MOOIE WOORDEN

Samen over de brug...?

Rinze Visser

Als conservatieven en reactionairen - welke laatsten zichzelf in deze tijd progressief vinden - het over linkse opvattingen hebben, dan valt het woord 'zwakken' net zo vaak als dat bij het politiek en ideologisch sterk verdunde links gebeurt. Zij het dat de beide opvattingen dan lijnrecht tegenover elkaar geplaatst worden. Zo las ik onlangs voor de honderdduizendste keer dat links voor pessimisme staat en rechts voor optimisme. Want links acht 'de zwakke mens' niet in staat zich te handhaven. Rechts daarentegen, acht het mogelijk dat 'de zwakke mens' ook sterk wordt.

Zo sterk voelde dat muisje zich ook toen het, samen met een olifant over een brug lopend, zich zorgen maakte of hun gezamenlijke gewicht niet te veel voor het draagvermogen van de brug zou kunnen zijn.

Wie zijn die zwakken, wie is dan die zwakke mens?

Bij het denken daaraan opent zich als vanzelf een wereld die naargelang de maatschappelijke of geestelijke positie van de beschouwer ingekleurd kan worden. Daar zien we de demente ouderen die veel te lang vanwege een tekort aan zorg in hun eigen vuil zitten of liggen; de dak- en thuislozen en andere Leger des Heils-klandizie; de verslaafden en de slachtoffers van vrouwenhandel en gedwongen prostitutie; de zwaar gehandicapten (mindervaliden niet, want goed genoeg voor de arbeidsmarkt); de twijfelgevallen zoals de zeer moeilijk bemiddelbare werklozen (fase 4) of sommige moeilijk aanpasbare jongeren. Dit zeer zeker erg onvolledige rijtje - verwaarloosde en in een te krappe ruimte levende dieren zijn niet genoemd - dat zijn de zwakken waar een redelijk mens aan denkt bij de vraag wie er hulp nodig heeft, waar ook gemeenschapsgeld aan besteed mag worden.

Over het algemeen kan toch wel gezegd worden dat al diegenen die het zonder de helpende hand niet redden, niet met het gezonde en energieke muisje van de metafoor vergeleken moeten worden. Met de zwakke over wie de liberaal (óók de zogenaamde linkse liberaal!) zijn ideologisch optimisme uitkraamt wordt de arbeidersbevolking, althans de niet hoogbetaalde loonwerker en de kleine voor eigen rekening werkende bedoeld. Zij allen hebben de kans, al is die nog zo theoretisch, zich op te werken tot grote hoogte. En dat is dan ook juist de kracht van het kapitalisme, van het liberalisme.

Niks communicerende vaten, niks verbetering van de een gaat ten koste van de ander en andersom. Leve de eeuwige vooruitgang...! Laat de macht aan de machtigen, opdat de niet-machtigen er ook beter van kunnen worden. Laat het gewicht van de olifant intact of maak het groter, opdat het muisje, in de nabijheid van zijn grote voorbeeld, ook de kans krijgt om te groeien; samen nog sterker... Maar, als het muisje ook groeit begint de brug - het systeem - te kraken.

Het rechts-liberaal optimisme propageert dat de zwakke sterk kan worden, maar heeft er alle belang bij dat de zwakke zwak blijft. Deze maatschappij - niet alleen economisch en politiek, maar ook moreel in verval - biedt, zo wil de liberaal-kapitalistische heilsleer, allen de kans om vooruit te komen en, wie weet, rijk en beroemd te worden. In die visie bestaan er geen kanslozen, behoudens misschien de groep uitgetelden, die overigens ook haar steentje bij moet dragen aan het behoud van het systeem, aan het draagvermogen van de brug. Als er dan geen productie meer valt uit te halen, dan kunnen altijd nog de kosten gedrukt worden.

Van diegene die trots is op de maatschappij, op het systeem, mag je offers vragen; van de bevraagden zijn er overigens maar weinigen die beseffen dat het nu niet om tijdelijke offers, maar om permanente offerandes op het altaar van de rijken gaat. Wie trots is op het systeem die neemt de vunzigheid in politiek en journalistiek voor lief en wijt deze zelfs aan de vooruitgang, aan de toegenomen vrijheid. Wie trots is op het systeem en zich de antisocialistische beginselen heeft eigen gemaakt, die schrikt niet meer van een Berlusconi, van de zich binnen de burgerlijke democratie als antidemocratische alleenheersers gedragende lieden. Wie trots is op het kapitalisme omdat er toch ook niet een alternatief zou zijn, die neemt voor lief dat het fatsoen zo langzamerhand het onfatsoen in zich opneemt, opslurpt, dat een totaal gebrek aan wellevendheid, dat respectloosheid en schuttingtaal de norm in geschrift, beeld en geluid aan het worden is.

Is de schrijver van dit stuk wel met zijn tijd meegegaan? Deze schrijver weigert mee te gaan met wat anderen hem voorschrijven wat 'zijn' tijd is. Zelf heb ik jarenlang in de wegenbouw en ook op het water gewerkt. En ik kan u verzekeren dat er best wel eens iets grofs gezegd werd. Maar ook: dat buiten de schaftkeet en aan de wal, in het openbaar, men er wel voor waakte grofheden te debiteren. Wie er trots op is om in een maatschappij te leven waar op de werkplek een hand op iemands schouder een strafblad kan opleveren, maar waar op de televisie een journalist, als een uiting van journalistiek vakmanschap, aan iemand vraagt of-ie al geneukt heeft en die trots is op zulke 'vernieuwende' journalistiek, die moet dat maar zelf weten.

Maar het lijkt mij een nieuwsgierige vraag hoe de afbraak van het sociaal bereikte zich verhoudt tot de meer en meer in de openbaarheid vertoonde asociale vulgariteit en onbeschaafdheid. Moet de zwak genoemde hier een voorbeeld aan nemen en ook zo worden? Er zijn er die beweren dat het andersom is en dat 'de taal van de straat' door de media overgenomen wordt, wat zowel populisme als democratisering van het woord genoemd wordt. De 'zwakke' die in zijn dromen de weg van krantenjongen tot miljonair aflegt en dat in zijn dagelijks gedrag opneemt, die is de gedroomde onderdaan van de kapitalistische heersende klasse. Maar die 'zwakke' is slechts zwak in vergelijking met de sterke politiek-economische macht en het tot haar beschikking staande militaire apparaat. Men is in die zin zwak omdat men ontslagen kan worden, ongeschikt voor de arbeidsmarkt kan worden, enzovoort.

Men is sterker geworden door wetten en regelingen, collectieve arbeidsovereenkomsten, door tegenstand en strijdlust, ook door de nabijheid van socialisme. Volgens de neoliberale ideologie is men zwak omdat men het zonder die wetten en regelingen - staatsbescherming - niet kan stellen, dus niet op eigen benen kan staan en niet zelf geheel verantwoordelijk kan zijn voor het leven.

Men is zwak omdat men niet zonder die op de kapitalisten veroverde voorzieningen kan. Dat wat zij zwak noemen is nu juist de kracht van de arbeidersbeweging door de jaren heen. De machthebbers, die zelf in de problemen zitten, willen hun klassentegenstanders (ja, een woord waar de burgerman van schrikt!) doen geloven dat hun kracht eigenlijk hun zwakte is. En dat elk individu - want voor collectiviteit hebben zij de grootste angst - op eigen benen moet staan en dat dit de ware vrijheid is. Het 'Kapitalistisch Manifest' bestaat! In al zijn rauwheid. Niet in boek- of brochurevorm, voorzover ik weet, maar het bestaat. Overal ter wereld, in het Oosten en het Westen, in het Noorden en het Zuiden, elke minuut van de dag wordt eruit geciteerd. Het Communistisch Manifest bestaat trouwens wél in boekvorm. Daar staan ook mooie, hoopgevende woorden in. Waarvan akte...