Nu, na de laatste raadsverkiezingen in het voorjaar van 2010, heeft onze partij nog slechts in twee gemeenten gemeenteraadszetels. In Heiloo en in Lemsterland, in welke gemeente ik één van de twee NCPN-raadszetels bezet.
In de gemeente Reiderland, ooit een communistisch bolwerk, is het door een fusie van gemeenten - schaalvergroting - en door het meedoen van een concurrerende afsplitsing van de communistische partij niet gelukt onze zetels te behouden.
Dát posities nog behouden konden worden heeft voor een groot deel te maken met het optreden van communisten als belangenbehartigers en aanspreekpunten in betrekkelijk kleine gemeenschappen waar herkenbaarheid, maar zeker het aanvoelen van de noden van de mensen een grote rol spelen.
Tussen de mensen, naast de mensen staan, maar ook waar maar mogelijk rechtstreeks naar de bevolking of anders via de gemeenteraadspolitiek reageren op gebeurtenissen - plaatselijk en ook landelijk - vanuit de communistische visie.
Niet bóven de mensen, maar naast en tussen de mensen! En niet zoals de sociaaldemocratie, na de zoveelste teleurstellende verkiezingsuitslag als oplossing 'wij moeten de buurten in', maar in de buurt zijn(!); daar waar je plaats is! Laten zien dat politiek in gemeenten niet geïsoleerd staat van wat er in de wereld plaatsvindt.
Uiteraard kan men dit alles ook niet los zien van de historie. Reiderland, lange tijd een bolwerk, en Lemsterland kennen in de geschiedenis van de Communistische Partij een belangrijke traditie. In Oost-Groningen de strijd tegen de zgn. hereboeren, later de grote stukken arbeidersstrijd in de aardappelmeel- en strokartonindustrie. In Lemmer, de hoofdplaats van de gemeente, de visserij en aanverwante industrie.
Doorslaggevend is hier de partijorganisatie. Het in stand houden daarvan in de woelige perioden waarin de CPN (Communistische Partij van Nederland) aan verrotting en beginselloosheid ten onderging. In die tijden bleef centraal staan het opkomen voor de belangen van het gewone volk. Wat ook door de bekende communist in Heiloo is opgepakt en tot een positie in de gemeenteraad heeft geleid.
Maar bij dit alles moet ook de vraag worden gesteld hoe het kon gebeuren dat posities elders in het land, op het platteland, maar zeker ook in de wijken van de grote steden, verloren zijn gegaan, zodat nu kameraden die daar nog actief zijn, onder zeer moeilijke omstandigheden moeten werken.
Kaalslag in de Nederlandse industrie, het verdwijnen van hele bedrijfstakken; hierdoor, maar ook door de gigantische verandering van de samenstelling van de bevolking - door immigratie van buiten ons land en door binnenlandse migratie - is er veel te verklaren.
Maar toch moet men zich afvragen: wat is er allemaal óók gebeurd? Want ook belangrijke posities van communistische gezichten en aanspreekpunten zijn verloren gegaan. Juist die posities die tot verkiezing in gemeenteraden en deelraden hadden kunnen leiden.
Destijds had de Communistische Partij van Nederland (CPN) een belangrijke invloed in het stadsproletariaat en zodoende ook invloed in de vakbeweging en in de wijken. Waardoor naast het ontwikkelen van loonstrijd ook acties voor werk en betere werklozenuitkeringen, voor welzijnsvoorzieningen, tegen verhoging van de huishuren van de grond kwamen.
Vooral in de regio Amsterdam-Zaanstreek - hét gebied van de beroemde Februaristaking van 1941 tegen de nazi-bezetters. Niet alleen in Reiderland, Lemsterland, Heiloo en andere plaatsen waren communisten herkenbaar, maar destijds ook en vooral in de stedelijke gebieden.
Wat hieruit te leren valt is dat het hebben van communistische volksvertegenwoordigers in gemeenteraden en wijkraden geen enkele garantie biedt voor het versterken van de communistische partij en ook niet tegen afkalving of zelfs verdwijnen van de communistische partij. Dat heeft de recente geschiedenis bewezen. Het is andersom! Slechts een volhardende communistische politiek, een georganiseerde communistische partij kan leiden tot behoud en vermeerdering van het aantal communistische volksvertegenwoordigers in gemeenteraden. Alles staat of valt met partijorganisatie. Zonder partijorganisatie is men een eenling die onder de bevolking veel sympathie kan ondervinden, maar toch onherroepelijk in het moeras zal verdwijnen.
Er spoelt een vloedgolf van asociale afbraak over Europa, dus ook over Nederland. Het toverwoord om deze afbraak zo soepel mogelijk, zonder al te veel protesten, te laten verlopen is 'decentralisatie'. Vrijwel alles op dit gebied wordt naar gemeenten gedirigeerd. Decentralisatie van rijkstaken. En omdat de gemeenten dan niet over voldoende financiële middelen en deskundigheid beschikken, moet er op dit niveau weer gecentraliseerd worden: het fuseren naar grotere gemeenten, met naar verhouding veel minder volksvertegenwoordigers (minder of helemaal geen communistische vertegenwoordigers meer). Dat gevaar bestaat ook voor onze gemeente, die men per 1 januari 2013 ook in een groter geheel wil laten opgaan. Voorbeeld: Lemsterland 15 volksvertegenwoordigers op 13.500 inwoners; straks 27 op 55.000 inwoners. Met een oppervlakte die vier keer zo groot is. Met 55(!) dorpen.
De strijd voor behoud van de sociale verworvenheden en de arbeiders tegen het kapitaal beschermende wetten vindt zijn verbondenheid in uiterste waakzaamheid ten opzichte van de burgerlijke democratie. Want het zijn de kampioenen van de burgerlijke democratie van het woord die metterdaad, in het belang van het ondernemersdom en de 'vrije markt' elke invloed van het volk (democratie) het liefst afschaffen.
Kaalslag op het gebied van voorzieningen, zoals dorpshuizen, sportvoorzieningen, bibliotheken, scholen enzovoort, laat men aan de gemeenten over en laat daar de bestuurders zelf met afbraakplannen komen.
Uitgaande van een vals positivisme, waarbij alle opkomende gevaren als bevolkingskrimp, crisis en andere negatieve tendensen - zoals de reuzenbezuinigingen - allemaal positief beoordeeld moeten worden. Bedreigingen zijn geen bedreigingen, maar 'kansen'...
Gemeenteraden, zeker die van de grote gefuseerde gemeenten, waar de vertegenwoordigers van rechts, van de sociaaldemocratie en de regionale zogenaamde onafhankelijke groeperingen de sleutelposities bezetten, fungeren dan als de zgn. democratische legitimatie voor de asociale afbraak en het gereedmaken van het platteland als een eldorado voor de luxegenieters met veel geld.
Zwakte wordt niet meer gezien als iets om tegen te vechten, maar juist als een kracht, als een positieve spanning waaronder de creativiteit opbloeit. (Vindingrijkheid om het gewone volk nog verder de duimschroeven aan te draaien). De leiders in Europa, in Nederland noemen dit: van onderop...
Communisten moeten zich daarop instellen. Want gemeenteraden worden de vooruitgeschoven posten van de Europese en regeringspolitiek. Oprispingen als vergroting van de provincies of zelfs het afschaffen van de provincies, in relatie tot het onderbrengen van alle kleinere gemeenten in grote bestuurlijke eenheden passen daarin.
Zelfs grensoverschrijdende ideeën over regio's bespoedigen het einde van Nederland als natiestaat. De aanstormende tsunami van neoliberalisme is het grote gevaar voor het verloren gaan van Nederland als nationale staat. Niet religies of mensen met andere, wat vreemde gewoontes...!
Met dat alles moeten communisten rekening houden als we het hebben over communistische raadsleden en de uitwerking van de neoliberale politiek in de gemeenten. De nationale staat nog slechts als repressief apparaat, waarbij ook de nationale zeggenschap over politie en leger, buitenlands beleid, militaire interventiepolitiek al te betwijfelen is.
Als dit het voorland is dan zijn er in die paar overgebleven grote gemeenten als bestuur nog slechts een paar vertegenwoordigers van ondernemersorganisaties nodig...
Op een centrale partijbijeenkomst, na een gemeenteraadsverkiezing, ik meen in 2002 toen onze partij goede uitslagen had, ook in die gemeenten waar we te weinig stemmen voor een zetel hadden, heb ik ervoor gewaarschuwd dat daar waar de communisten blijk geven vertrouwen onder de bevolking te hebben, de zgn. 'rode bolwerken', de klassentegenstander deze als vonkjes zal zien in een wereld van verslagen gewaand communisme.
Vonkjes waaruit weer een vlam kan ontstaan. Goede verkiezingen in gemeenten duiden op het bestaan van een communistische organisatie. Het kapitaal met zijn anticommunistische mantelorganisaties heeft zijn werk gedaan in Reiderland: het zaaien van verwarring en onzekerheid, het gebruikmaken van de zwakke plekken, het aanwakkeren van onenigheid, het faciliteren van concurrerende, opportunistische partijen, dat alles is uit de kast gehaald.
Ja, zelfs de hele partij heeft op het randje gelegen toen opportunistische scheurmakers en liquidators, met name uit de hoofdstad, de partij bijna de nek hadden omgedraaid.
Ook in Lemsterland, mijn gemeente, zijn er in de jaren negentig pogingen ondernomen de partijorganisatie van buitenaf te ondermijnen d.m.v. manipulaties, waarbij louche figuren, een woningbouworganisatie, een architectenbureau, wethouders en gemeenteambtenaren betrokken waren. Dat speelde zich af in de wijk waar wij, voor het eerst onder de naam NCPN bij verkiezingen verreweg de grootste werden; bijna de helft van de stemmen.
Onze wijk werd opeens een achterstandswijk genoemd. Geld noch moeite werden gespaard om de communistische invloed terug te dringen.
De les hieruit: al ben je als communistische partij nog zo klein, voor de klassenvijand ben je niet onbeduidend. Want uit die vonk kan weer een vlam ontstaan. En die vlam kan weer een brand veroorzaken. Steeds zal hij proberen die vonk te vernietigen, ook al zal hij daarvoor de vuilste methoden moeten gebruiken. In aanzien zijn, respectvol benaderd worden door de gegoede burgerij, is geen enkele garantie.
De communisten, zeker de communistische gemeenteraadsleden, moeten nu en straks voor elke sociale millimeter vechten, want de verdere sloop van het sociale gebouw binnen een daaraan vijandig systeem - het kapitalisme - zal zich voortzetten.
Vechten voor elke millimeter. Niet met de instelling van 'de laatste der Mohikanen', zoals journalisten en documentairemakers ons zo graag willen laten zien. Maar wel als de eersten, de voorbereiders van een nieuwe communistische golf. Uit een vonk is eens een vlam ontstaan en daaruit een grote brand. Het is de klassenvijand - de vijand van alle gewone mensen - die, met hulp ook van zgn. 'verlichte communisten' van weleer wil voorkomen dat die brand ontstaat.
Wij communisten moeten volhardend, onvermoeibaar doorgaan, ondanks de moeilijkheden die wij op onze weg vinden!