KLASSIEK EN ACTUEEL

"(...) Dat is echter nog het minste. De toepassing van mechanische kracht en machinerie in nieuwe bedrijfstakken, waar ze al stevig geworteld is, verdringen steeds meer 'handen' van hun arbeidsplaats; en dat geschiedt in een veel sneller tempo dan de overbodig geworden 'handen' door de fabrieken van het land kunnen worden opgenomen en te werk gesteld kunnen worden. Deze overbodige 'handen' stellen het kapitaal een echt industrieel reserveleger ter beschikking. Als het slecht gaat met de zaken kunnen ze wel honger lijden, bedelen, stelen of naar het armenhuis gaan. Als het goed gaat met de zaken zijn ze bij de hand voor het uitbreiden van de produktie. En zolang niet ook de allerlaatste man, de laatste vrouw en het laatste kind werk moeten hebben gevonden - wat slechts in tijden van stormachtige overproduktie het geval is -, zolang zal de concurrentie van dit reserveleger de lonen laag houden en louter door zijn bestaan de macht van het kapitaal in de strijd tegen de arbeiders versterken. De arbeiders zijn in de wedloop met het kapitaal niet alleen in het nadeel, maar moeten ook nog een aan hun been gesmede kanonskogel met zich meeslepen. Maar volgens de kapitalistische politieke economie is dit rechtvaardigheid. (...)"

Uit:Loon, Vakbond, Arbeiderspartij, Friedrich Engels, 1881.