Rinze Visser
Ook als er veel aan exacte kennis ontbreekt over cultuur moet men daar soms uitspraken over doen, juist ook omdat het begrip 'cultuur' vrijwel overal een rol speelt op het politieke veld. Zeg nationalisme, zeg populisme, zeg kolonialisme of neokolonialisme, zeg ontwikkelingshulp vluchteling of migratie, zeg integratie van minderheden en cultuur komt aan de orde.
Was er eerst enige tijd sprake van cultuurrelativisme bij meerdere opiniemakers en denkers, later werd dit relativisme weer over de hekel gehaald. Was cultuurrelativisme eerst een medicijn ter bescherming van de etnische minderheidsmens en vluchteling tegen minachting en afwijzing; was cultuurrelativisme - ook in zijn overdrijvingen - een uiting van schaamte voor het Nederlandse en 'westerse' kolonialisme, schaamte voor het onderdrukken van andere volken en hun culturen, dan had het een positieve bedoeling waar het ging om een dam op te werpen tegen negatieve uitingen van opkomend nationalisme en westers hegemonisme.
Het is jammer dat dit soort discussies, waarbij kunst en cultuur internationaal vergeleken worden, zich vaak beperken tot bijvoorbeeld vragen of gamalanmuziek niet minder van waarde is dan de Hohe Messe van Bach of de Negende van Beethoven. Want dit soort voorbeelden worden nu nog aangehaald ter illustratie van de verderfelijkheid van de denkbeelden van wat de 'linkse kerk' genoemd wordt en die op het lijstje staat van te vernietigen instituten. Frappant is nu dat de formatie die zich als dé bestrijder van de 'linkse kerk' opwerpt, voor binnenlands gebruik zelf een soort cultuurrelativisme bedrijft...
Daar waar voldoende kennis ontbreekt, moet men zich bescheiden opstellen. Dus geen historische vergelijkingen qua ligging op de aarde, geen verhandelingen over hoge beschavingen, verdwenen en opgekomen in een ver verleden. Laten wij ons beperken tot het tijdperk van het kapitalisme, met zijn Europese centra en later ook die in de USA en elders. En als wij er dan vanuit gaan dat cultuur en beschaving meer zijn dan beeldhouw- en schilderkunst, architectuur en muziek, om maar eens wat te noemen, dan komen wij op het sociaal vlak terecht. Hoe mensen met elkaar omgaan, (ook hoe met kunstuitingen wordt omgegaan) welke levensomstandigheden en de voorwaarden daarvoor bereikt zijn. Dan komen wij als vanzelf bij de geschiedenis van de arbeidersbeweging, de invloeden daarvan op de bestaande burgerlijke stand van sociale cultuur en beschaving.
Als wij rekenen vanaf de tijd dat de grote massa van mensen totaal geen sociale rechten had, toen alle bestaande wetten voor honderd procent ten voordele van de bezitters waren, toen de hongerigen en afgebeulden nergens recht op konden doen gelden, toen men in de meest erbarmelijke omstandigheden moest leven, dan is er sprake geweest van grote vooruitgang. Dan is er op sociaal-cultureel gebied - dus ook aan beschaving - een grote voorsprong ontstaan op andere delen van de wereld, waar zeer velen nog in genoemde omstandigheden verkeren. Wat heeft de arme sloeber in een of ander Aziatisch land eraan als er in Europa mensen zijn die een prachtige tempel daar - beschaving! - vergelijken met de Dom van Keulen, als het zorgen voor het dagelijks eten alle energie vraagt?
Sociaal-cultureel - dus ook qua beschaving - staan sommige naties hoger dan andere. Het bereikt hebben van tegen willekeur en onderdrukking beschermende wetten is een belangrijk cultureel beschavingsresultaat! Hoe hoog de innerlijke beschaving van mensen in die sociaal achtergebleven landen ook mag zijn, het gaat hier om de samenleving met haar klassenverschillen, waarbinnen wel of niet met succes strijd is gevoerd, waar wel of niet collectieve beschavingsresultaten zijn behaald. Het trots zijn op die bereikte resultaten heeft niets te maken met 'westers' hegemonisme, met nationalistisch neerkijken op andere volken. Trots zijn op het bereikte sociale beschavingspeil en dat als cultureel hoogwaardig zien betekent, vanuit een correct politiek bewustzijn, dat ook die andere volken dat wordt toegewenst en dat bewegingen daar, die daar voor vechten, gesteund worden.
Nu lijkt het zo dat de mensen in Nederland en in Europa daar niet meer trots op mogen zijn. De vervuilers van de menselijke opinie werken er elke dag hard aan de mensen te doen geloven dat het sociaal bereikte - de sociale beschaving, de sociale cultuur dus - een historische vergissing is geweest, dat we daardoor internationaal de boot gaan missen, dat door tegen uitbuiting beschermende wetten de mensen lui worden en dat daardoor de concurrentiepositie en de welvaart op het spel staan. We moeten weer hard worden. Het wachten is nog op de rehabilitatie van in progressieve tijden verguisde 'helden' als van Heutz en Colijn.
Trots zijn op de in de klassenstrijd bereikte resultaten is politiek correct! In die zin is er niets fouts aan om trots op Nederland te zijn. dié resultaten hebben de cultuur ten goede veranderd en de beschaving vooruit geholpen en niet zo'n beetje. Echter, van dit soort trots op Nederland is er nog te weinig. Hoe moeten weldenkende mensen nu opkomen voor volken in andere landen, zich verzetten tegen discriminatie in eigen land, opkomen voor mensenrechten in andere landen, als men niet bereid is of te angstig is om met trots de sociale cultuur in Nederland zelf te verdedigen tegen de slopers ervan?
Een volk dat uit gemakzucht of afgestomptheid, uit in zichzelf-gekeerdheid zijn culturele waarden uitlevert aan de zakenlieden, aan het financierskapitaal, aan het gespuis voor wie cultuur slechts winstzucht en egotripperij betekent, helpt niet alleen zijn eigen land naar de afgrond, maar de hele wereld.