Wil van der Klift
De FNV kondigde enkele weken geleden, onder druk van de basis die tot uitdrukking kwam in de Federatieraad van FNV, een pas op de plaats aan met betrekking tot de pensioenonderhandelingen. Dat zou bedenktijd opleveren die gebruikt zou worden om met de leden, kaderleden en bestuurders te praten over de stand van zaken rond de pensioenen. Eigenlijk valt er weinig te praten. Het pensioenakkoord moet van tafel en de architecten ervan moeten aan de kaak worden gesteld.
Afgesproken werd echter dat aanvullende ideeën welkom zijn, mits deze aansluiten op het akkoord dat juni vorig jaar is gesloten met de werkgevers en met de uitgangspunten waarover eerder in de Federatieraad overeenstemming is bereikt. Maar water en vuur vormen samen een vreemd soort blubber. Het akkoord was onnodig en onjuist en werd op valse gronden door de strot van de leden geduwd. Het is altijd moeilijk om terug te keren op een verkeerde weg. Maar er zit niets anders op.
De FNV hervat ondanks de denkpauze wel de gesprekken met de werkgevers en minister Kamp over de uitwerking van het AOW- en pensioenakkoord. Dit is de uitkomst van het overleg van de voorzitters van de 19 aangesloten bonden en het bestuur van de vakcentrale FNV op 19 april jl. Waar moeten die gesprekken dan over gaan?
De hoogte van de AOW is agendapunt nummer één in het dossier. De regering moet over de brug komen. Zij moet zorgen voor een goede AOW-uitkering, die jaarlijks omhooggaat met de verdiende lonen. Om een sterk pensioenstelsel te houden, ook bij tegenwind. Daarover hoeft toch niet langer te worden onderhandeld? Aan die eis moet Kamp gewoon voldoen.
Daarnaast staat de verdeling van de risico's tussen werknemers en werkgevers hoog op de agenda. Er zijn inmiddels al ruim 40.000 ondertekende petities opgehaald bij leden voor een goed en zo zeker mogelijk pensioen, net als nu het geval is. In de pensioenonderhandelingen proberen de werkgevers voor elkaar te krijgen dat zij niet meer hoeven mee te betalen als het tegenzit in een pensioenfonds. De werkgevers moeten echter financieel medeverantwoordelijk blijven, ook als het economisch even iets tegenzit op de beurzen of met de economie. Daarvan mogen de pensioenen niet de dupe worden. Gezien de enorme winstcijfers is er ook helemaal geen reden voor valse bescheidenheid aan werkgeverszijde. De huidige bijstortverplichtingen van de werkgevers moeten daarom blijven bestaan. Aan deze eisen mag niet worden getornd. Dit standpunt hoeft de werkgevers alleen maar te worden meegedeeld. Nadere gesprekken zijn ook op dit punt niet nodig. Volgens FNV Bondgenoten kennelijk wel.
Ruim 130 leden van FNV Bondgenoten voerden op 21 april jl. actie voor het SER-gebouw in Den Haag. Op een groot spandoek waren werkgeversvoorzitter Wientjes en minister Kamp te zien achteroverleunend achterop een tandem, terwijl de werknemers zich aan het stuur in het zweet werken om de tandem in beweging te krijgen. Werkgeversvoorzitter Bernard Wientjes mocht tijdens de vrolijke happening - voor wat het waard is - publiekelijk vertellen dat de werkgevers willen blijven meebetalen. Toen hij van de kaderleden van FNV Bondgenoten een paar fietstrappers ontving met de uitnodiging om mee te blijven trappen, reageerde hij met: "Wij gaan meetrappen, we zijn samenverantwoordelijk voor onze pensioenen in goede en slechte tijden." De polder schijnt weer enige tijd gered te zijn.
FNV Bondgenoten voorzitter Henk van de Kolk sloeg de spijker op de kop toen hij zei: "Pensioen is uitgesteld loon. Dat is van ons. Werkgevers en werknemers zijn samen verantwoordelijk voor het op peil houden van dat loon." Maar hij ging onmiddellijk in de fout door als volleerd polderaar te stellen dat lasten en lusten eerlijk moeten worden verdeeld, ook in tijden van economische tegenspoed. Waar heeft hij het eigenlijk over? Welke economische tegenspoed bedoelt hij? Zes miljard winst in één kwartaal voor Shell? Topbestuurders die gemiddeld 3,1 miljoen euro per jaar opstrijken? Maar nog principiëler: hoezo lasten en lusten eerlijk delen? Nu verdwijnen alle lusten: winsten, bonussen en inkomsten uit malafide praktijken in de zakken van de ondernemers en de lasten worden afgeschoven op de schouders van gepensioneerden, uitkeringsgerechtigden en werkenden.
De FNV zou zich op dit punt veel strijdbaarder moeten gaan opstellen. Het zijn de werkenden die de winsten mogelijk maken. De belangrijkste ondernemer is de werknemer! Stop de uitbuiting en het geklets over eerlijk delen. We moeten de huidige roofbouw stoppen. Om dat voor elkaar te krijgen zullen gezellige geheimzinnige bijeenkomsten voor het SER-gebouw niet voldoende blijken te zijn. Of was de bijeenkomst inderdaad een eerste voorzichtige stap in de goede richting, zoals sommigen beweerden?