Gedicht: Pap



Henricus Azewijn

Pap

Knettergek, zéér diep gestoord
heeft hij alle schijn tegen
doet Karel Marks niet zoals het hoort
geeft hij van Bartjes de zegen.

Opgesloten in zijn heelal
weet Karel zichzelf nauwelijks te luchten
baant hij zijn weg door het dal
waarin van menselijkheid niet valt te vluchten.

In de actualiteit, in de rubrieken
wordt hij afgeschilderd als een fenomeen
tussen volgelingen die de wereld verzieken
met minstens één veel te lange teen.

Ook 'de wetenschap' blijft niet achter
draagt 'in de wetenschap dát' bij
al klinkt haar hoorngeschal soms wat zachter
deed zij te veel zout in de hete brij.

Om hoorndol van te worden:
manager De Keizer staat níet in de kou.
Met zijn sprookjes op de reclameborden
krijgt iedereen de klére vanaf de ochtenddauw.

Omdat het beslist is dat het zó moet zijn
dat je ziet wat iedereen ziet
voor de goodwill van de NV Prickel & Breyn
die modieus een toekomst biedt.