"Okay de klassenstrijd gaat door. Maar het is mijn klasse, de klasse van de rijken, die de oorlog voert en wij winnen." Warren Buffett [1] in de The New York Times, 26 november 2006.
Michael Pirsch [2]
Er is overtuigend bewijs dat het laatste hoofdstuk van de klassenstrijd in de VS is aangebroken. Vandaag de dag is het bijna verboden om het woord klassenstrijd te gebruiken, en veel burgers beschouwen zich niet als deel van de arbeidersklasse. Deze aanval op de taal is een compliment voor het propaganda apparaat, dat bestaat uit: public relations, marketing, corporate media, de entertainment industrie, universiteiten, denktanks en ga zo maar door. Het doel is om onze aandacht af te leiden van serieuze zaken zodat we ons helemaal kunnen concentreren op triviale zaken - zoals consumeren.
Edward Bernays [3], de grondlegger van de moderne propagandabedrijfstak, beschreef dit proces als volgt:
"Degenen die het verborgen mechanisme van de maatschappij manipuleren, vormen een onzichtbare overheid. We worden geregeerd, onze gedachten en onze smaak worden gevormd en onze ideeën worden grotendeels ingefluisterd door mannen van wie we nog nooit hebben gehoord ... en op bijna alle momenten van de dag worden we, wat betreft politiek, bedrijfsleven, ons sociaal gedrag of ons ethische denken, gedomineerd door een relatief klein aantal personen die de mentale processen en sociale patronen van de massa begrijpen. Zij trekken aan de touwtjes door de publieke opinie te controleren."
Naast het uitvinden van het propagandamodel dat nog steeds in gebruik is, creëerde het model van Bernays de steun voor de Eerste Wereldoorlog, eerst in Engeland en daarna in de VS, tot en met nu waar de oorlog van de Morgan miljarden genoemd wordt: de oorlog voor "het maken van een veilige en democratische wereld."
Velen van ons hebben geen idee wat het betekent om te leven in een democratische samenleving. Onze parlemetaire democratie is geen democratie, omdat de regering zegt: het is pas democratie als de massa's geïnformeerd zijn en via hun afgevaardigden deelnemen aan een beleid dat het algemeen welzijn bevordert. Vandaag vallen er twee soevereine staten op die meer democratische tendensen vertonen dan alle anderen: Venezuela en Bolivia. Vanwege hun inspanningen om de democratie op te bouwen, zijn beide soevereine naties aangevallen door de VS. In Venezuela pleegden de door de VS gesponsorden een staatsgreep in 2002. In Bolivia sponsorde de Amerikaanse overheid een afscheidingsbeweging bestaande uit de rijke elite, wier tactiek het was aanhangers van de regering te vermoorden. De Boliviaanse regering verdreef de Amerikaanse ambassadeur voor zijn rol in deze poging tot destabilisering. (Er bestaan nog meer volksdemocratieën, onder meer op Cuba dat een belangrijke politiek-ideologische voorhoederol speelde en speelt in Latijns-Amerika, nvdr)
Zowel Venezuela en Bolivia hebben een nieuwe grondwet aangenomen, die het resultaat was van een proces dat alle burgers en in het bijzonder de inheemse bevolking erbij betrok. Beide landen hebben nu een betere toegang tot hun medische voorzieningen, weinig analfabetisme en lokale ruimtes waar de democratie in de praktijk kan worden gebracht. Deze verschuiving bezorgt het Amerikaanse imperium een groot probleem, omdat het de verspreiding van de echte democratie meer vreest dan iets anders.
Het doel van het winnen van de klassenstrijd is het beheersen van alle rijkdom in de wereld, inclusief alle regeringen. Deze overwinning wordt behaald door de combinatie van financiële diensten en militair-gerelateerde industrieën die naast het lobbyen voor de voortzetting van een aantal oorlogen in het Midden-Oosten (Irak, Afghanistan, Pakistan, Jemen, Somalië, Palestina, Iran, etc.) nu ook bezig zijn met het stelen van de regeringsbudgetten van de burgers in hun eigen landen. Op dit moment vooral van de burgers in Ierland, Spanje, Griekenland, Letland, Engeland, Frankrijk en de VS. Alle regeringen werken samen met de markt (voornamelijk Wall Street en banken van de City in Londen) door beëindiging van langlopende programma's gericht op bevorderen van het algemeen welzijn. Het gestolen geld wordt door de regeringen doorgesluisd naar Wall Street en haar misdadige partners in de Europese banken. Maar het verzet hiertegen groeit: grote, hartstochtelijke demonstraties en massale stakingen van studenten en arbeiders markeren de reactie in Europa (zoals de demonstratie in Londen op 26 maart jl. waaraan een half miljoen mensen deelnam, nvdr).
Tenslotte is het ons recht en onze plicht om de gecorrumpeerde regeringen te vervangen door regeringen die werken voor het algemeen welzijn, om te zorgen dat de rijke elite nooit meer al het leven op deze planeet in gevaar kan brengen of vernietigen. Wij beschikken over bepaalde onvervreemdbare rechten ... waaronder leven, vrijheid en het nastreven van geluk. We moeten erkennen dat onze regeringen zijn verworden tot destructieve systemen die vervangen moeten worden.
Presidenten als Clinton en Obama zijn de paljassen van de elite in het uitvoeren van de financiële rooftochten en worden daar persoonlijk niet slechter van. Zo kon Clinton zijn dochter een trouwfeestje van 5 miljoen dollar geven. De enige echte manier om de massa onder de duim te houden is om er voor te zorgen dat ze voldoende eten hebben en fatsoenlijk onderdak. Aangezien de wereldeconomie krimpt is dit onmogelijk en zal de massa in opstand komen. In het ergste geval loopt dat uit op een massale slachting en een nieuwe elite. In het beste geval zetten we met zijn allen de schouders er onder en rekenen we voor eens en altijd af met alle elites.
Bron: www.truth-out.org, vertaling en bewerking B.B.
(zie http://zaplog.nl/zaplog)
Bernays leerde het Amerikaanse bedrijfsleven hoe ze mensen konden laten verlangen naar producten die ze wilden, in plaats van naar spullen die ze nodig hadden. De theorie daarachter was om (massaproductie)-artikelen te verbinden aan de onbewuste verlangens van het grote publiek. Tactieken die- met dank aan Bernays - in die tijd hun oorsprong vinden, zijn bijvoorbeeld:
Bernays bedacht ook dat zijn tactieken ruimer toepasbaar moesten zijn dan om een afzetmarkt te creëren. Dat uitte zich in politieke denkbeelden, die met name neoconservatief Amerika omarmde. Bron: Wikipedia.