Interview met Ger Geldhof, voorzitter or van GVB Amsterdam en onbezoldigd bestuurslid Abvakabo FNV
Wil van der Klift en Maarten Muis (*)
Er was een heleboel onvrede. Men had er verschrikkelijk de ziekte over in dat in het reguliere overleg van de vakbondsbestuurders met de werkgever die zaken van onvrede helemaal niet aan de orde kwamen. Daar bepaalde de werkgever de agenda. Ik begreep dat als je wat in de medezeggenschap wilt bereiken, je de vakbond achter je moet hebben staan. De nieuwe kaderleden moesten een verklaring ondertekenen voordat ze posities in het formele overleg kregen. Dat je bereid bent alle aanwijzingen van de vakbondsgroep op te volgen. Dat de besluiten van ledenvergaderingen leidend zijn. Die verklaring gebruiken we nog steeds.
De consequentie van die werkwijze is dat als er eenmaal een besluit genomen is de hele groep ervoor gaat. Binnen een paar jaar hadden we binnen het GVB 140 actieve kaderleden. Sindsdien staan ook bij elke verkiezing voor de or alle kaderleden op de kandidatenlijst. We zijn een groep. Het bruiste al snel, we voerden acties en behaalden resultaten. De vrije lijsten verdwenen bijna allemaal, het was nu weer de FNV die voor de belangen van de werkenden opkomt."
Die democratisering binnen de groep, die binnen de vakbond cruciaal is, maakt dat ik als or-voorzitter ook kan blijven optreden namens de hele vakbondsgroep. En dat ik niet in de val trap mijn eigen agenda te gaan volgen en dan teruggefloten wordt. Mijn inzet wordt bepaald door de besluiten van de vakbondsgroep, daaraan maak ik mij bewust ondergeschikt. Leden moeten weten dat ze echte invloed hebben, dat het noodzakelijk is aanwezig te zijn op de vergaderingen, dat iedereen zich uit over wat hij of zij ervan vindt. Doe je dat niet, en ik heb het bij andere groepen wel zien gebeuren, dan gaat het collectief uiteindelijk in rook op."
Uitwerking interview Maarten Muis