Ron Verhoef
Het moet anders in het mbo, dat is althans de mening van minister Van Bijsterveldt die begin maart met een nieuw actieplan voor het mbo kwam. De bedoeling van het plan is om de kwaliteit van het mbo te verhogen. Daarnaast wil de minister graag dat meer mensen kiezen voor de route vmbo, mbo, hbo. Nu kiezen nog veel mensen voor de havo om op die manier naar het hbo te gaan. Het nadeel van deze laatste route is dat havo-leerlingen weinig praktijkervaring opdoen. Vreemd genoeg wilde het kabinet nog geen 10 jaar geleden van het mbo eindonderwijs maken. De doorstroom naar het hbo moest juist worden beperkt.
Om een goed alternatief te zijn voor de weg havo naar hbo wil de minister de duur van het mbo terugbrengen naar drie jaar. Daarnaast wil ze dat mbo-ers op het hbo een jaar vrijstelling krijgen. Zo wordt de weg vmbo, mbo, hbo in totaal 10 jaar (nu 12 jaar). Via havo, hbo duurt hetzelfde traject negen jaar. Op zich is dit natuurlijk een mooi streven, de vraag is echter of het terugbrengen van het aantal leerjaren geen negatieve gevolgen heeft voor de kwaliteit van de opleiding.
De minister heeft hier wel degelijk aan gedacht. In het nieuwe plan komt ze daarom met een verzwaring van het eerste jaar. Nu moet een leerling 850 klokuren onderwijs krijgen per jaar. In de eerste klas moeten daarvan minimaal 340 klokuren echt uit les krijgen bestaan, de overige 510 uren mogen worden ingevuld met stage. In het nieuwe voorstel moet een eerstejaars minimaal 1000 klokuren onderwijs krijgen waarvan minimaal 750 klokuren echt les. Van de 1000 uur mag maximaal 250 uur stage zijn. Er mag wel meer stage in het eerste leerjaar zitten, maar die komt dan bovenop de 1000 uur. Voor het tweede en derde jaar verandert er niets.
Op papier lijkt dit heel leuk. In een vierjarige opleiding moeten nu minimaal 1360 klokuren les zitten, in de nieuwe structuur moeten dat in drie jaar minimaal 1430 klokuren zijn. Zo bezien krijgt de leerling meer les in drie jaar dan in de huidige vier. Deze conclusie is echter onjuist, omdat de meeste mbo-opleidingen veel meer dan de minimale 340 klokuren lesgeven in het eerste en tweede leerjaar. In de opleiding waar ik zelf lesgeef zitten in het eerste en tweede leerjaar maar 360 uur stage, de overige 490 uur zijn echt les. In de huidige opzet krijgen de leerlingen over vier jaar gerekend daarom 1660 klokuren echt les. De driejarige opleiding levert dus uiteindelijk minder lesuren op dan de huidige opleiding.
Inmiddels heeft ook de mbo-raad gereageerd en die ziet helemaal niets in het voorstel. Dat wil zeggen dat ze wel voorstander is van het verkorten van de opleiding van vier naar drie jaar, maar ze wil in het eerste jaar minimaal 400 klokuren stage kunnen doen, dat zou dan moeten kunnen oplopen tot 600 klokuren stage voor sommige opleidingen. De mbo-raad is namelijk van mening dat de huidige budgetten meer onderwijs niet toelaten. Zoals mijn rekensom boven echter al liet zien is dit een drogreden. In het plan van de minister komt immers niet meer onderwijs dan nu.
Daarnaast kun je je afvragen of er wel een gebrek is aan budgetten. In het verleden, voor de invoering van de WEB in 1996, ging 80 procent van het budget van een school op aan echt onderwijs geven, inmiddels gaat bij de meeste scholen nog maar 50 procent van het budget naar het onderwijsproces. De overige 50 procent wordt gebruikt voor overhead. Hieronder vallen onder andere de toegenomen salarissen van de managers, het toegenomen aantal managers en vooral heel veel pr-activiteiten.
In het verleden ging je naar de dichtstbijzijnde mbo, maar nu moeten mbo's met elkaar concurreren om het aantal leerlingen en dat doen ze ook ijverig. Gevolg is wel dat er inmiddels enorme bedragen rondgaan in de marketing van een school, waar in het verleden alleen maar wat geld werd besteed om de leerlingen op toeleverende scholen te informeren over het bestaan van de betreffende mbo.
Op papier lijken de plannen van de minister dus wel mooi. Het lijkt erop dat mbo-ers meer les krijgen, maar in de praktijk is dat niet zo en als de mbo-raad succesvol is in zijn lobbywerk is dat nog veel minder het geval. Het wordt tijd dat het onderwijs zich weer richt op waar het voor bedoeld is, namelijk lesgeven. Niet meer geld is het probleem, maar het terugdringen van de overheadkosten zodat het geld weer naar het onderwijs kan gaan. Pas als de minister met zo'n plan komt zal er echt iets verbeteren aan de kwaliteit van het onderwijs op mbo-niveau.