KLASSIEK EN ACTUEEL

"Het boek dat voor ons ligt leidt ons terug naar een periode die, in tijd gerekend, ruim een mensenleeftijd achter ons ligt, maar die aan de tegenwoordige generatie in Duitsland zo vreemd is geworden, dat zij reeds een volle eeuw geleden schijnt. En toch was het de periode waarin Duitsland zich voorbereidde op de revolutie van 1848; en alles wat sindsdien bij ons is gebeurd, is slechts de voortzetting van 1848, slechts de uitvoering van het testament van de revolutie. Evenals in Frankrijk in de achttiende eeuw, vormde ook in Duitsland in de negentiende eeuw de filosofische revolutie de inleiding tot de politieke ineenstorting. Maar hoe verschillend zagen beide er uit! De Fransen in een open strijd tegen de gehele officiële wetenschap, tegen de kerk, vaak ook tegen de staat; hun geschriften in het buitenland, in Nederland of Engeland gedrukt en zij zelf vaak genoeg op het punt in de Bastille te belanden. De Duitsers daarentegen: professoren, door de staat aangestelde leraren van de jeugd, hun geschriften erkende leerboeken en het systeem dat de gehele ontwikkeling afsloot, het systeem van Hegel, zelfs in zekere zin verheven tot de rang van koninklijk Pruisische staatsfilosofie! En achter deze professoren, achter hun waanwijsduistere woorden, in hun vervelende logge volzinnen moest de revolutie zich verbergen? Waren niet juist diegenen, die toen als vertegenwoordigers van de revolutie golden, de liberalen, de felste tegenstanders van deze verwarring scheppende filosofie? Wat echter de regeringen, noch de liberalen zagen, dat zag reeds in 1833 althans één man, maar die heette dan ook Heinrich Heine (...)

Uit: Ludwig Feuerbach en het einde van de klassieke Duitse filosofie,Friedrich Engels, 1888.