Anna Ioannatou
Nog niet zolang geleden sprak men van de 'Keltische tijger'. Daar werd een aantal jaren geleden Ierland mee bedoeld. In 2007 had de toenmalige Griekse minister van Financiën in een toespraak voor de Grieksamerikaanse Handelskamer verklaard, dat Griekenland het Ierland van Zuidoosteuropa zou kunnen worden: "Vaak ontstaat het dilemma inzake wat het meest geschikte economische model is: het model van de hoge belastingen en de hoge overheidsuitgaven of het model dat naar minder staat streeft met een lagere belasting? Ik geloof dat voor ons land het laatste het beste is".
Om op een bijeenkomst van grootindustriëlen de volgende niet mis te vatten verklaring af te geven: "Een model dat we zouden kunnen bekijken voor Griekenland is dat van Ierland".
Deze 'passie' voor Ierland is al van eerdere datum, want tien jaar geleden werd het land de Grieken als voorbeeld voorgeschoteld van wat je moet doen om het goed te krijgen. In 1999 werd in een rapport van de Bank van Griekenland al Ierland (samen met Zweden) beschreven als een voorbeeld, dat je zou kunnen navolgen. Nu wordt Ierland weer als voorbeeld aangehaald, maar ditmaal als voorbeeld wat je moet doen om... het vege lijf te redden.
Op 7 december 2009 verklaarde het hoofd van de Europese Centrale Bank, Jean-Claude Trichet, dat de Griekse regering het voorbeeld van Ierland dient toe te passen. Een paar dagen daarna gaf de regeringsgezinde pers van Griekenland op welsprekende wijze het recept van deze eurobankier door voor 's lands 'redding': "Trichet: in het voetspoor van Ierland" (kopje in de krant "Ethnos", 25 januari 2010). Ondertussen klopt Ierland ook aan bij het Internationale Monetaire Fonds (IMF).
Op 14 mei 1985 al schreef de krant 'Rizospastis' dat de beide grote partijen (Pasok en Nea Dimokratia) het erover hadden aan te kloppen bij het IMF om een strenger bezuinigingsbeleid toe te passen...
Maar wat was nu eigenlijk het 'Ierse wonder'? Het land werd omgeturnd in een waar belastingparadijs voor multinationale ondernemingen en werkrelaties werden volledig ontregeld, sociale verworvenheden afgebouwd om het land tot een El Dorado voor het internationale kapitaal te maken. Het ging dus goed met de cijfers, maar de bevolking vervalt tot steeds wijder verbreide armoede, bestaansonzekerheid en daling van de levenskwaliteit.
Nu de bom gebarsten is, de fiscaliteit ontspoord en het volk bang gemaakt met de dreiging van een nationale bankroet (dit wordt de Grieken ook voortdurend voorgehouden!) is er een emigratiestroom ontstaan (de schatting is 40.000 mensen per jaar), het salaris daalt flink (soms zelfs tot 30%), de btw schiet de hoogte in met 21,5 procent, de bijdragen aan de verzekering stijgen met 7,5 procent ten koste van het basisinkomen, in de werkloosheidsuitkering wordt flink het mes gezet, het bruto nationaal product (bnp) zakt met 7 procent en de overheidsuitgaven krimpen tot 36 procent van het bnp.
Maar er zijn meer gemeenschappelijke trekken in beide landen: in Ierland werd een pakket van 70 miljard euro aan bankiers gegeven om de banken te redden. Dit had tot resultaat dat het tekort in de hoogte schoot (van 14%6naar 32%6), terwijl de schuld, die in 2007 nog 28 procent van het bnp bedroeg, naar schatting in 2014 135 procent van het bnp zal bedragen! En dat alles om in Ierland verpaupering te vermijden. Dus: alle maatregelen, die in Ierland genomen werden om verpaupering te vermijden, leidden juist tot verpaupering... van de bevolking, wel te verstaan.
Maar we hadden het toch over Griekenland op deze pagina, zal de trouwe Manifest-lezer misschien denken. Een treffender voorbeeld van de verweving van de kapitalistische landen in Europa is er wellicht niet te vinden. Na een en al Griekenland op de schermen is het nu een en al Ierland. Griekenland's mentale leiders wijzen er voortdurend op dat de Ieren waardiger gereageerd hebben op hun economische problemen zonder hoge corruptiecijfers en de vergaande oplichterij, die in Griekenland tot nationale sport is ontaard en voor 's lands slechte reputatie zorgt (afgezien nog van de toerismebelemmerende stakingen!).
Dominique Strauss-Kahn's (IMF) commentaar op de verkiezingsuitslag van 7 en 14 november jl. was, dat de Grieken de regeringspolitiek goedkeuren, want Papandreou's Pasok 'won' in de meerderheid van de regio's en gemeentes. Iets waar al diegenen die uit woede op het regeringsbeleid niet zijn gaan stemmen (70%6!!) eens hard over moeten gaan nadenken. In de regio Attica (hoofdstad plus omgeving, waar bijna de helft van de bevolking woont) was de opkomst in de tweede ronde slechts 23 procent! Burgemeesters en regiohoofden werden verkozen met extreem lage percentages van de stemgerechtigden. Ook de ongeldige en blanco stembiljetten liepen op tot 10 procent, hoger dan ooit. In Athene Centrum werd de burgemeester bijvoorbeeld met 11,2 procent van het aantal stemgerechtigden verkozen (hij had meer dan 50%6 van het aantal stemmers, werd juichend geroepen!), maar ook in de andere grote steden en regio's kwam nummer één niet verder dan twaalf procent.
Alleen in Thessaloniki en Centraal Macedonië, traditioneel rechtse bolwerken, kwam het tot resp. 25,6 en 16,6 procent. Uiteraard is niet gaan stemmen een uitdrukking van afkeuring. Tot zover goed, maar dan wel een afkeuring die door de regeringspartij als goedkeuring wordt geïncasseerd, zoals mag blijken uit de opmerking van het IMF-hoofd. En dat dient de kiezers aan het denken te zetten. De enige partij die niet alleen in percentage (zo'n 3 a 4%6), maar ook absoluut won (75.000 meer stemmen vergeleken bij vorig jaar oktober), waren de communisten (KKE). Dagen na de verkiezingen werd dit feit benadrukt door verontruste politici en journalisten van alle kanten en richtingen daarmee de facto toegevend dat de verkiezingen politiek waren.
De regerende Pasok (de grote 'winnaar' in percentages) raakte maar liefst 1.200.000 (1,2 miljoen) kiezers kwijt vergeleken bij vorig jaar oktober, en de Nea Dimokratia nog eens 500.000 na de flinke verliezen van een jaar geleden. Ook de andere kleinere partijen leden verliezen. Dus het totale percentage van de beide partijen van het tweepartijenstelsel, dat in Griekenland sinds 1974 (eind van de militaire junta) overheerste, was slechts 60,1 procent van het aantal uitgebrachte stemmen, terwijl het een jaar geleden nog 77,4 procent bedroeg.
Ondertussen is er een ware hausse aan nieuwe partijen. Zo werd kortgeleden de partij 'Democratisch Links' opgericht door ontevredenen uit de Synaspismos (kleinburgerlijk 'links') en een afsplitsing van de Nea Dimokratia (Centrum Rechts) leidde tot de oprichting van het 'Democratisch Bondgenootschap'. Geruchten gaan dat er nog een partij opgericht zal worden, ook voortkomend uit de vele afsplitsingen van wat eens de Synaspismos was. Hetburgerlijke politieke stelsel is in een crisis verzeild geraakt, want steeds moeilijker legaliseerbaar, zelfs niet met een onevenredig kiesstelsel.
Het schijnt dat ook in Griekenland de tijd is aangebroken voor regeringen die bestaan uit meerdere partijen i.p.v. uit één. Er wordt hard aan gewerkt om er voor te zorgen dat de groeiende volksontevredenheid - en woede in sommige gevallen - niet op krediet van de KKE komt te staan. Ook daarom al die nieuwe formaties als afleiders, die na verkiezingen hun percentages bij elkaar kunnen gooien, want in wezen (niet in woorden) vertegenwoordigen ze immers dezelfde belangen.
Voor de KKE is het zaak overtuigender te werken onder de snel groeiende 'partij van stemonthouders en blancostemmers'.