Gedicht: In de omlijsting van lieve vrede
Henricus Azewijn
In de omlijsting van lieve vrede
Een gespleten tong gebakken
in de hel van bittere strijd
ontdaan van ieder soort gemakken:
het werd de allerhoogste tijd...
Niet in de minste romantiek verloren
de feiten gloeiend heet gesmeed
moet men voelen, wil men niet horen
wat men nooit meer vergeet.
In de omlijsting van lieve vrede
in het kader waarin het niet gaat
met een chronisch beroep op de rede
is het ontkiemd, het satanszaad.
Iedere demon pikt zijn graan van harte
in de kuil waarin werd vermoord
om het verstand steeds weer te tarten
in de wisseling waarin fel wordt verwoord.
In die keuken wordt gebrouwen
wat kan dienen als een galgenmaal
om als een gans vol te stouwen
oh bourgeois, die spreekt die taal!
Een gespleten tong zal weerleggen
moet de kloof worden overbrugd?
Een líjk, in de kapitaalstroom op te dreggen
in de show rond de laatste zucht.