Oliver Wagner/ZLV
In Remich aan de Luxemburgse rivier de Mosel vond in het weekend van 9 en 10 april de zesde, sinds 2006, gemeenschappelijke conferentie plaats van de communistische partijen van België (PVDA), Duitsland (DKP), Luxemburg (KPL) en Nederland (NCPN) (*).
Naast deze sinds 2006 jaarlijks gehouden conferenties informeren de vier partijen elkaar sinsdien intensiever over de politieke actualiteit in hun landen, maar ook over bovennationale ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld in de staal- en auto-industrie; publiceren gemeenschappelijke verklaringen en houden gezamenlijke acties zoals bijvoorbeeld tegen het 'Flexicurity'-concept en de Lissabon-strategie van de EU. Kort voor de conferentie in het Studiecentrum van de Luxemburgse 'Salariatskammmer' verscheen de gezamenlijke, drietalige brochure: 'Vier communistische partijen tegen liberalisering, privatisering en sociale afbraak van de postbezorging'.
Het "voorbeeld van gelijkgerechtigde en concrete samenwerking op regionaal niveau" wordt sindsdien door communistische partijen uit andere delen van Europa en zelfs daarbuiten met interesse gevolgd, zoals KPL-voorzitter Ali Rückert in zijn openingswoord aangaf.
De actuele ontwikkeling van de kapitalistische crisis en de gevolgen daarvan voor de EU stonden de eerste dag op de agenda. De financiële journalist Lucas Zeise (DKP) en de econoom Henri Houben (PVDA) gaven beiden aan dat de globale crisis van overproductie, die tegelijkertijd een wereldwijde structurele systeemcrisis is, nog niet voorbij is.
Nadat door een keynesiaanse politiek - zelfs aan het einde van zijn ambtstermijn door VS-president Bush uitgevoerd - de neerwaartse spiraal van de economie gestopt is, kan men in het beste geval spreken van een adempauze, zo stelde Zeise. Enkel de financiële sector gaat het weer voor de wind, deze is bijna weer net zo groot als vóór de crisis en "de vermogenseisen van het financierskapitaal" drukken onveranderd zwaar op de productieve sectoren in de nationale economie. Een tweede instorting van de financiële sector zal niet lang op zich laten wachten, zo schat Zeise in. Daarom heeft de DKP de eis 'Banken onteigenen!' prominent op de politieke agenda gezet.
Anders dan bij Zeise, die van mening is dat "tenminste een halvering" van de opgeblazen financiële sector is geboden, vindt Houben het een beslissende vraag "voor wie de banken zijn". Ook al heeft kredietverstrekking zeker een maatschappelijk belang, de arbeidersklasse kan prima afstand doen van Hedge- en Private-Equity-fondsen.
Beide sprekers zien door de crisis het oorlogsgevaar toenemen, waarbij Zeise het jongste wapengekletter tegen Noord-Korea een "voorbereidende stap in de oorlog met China" noemde en Houben verklaarde, dat als de landen van de opkomende markten in dit hoge tempo verder groeien, de VS "alle middelen zal inzetten om hen af te remmen, ook militair".
De eenheidsmunt euro was vooral in het belang van het Duitse en Franse imperialisme, waarbij Duitsland versterkt wordt "als het hem lukt de onder Franse invloed staande landen in het Middellandse Zeegebied uit de Eurozone te gooien", aldus Houben, die met de opmerking afsloot: "Nu hebben communisten niet alleen sociale, maar ook economische argumenten tegen het kapitalisme".
Na de bijdragen van beide sprekers, spraken Herwig Lerouge (PVDA), Wil van der Klift (NCPN), Gilbert Simonelli (KPL) en Heinz Stehr (DKP) over de gevolgen van de crisis in de betreffende landen en van het verzet tegen de poging de kosten van de crisis op de arbeidersklasse, de jeugd, de gepensioneerden en de werklozen te verhalen.
Op de tweede conferentiedag wisselden de vier partijen ervaringen uit over de gemeentepolitiek. Gerd Schulmeyer vertelde hoe de DKP/Linke Liste door onder andere een verbod te eisen op nachtvluchten op de luchthaven Frankfurt, acties te voeren tegen het optreden van de Bundeswehr (leger) in het lesprogramma op scholen en opklaring te geven over het fascistische verleden van lokale concerns, bij de gemeenteverkiezingen in Mörfelden-Walldorf afgelopen maart 8,7 procent van de stemmen kreeg en daarmee vier zetels in de gemeenteraad.
Jan Hasaers en Lisette Vanhees (PVDA) spraken over het thema: "Partijopbouw gedurende de verkiezingscampagnes". De Partij Van De Arbeid, de enige Belgische partij die zowel in het Vlaamse als het Waalse landsdeel actief is, heeft nu 15 gemeenteraadsleden, allemaal in middelgrote steden en districten in Vlaanderen en Wallonië. In verkiezingstijd moet de partij, volgens Vanhees, "als een accordeon uit elkaar getrokken worden". Zo is de toenmalige kaderpartij na 25 jaar omgebouwd in een partij met drie niveaus van lidmaatschap, waarbij niet-stemgerechtigde "adviserende leden" alleen in verkiezingscampagnes in actie komen. Het beste resultaat tot nu toe - 21,7 procent van de stemmen en zes mandaten - heeft de PVDA behaald in de gemeente Zelzate in Oost-Vlaanderen, met 12.000 inwoners.
Rinze Visser, NCPN-gemeenteraadslid in Lemsterland, vertelde hoe in de jaren '90 door middel van manipulaties geprobeerd is deze rode vesting te slopen. Toen de in 1992 opgerichte Nieuwe Communistische Partij van Nederland in 1994 voor de eerste keer meedeed in de gemeente van 13.000 inwoners in de provincie Friesland behaalde zij bijna de helft van de stemmen. In 2010 behaalde zij 15,8 procent en twee zetels. In de gemeente Heiloo met 22.000 inwoners in de provincie Noord-Holland behaalde de NCPN vorig jaar 7,1 procent, genoeg voor een zetel.
Gilbert Simonelli vertelde hoe de KPL de gemeenteraadsverkiezingen voorbereidt en Ali Rückert maakte enkele principiële opmerkingen over het raamwerkprogramma voor de stembusgang op 9 oktober, waarbij de KPL goede kansen heeft in het zuiden van Luxemburg gemeenteraadszetels terug te winnen.
Frans Hertel, sinds decennia lid van de stadsraad in Püttlingen in Saarland voor de DKP, berichtte hoe het "Oskar-Effect" (de populariteit van Oskar Lafontaine, afkomstig uit Saarland red.) de partij Die Linke in juni 2009 10,6 procent en vier zetels schonk, terwijl de DKP in deze stad aan de Franse grens met 20.000 inwoners terugviel naar 7,1 procent en drie van de zes zetels moest inleveren. Hoewel zij bij de gemeenteraadsverkiezingen in Rijnland-Palts pas op de vierde plaats van de lijst van de partij Die Linke stond, haalde Karin Gottlieb (DKP) in Idar-Oberstein, een stad met 30.000 inwoners, de meeste voorkeurstemmen zodat zij haar zetel in de stadsraad kon behouden. Het speet Gottlieb "dat goede verkiezingsresultaten niet automatisch tot meer leden leidt."
Vertaling: Maarten Muis.
(*) zie voor inleidingen Rinze Visser en Wil van der Klift de website www.ncpn.nl. Daarop is ook de analyse over de stand van zaken van de crisis te vinden van Lucas Zeise.