Maarten Muis
De regering Rutte-Verhagen was na haar aantreden vastbesloten om de NAVO-bondgenoten, met name de VS, politieke steun te geven aan de steeds intensievere militaire bezetting van Afghanistan. Daar hoort daadwerkelijke aanwezigheid in Afghanistan van Nederlands militair personeel bij, vinden de rechtse partijen, met uitzondering van de PVV.
Het debat in de Tweede Kamer daarover was een fascinerend schouwspel van afpingelen op principes, verhullend taalgebruik, vreemd idealisme en de inzet van een dosis vals optimisme over de toekomst. Het resulteerde uiteindelijk in het jawoord van GroenLinks-fractieleider Jolande Sap.
Ik denk dat veel mensen de massale demonstraties tegen de aanval op Afghanistan met meer dan tienduizend mensen, op 20-10-2001, in Amsterdam, nog niet vergeten zijn. Toen werd er nog openlijk gedebatteerd over het imperialistische karakter van deze NAVO-aanvalsoorlog. Nog altijd is een grote meerderheid van de bevolking tegen troepenuitzending naar Afghanistan.
Maar de afgelopen tien jaar is er hard aan gewerkt de oorlog en de daaropvolgende bezetting in de media als een humanitair succes te verkopen. Alle marketingtrucs werden en worden uit de kast gehaald om het imperialisme in een omhulsel van idealistische maatschappijopbouw, vrouwenrechten en ontwikkelingshulp te verpakken. De artikelen gepubliceerd in Manifest, waarin de geopolitieke achtergrond van NAVO-bezetting wordt geanalyseerd, onder meer door te verwijzen naar het militair omsingelen van China en het belang van de oliepijpleidingen, zijn het herlezen waard.
Er mochten vaak journalisten mee met de troepen: 'embedded journalism' zoals dat sinds de Irak-oorlog heet. Zij beschreven het goede werk van 'onze jongens' in Uruzgan in de Nederlandse media. Wij Nederlanders waren niet zulke vechtersbazen als de Amerikanen, die met een squadron straaljagers op een groepje herders afgingen, werd steeds benadrukt. Dat in de loop van de jaren de steun van de Afghaanse bevolking voor de aanwezigheid van buitenlandse troepen tot nul reduceerde en de Taliban zo goed als onverslaanbaar bleken te zijn, werd zoveel mogelijk verdrongen. De dood van 23 Nederlandse soldaten maakte echter duidelijk dat het menens was en deed de steun in Nederland voor de missie eveneens drastisch verminderen. Maar men bleef ons vertellen dat het slaan van waterputten toch echt zo zwaar bewapend moest gebeuren.
De GroenLinks-fractie lijkt nu, met een schuin oog naar het regeringspluche, voor de mooie aankleding gevallen te zijn. De tegenstelling tussen de 'verlichte' fractie en een groot deel van de gewone leden van Groenlinks, met een oprechte moraal, dreigt de partij te splitsen.
De kosten van de Uruzgan-missie stegen inmiddels de pan uit. Een exact bedrag is niet bekend omdat defensiekosten veelal verstopt zitten in andere begrotingsposten en verdeeld zijn over meerdere ministeries. Maar de vierjarige aanwezigheid van Nederlandse soldaten met militair materieel in Uruzgan heeft de Nederlandse bevolking zeker 2 miljard euro gekost. Imperialisme heeft een prijskaartje, zoals de defensiebudgetten van de VS dat ook laten zien (zie vorige Manifest). Als in het debat gebracht wordt dat die twee miljard euro beter besteed hadden kunnen worden aan civiele ontwikkelingshulp in plaats van een dure militaire bezetting, dan wordt er vaak van thema gewisseld en de onderdrukking van vrouwen en meisjes door de Talibanbenadrukt.
Wie zich verdiept in de geschiedenis van Afghanistan krijgt een genuanceerder beeld van het land en de bevolking dan het eendimensionale verhaal over de Taliban. Afghanistan is meer dan dertig jaar in staat van oorlog en daardoor sociaal en politiek compleet ontwricht. Het VS-imperialisme heeft met het stimuleren en steunen van de strijd van de Moedjahedien tegen de aanwezigheid in Afghanistan van de Sovjet-troepen en het opkomende socialisme in dat land de kiem gelegd voor een extreme versie van de politieke islam. De economie van Afghanistan is daardoor geruïneerd en veel meer dan opium wordt er nu niet verbouwd.
Afghanistan heeft heel wat anders nodig dan door de NAVO opgeleide politiemensen. Het Afghaanse volk heeft zelfbeschikking nodig en vooral een einde aan de strijd. Daarnaast is het land het beste vooruit te helpen, zoals alle arme landen, met meer rechtvaardige handelsrelaties met het Westen. Nu maken Amerikaanse mijnbedrijven zich klaar de vele bodemschatten in Afghanistan te gaan delven. Een ontwikkeling die niet alleen meer militaire bezetting noodzakelijk maakt en de corruptie van lokale machthebbers versterkt, maar vooral de winsten van het Amerikaanse bedrijfsleven ten goede komt.
Er is in de dertig jaar oorlog een generatie Afghaanse mannen opgegroeid die niets anders kent dan gewapend rondtrekken. Zij kan geen doelen voorbij de directe strijd met de buitenlandse vijand formuleren. De Afghanen die wel de vaardigheden en talenten bezitten om een burgermaatschappij te besturen en een economie op te bouwen, zijn inmiddels allemaal het land uitgevlucht. Hun plaats is ingenomen door goed betaalde en zwaar bewaakte westerse 'ontwikkelingswerkers'. Er wordt niet geluisterd naar wat de Afghanen zelf als hun behoeften formuleren, die worden door westerse denktanks bepaald. Want Afghanistan moet in de imperialistische politiek van de NAVO passen.
De GroenLinks-fractie wrong zich al jaren in allerlei bochten om het perspectief op een betere toekomst voor de mensen in Afghanistan te kunnen ontwarren uit de NAVO-strategie. Dat waren zij aan hun politieke leus van 'Zin in de Toekomst' verplicht. Vooral GroenLinks-kamerlid Mariko Peters, die oorspronkelijk de motie voor een missie naar Kunduz indiende, heeft zich persoonlijk sterk gemaakt voor een minder kritische benadering van de NAVO en de 'war on terror' binnen GroenLinks.
Het afscheid dat deze 'linkse' partij heeft genomen van een politiek begrip als het imperialisme bleek funest voor een heldere visie op de NAVO. Het inwisselen van een anti-NAVO-standpunt voor een positief oordeel om regeringsdeelname in de toekomst mogelijk te maken, heeft tot de vreemde situatie geleid dat GroenLinks nu het Afghanistan-beleid steunt van één van de meest rechtse regeringen die dit land de afgelopen periode heeft gekend. De aversie van de GroenLinks-top tegen de analyses van marxistische en pacifistische aard, toch ooit een aantal wortels van die partij, deed haar in deze val trappen.
Dat een nieuwe Nederlandse missie, zelfs al wordt het in woorden een humanitaire opbouwmissie genoemd, een positieve rol kan spelen in Afghanistan heeft maar dertig procent van de Nederlanders overtuigd. Ook onder leden van GroenLinks is er weinig steun. De Nederlandse bevolking ziet wel al duidelijk het failliet van de Afghanistan-politiek van de NAVO. De GroenLinks-fractie is verstrikt geraakt in veel te complexe politieke argumentaties en heeft hierbij het contact met de bevolking en de eigen leden verloren. Ze heeft zich vooral in de luren laten leggen door de mediacampagne van tien jaar lang over 'humanitair NAVO-ingrijpen'. Toch wat vaker de krant Manifest lezen.