstelsel in de eerste pijler en een spaarstelsel in de tweede pijler. Het omslagstelsel is beter bestand tegen inflatie en de kapitaaldekking is beter bestand tegen vergrijzing. Die mix maakt ons stelsel robuuster. Maar misschien houd ik er ook wel van omdat ik er mee bekend en opgegroeid ben.

Zijn de ingrepen die voorgesteld worden echt nodig? Is er niet sprake van het opkloppen van problemen, zoals de dekkingsgraad, om afbraak van het collectieve pensioenstelsel te rechtvaardigen?
JWD
"Ik ben met name op de hoogte van de ontwikkelingen bij het ABP en Zorg en Welzijn, omdat ik betrokken ben en was bij die onderhandelingen. Bij Zorg en Welzijn is nu al besloten het langer leven vooral te betalen uit een lager opbouwpercentage en niet uit premieverhoging. De afgelopen decennia zijn er een paar belangrijke veranderingen geweest. De eerste was de omzetting van de onvoorwaardelijke in voorwaardelijke indexering. Waardoor pensioenfondsen hun verplichtingen mochten waarderen op basis van 4 procent rente in plaats van 2 procent. In combinatie met het meer beleggen in aandelen én hogere aandelenkoersen vlogen de dekkingsgraden de pan uit. Kabinetten met Lubbers en Ruding keken wel zeer begerig naar al dat geld. Er vonden uit angst voor afromen via belastingen en grepen in de kas toen overhaast drastische verlagingen en zelfs terugstortingen van de premie plaats. Vooral de werkgever kreeg daarbij zijn twee derde van de premie terug.

Een tweede is de omzetting van middelloon in eindloon. Dat vind ik op zich een solidaire systeemverbetering, zeker als je bijvoorbeeld van 70 procent eindloon naar 82 procent middelloon gaat. Het grote risico - en dat blijkt nu ook wel - is dat er bij tekorten eerder naar het middel niet-indexeren dan naar premieverhoging wordt gegrepen. Dat aspect heeft m.i. de onderhandelingspositie van de vakbonden verzwakt. Daarom is nu niet-indexeren de regel en premieverhoging de uitzondering. Terwijl bij de start van de pensioenregelingen de premie een flink stuk hoger was dan nu, zelfs na de recente verhogingen! En de regeling was toen slechter. Er was geen prépensioen én de mensen leefden korter.

Minister Kamp heeft nu een besluit genomen waarbij de pensioenfondsen bijhet vaststellen van de premie 2011 niet gedwongen zijn om de lage rente daarin volledig te verwerken. Want dan zou de premie drastisch moeten worden verhoogd. Hij schept zo ruimte om door aanpassing van de regelingen in 2011 in een versoberde pensioenovereenkomst - met langer doorwerken bij langer leven en minder pensioen bij lagere beurskoersen - de premieverhoging vanaf 2012 definitief onnodig te maken. Zo werken minister en pensioenfondsbesturen samen in dezelfde richting: premie niet verhogen, regelingen wel versoberen. Het op een bepaalde manier toepassen van de renteregels leidt heel simpel tot andere uitkomsten wat betreft de dekkingsgraad. Zo is denk ik ook de berekening van bondsraadslid Huub Esten te begrijpen, die aangeeft dat de pensioenfondsen een ruime dekkingsgraad hebben en dus de ingrepen helemaal niet nodig zijn."

Is er sprake van een beleid om de tweede pijler (de bedrijfspensioenen) te ondergraven? In wiens belang is dat?
JWD
"Ja, de stappen van de minister zijn gerichte ingrepen in de tweede pijler. Er worden steeds pogingen ondernomen om de harde pensioenaanspraak met een indexeringsambitie waarvoor je ook premie heft, uit het systeem te krijgen.

Het StAr-akkoord speelt daarop in. Het maakt enerzijds de AOW waardevast en dus relatief duurder, wat het Kabinet niet wil, maar anderzijds de tweede pijler (de pensioenfondsen) niet waardevast en dus relatief goedkoper, zeker in combinatie met een premieplafond. Zo holt in het pensioenakkoord de eerste pijler tendentieel de tweede pijler uit.

Hierdoor wordt het belang van de tweede pijler minder relevant. De eerste pijler betalen we gewoon met elkaar en de tweede pijler de werkgever voor twee derde en de werknemer voor een derde. In feite laat je dan de werkgevers goedkoop wegkomen en wordt de totale som die je als gepensioneerden krijgt ook aangetast.

Ook aan de cao-tafels is het niet gelukt de pensioenfondsen te verstevigen, mede omdat je de handen gemakkelijker op elkaar krijgt voor een directe loonsverhoging dan voor het veiligstellen van de pensioenaanspraken, zo nodig door premieverhoging. De economische crisis en de lage rente maakten duidelijk dat niet alle pensioenfondsen hun zaakjes voldoende op orde hadden.

En nu zie je dat degenen die er belang bij hebben om pensioenregelingen uit te kleden, degenen die er belang bij hebben om de premie niet te laten stijgen en degenen die er belang bij hebben om de marktpositie van particuliere verzekeringsmaatschappijen meer ruimte te geven ten opzichte van de collectief gefinancierde pensioenen, bedoeld of onbedoeld feitelijk eendrachtig samenwerken.

Hoe pak je de belangenbehartiging aan bij de pensioenfondsen? Bij het ABP? Wat zorgt er voor dat het vraagstuk van het pensioen uit de achterkamertjes verdwijnt en onderdeel wordt van de cao-strijd?
JWD
"Tot nu is er geen duidelijk gestructureerd overleg met de leden over pensioenkwesties geregeld binnen Abvakabo FNV. Als er iets besproken of goedgekeurd moest worden werden de verschillende sectorbesturen ad hoc voor overleg bijeengeroepen. Nu ben ik bezig met het oprichten van een Lac (landelijke advies commissie) ABP zodat we met een afvaardiging van actieven en gepensioneerden uit alle sectoren van de overheid structureel kunnen overleggen over de opstelling van de Abvakabo FNV in pensioenkamer en bestuur van het ABP. Met zo'n Lac ABP dwing je jezelf als pensioenonderhandelaarsystematischer met de belangen van de leden om te gaan. Wij moeten als vakbond zichtbaar maken dat het pensioen gewoon een arbeidsvoorwaarde is door van de pensioenkamer meer een cao-onderhandelingstafel te maken. Het moet zichtbaar zijn dat pensioen niet uit een bureaucratisch moloch voortkomt met allerlei ingewikkelde rekenmodellen en een onbegrijpelijke dynamiek, maar dat het iets is waar je als werknemers samen invloed op kunt krijgen in CAO-onderhandelingen."
Wat kan progressief Nederland doen om de strijd voor de pensioenen te organiseren?
JWD
"Ik zie niet snel een situatie ontstaan waarin Nederlanders uit hun stoel springen om hun pensioenen te verdedigen. Het verhaal van 'de premie is al hoog' heeft breed ingang gevonden bij de mensen. De premie is aan de top, is de heersende gedachte. Ik probeer te laten zien dat dat historisch nog wel meevalt. Pensioenfondsbesturen moeten gesteund worden in hun lobby dat een rente gehanteerd moet worden die recht doet aan de lange horizon van pensioenfondsen. Een zekere premieverhoging is nodig om de kosten van de vergrijzing rechtvaardiger te verdelen tussen werkgevers en werknemers en de kwaliteit van de pensioenregeling ook voor toekomstige generaties in stand te houden. Dat laatste vraagt een cao-strijd over het pensioen als arbeidsvoorwaarde en dat wordt een moeilijke klus, maar wel een noodzakelijke. Want de lobby van regering en werkgevers om de premie laag te houden en alle risico's bij werknemers te leggen is wel heel stevig."

(*) Uitwerking interview Maarten Muis.