'De vakbond is democratisch werken en dan één vuist maken'

Ger Geldhof (Bron: Manifest/WvdK).

Interview met Ger Geldhof, voorzitter or van GVB Amsterdam en onbezoldigd bestuurslid Abvakabo FNV

Wil van der Klift en Maarten Muis (*)

Jij was een van de 'kloofdichters' die zich kandideerde met een eis voor een strijdbaar Abvakabo FNV waarin de leden de baas zijn. Is dit gebaseerd op je jarenlange ervaring als actief vakbondslid bij het GVB?
Ger Geldhof
"Werkelijke macht, ook de politieke, ligt op de werkvloer. Wat die jaren werken aan de basis duidelijk hebben gemaakt, is dat vooral de eenheid in het optreden van werkenden doorslaggevend is. In de bondsraad werd het opeens duidelijk dat we het zelf moesten doen. Door jarenlang actief te zijn geweest aan de basis ben je van onbesproken gedrag en sta je boven elke verdenking. We hebben altijd gestreden voor het best haalbare, maar ook altijd uitvoering gegeven aan het collectieve besluit. Daarmee hebben we een naam opgebouwd. Ook al waren we zelf voor een eis van vier procent loonsverhoging, ook voor de FNV-eis van 1,5 procent leverden wij indien nodig een knokpartij."
Waaruit put je de strijdbaarheid die je al jaren laat zien?
GG
"Een van de eerste banen die ik had was bij een bedrijf waar de baas via een slinkse constructie de zaak failliet liet gaan. De werknemers kregen maar een magere uitkering van het GAK terwijl de baas er met de grote poen vandoor ging. Dat opende voor mij de ogen dat het noodzakelijk is dat de macht op de werkvloer ligt, om dit soort praktijken tegen te gaan."
Toen kwam je bij het GVB te werken en wat gebeurde er toen?
GG
"Ik ontmoette bij het GVB begin jaren tachtig veel gekanker op de vakbond. Maar al snel kreeg ik door dat de kritiek niet gericht was op de vakbond als zodanig, maar op de personen die de vakbond vertegenwoordigden. In die tijd was bij het GVB de vakbondsvertegenwoordiger in de formele medezeggenschap niet te onderscheiden van het management: ze droegen dezelfde pakken en bezigden dezelfde taal. Er was ook geen discussie mogelijk over zaken zoals de dienstregeling. Als je wat wilde veranderen of het ergens niet mee eens was, liep je steeds tegen dezelfde mensen op: de geïncorporeerde vakbondsbestuurders."
En toch ging jij voor die 'klote'-vakbond werken?
GG
"Door de slappe houding van de Abvakabo FNV waren er allerlei 'vrije lijsten' ontstaan in het GVB. Ik zag hier geen toekomst in, omdat dit fenomeen juist de eenheid op de werkvloer ondergraaft. Ik kwam in contact met Guus Duppen, die al langer meeliep in de GVB en ook in de communistische beweging ervaring en kennis had opgedaan. Met hem heb ik veel gepraat over wat er bij het GVB aan de hand was. Ik kreeg van hem boekjes uit de arbeidersbeweging, zoals de 'Linkse Stroming' van Lenin, mee om te lezen. Die hebben me veel duidelijk gemaakt. Ik koos er voor de Abvakabo FNV beter te maken. Want het is zo dat de FNV daadwerkelijk invloed heeft in Nederland. Als Aad Regeer, toenmalig voorzitter van FNV Amsterdam, een nieuwjaarstoespraak hield, stond de volgende dag in de krant: "de FNV vindt dit, de FNV vindt dat." Die FNV-ers hebben wat te zeggen merkte ik, dus daar moet je bij zijn om de positie van de arbeiders te verbeteren."
Wat trof je aan toen je actief werd als vakbondslid bij het GVB?
GG
"Toen ik kaderlid werd in 1982 liep ik op tegen de rottigheid in de toenmalige Abvakabo FNV-groep. Voor mij was het duidelijk dat de vakbond 'gekaapt' was, wat steeds nog een beetje zo is. De meesten in de vakbond zijn van goede wil, maar er zijn er veel die het vakbondswerk als een soort positie zien, een vorm van carrière. Ik heb zelf ook wel aanbiedingen gehad om 'hogerop' te gaan, maar had altijd zoiets van, ik kom wel uit met mijn salaris als buschauffeur. Ik ben buschauffeur, ik moet nog steeds op herhalingscursussen, al ben ik al jaren vrijgesteld. Een vakbond is de organisatie van de arbeiders, die samen voor hun belangen vechten. Daar hoor ik bij."
Hoe is het de Abvakabo FNV gelukt echte medezeggenschap bij het GVB te realiseren?
GG
"Toen ik secretaris werd van de vakbondsgroep in 1983 moest ik uitzoeken hoeveel kaderleden we hadden. Ik kwam erachter dat we maar veertig actieve leden hadden en toen ik hen uitnodigde kwamen de tien mensen opdagen die altijd wel kwamen. Ik ging daarop alle kaderleden thuis bezoeken om uit te vinden waarom ze niet kwamen. Ze zeiden dat ze niet wisten wat ze met de vakbond aan moesten. Zo ging ik de hele lijst af en schoonde die op. We gingen daarop alle kankerpitten in het bedrijf opzoeken om te proberen ze in te schrijven als kaderlid.

Er was een heleboel onvrede. Men had er verschrikkelijk de ziekte over in dat in het reguliere overleg van de vakbondsbestuurders met de werkgever die zaken van onvrede helemaal niet aan de orde kwamen. Daar bepaalde de werkgever de agenda. Ik begreep dat als je wat in de medezeggenschap wilt bereiken, je de vakbond achter je moet hebben staan. De nieuwe kaderleden moesten een verklaring ondertekenen voordat ze posities in het formele overleg kregen. Dat je bereid bent alle aanwijzingen van de vakbondsgroep op te volgen. Dat de besluiten van ledenvergaderingen leidend zijn. Die verklaring gebruiken we nog steeds.

De consequentie van die werkwijze is dat als er eenmaal een besluit genomen is de hele groep ervoor gaat. Binnen een paar jaar hadden we binnen het GVB 140 actieve kaderleden. Sindsdien staan ook bij elke verkiezing voor de or alle kaderleden op de kandidatenlijst. We zijn een groep. Het bruiste al snel, we voerden acties en behaalden resultaten. De vrije lijsten verdwenen bijna allemaal, het was nu weer de FNV die voor de belangen van de werkenden opkomt."

Hoe versterkte deze kadergroep de positie van de vakbond ten opzichte van de werkgever?
GG
"Ik ben tien jaar secretaris van de vakbondsgroep GVB geweest. In 1993 ging ik in de or. We kregen al snel ruzie met de oude garde. Guus Duppen en ik hadden het principiële uitgangspunt dat je formele medezeggenschap deed vanuit het vakbondswerk. De kadergroep besloot na een lange en stevige discussie tot wat 'de ontkoppeling' is gaan heten: de mensen die in de vakbondsgroep in het bestuur zaten konden geen zitting nemen in de formele medezeggenschap. Andersom ook niet. Want de leden zijn de baas en jij bent als hun vertegenwoordiger bij de werkgever uitvoerend en niet besturend bezig. Je zit er met een opdracht. Toen werd ook de positie ten opzichte van de werkgever veel scherper. Als je als vertegenwoordiger iets niet bereikt, dan moet je terug naar de leden. Zo hoort het. We halen de eisen op van de werkvloer. Tegenwoordig heet dat 'organising'."
Hoe ziet bij het GVB deze vakbondsdemocratie, de leden de baas, er concreet uit?
GG
"Wat Guus en ik al die jaren deden in de vakbondsgroep was onze eigen oppositie organiseren. Dat is essentieel. Elke dag is er voor mij de valkuil dat ik als or-voorzitter de 'baas' ben. Ik loop het risico dat iedereen alleen maar doet wat ik wil en die richting uitgaat waarheen ik wijs. Ik wil debat, ik wil samen beslissen na een goede discussie. Ik ben constant aan het provoceren, stimuleren, om voor elkaar te krijgen dat ze zelf nadenken.

Die democratisering binnen de groep, die binnen de vakbond cruciaal is, maakt dat ik als or-voorzitter ook kan blijven optreden namens de hele vakbondsgroep. En dat ik niet in de val trap mijn eigen agenda te gaan volgen en dan teruggefloten wordt. Mijn inzet wordt bepaald door de besluiten van de vakbondsgroep, daaraan maak ik mij bewust ondergeschikt. Leden moeten weten dat ze echte invloed hebben, dat het noodzakelijk is aanwezig te zijn op de vergaderingen, dat iedereen zich uit over wat hij of zij ervan vindt. Doe je dat niet, en ik heb het bij andere groepen wel zien gebeuren, dan gaat het collectief uiteindelijk in rook op."

'Wat zou dan de kern van je boodschap zijn?
GG
"Wat ik vaak merk is dat de mensen van buiten de GVB, die zien dat er een goed georganiseerde groep vakbondsleden is, denken dat dit het resultaat is van de strakke leiding van mij en Guus. Terwijl het tegendeel waar is. Het goed toepassen van de democratie is het geheim. Als wij hier een staking hebben, staan in iedere busgarage, in iedere tramremise en in iedere werkplaats collega's op die de kop durven nemen en zeggen: 'ik ben kaderlid en ik zeg dat we dit en dat gaan doen. Doen jullie mee? En dat krijg je niet met meelopers."
"Wat zou je advies zijn voor het organiseren van linkse actie tegen het rechtse afbraakbeleid?"
GG
"Binnen links moet hetzelfde gebeuren als wat wij in het GVB met de vrije lijsten hebben gedaan. Gewoon zorgen dat de basis, de mensen die het direct aangaat, in eenheid in strijd gaat. Dan is het met de versplintering van de linkse krachten snel voorbij."

Uitwerking interview Maarten Muis