Amerikaanse volksgeschiedenis

zinn.jpg
Howard Zinn.

Ron Verhoef

Wat heeft de geschiedenis ons eigenlijk te leren? Meestal gaat de geschiedenis immers over grote mannen en de feiten waarom zij bekend werden. Hoe die gebeurtenissen een rol speelden in het leven van het gewone volk, wordt zelden behandeld. Er bestaat wel zoiets als sociale geschiedenis, maar daarin wordt vooral gekeken naar de leefomstandigheden van de gewone mensen. Er wordt zelden onderzoek gedaan naar hoe de mensen politiek actief en bewust waren.

Het boek van Howard Zinn, A People's history of the United States (In het Nederlands vertaald als: De geschiedenis van het Amerikaanse volk), is anders en daarom verfrissend. De geschiedenis van Amerika die Zinn in het boek beschrijft is wel degelijk een politieke geschiedenis. Zinn laat in zijn boek juist zien hoe gewone Amerikanen geprobeerd hebben de politiek te beïnvloeden, maar ook hoe de gevestigde orde ze eronder hield. Zo toont Zinn opnieuw aan dat het verschil tussen de Democraten en de Republikeinen verwaarloosbaar is. Beide partijen doen hun best om het kapitalisme in stand te houden, daarbij gaan ze vaak coalities met elkaar aan. Dat is ook min of meer het centrale thema van het boek.

Wilde Lincoln de slaven inderdaad bevrijden? Nee, tijdens zijn verkiezingstournee hield hij een toespraak in zijn eigen staat Illinois, waarin hij de aanwezigen bezwoer dat het afschaffen van de slavernij geen hoge prioriteit had. Pas toen de Zuidelijke Staten zich afsplitsten omdat Lincoln werd gekozen, kwam de afschaffing van de slavernij hoog op de agenda te staan, maar nog niet eens als belangrijkste punt. De overwinning van het kapitalisme was belangrijker.

Zo werkte Zinn nog wat meer misverstanden weg, bijvoorbeeld over de oom en neef Roosevelt. Theodor Roosevelt (de oom) voerde wel een aantal sociale verbetering door, waardoor een magere welvaartsstaat ontstond, maar dat had weinig te maken met zijn visie. Amerika was aan het begin van de twintigste eeuw in de ban van het socialisme. Stakingen, demonstraties en werkonderbrekingen waren talrijk. Het kapitalisme kwam zwaar onder druk te staan en dus ging Roosevelt akkoord met sociale hervormingen, maar die gingen wel gepaard met extraatjes voor het bedrijfsleven.

Ook Franklin Roosevelt zette zijn sociale programma vooral op om de wankelende grote bedrijven te redden van de ondergang. Het helpen van de vele werklozen bleek bijzaak en Zinn toonde ook goed aan dat hier in de New Deal niet echt werk van werd gemaakt.

Dat Amerika al eerder in oorlogen betrokken raakte door halve waarheden en hele leugens te vertellen, zoals tijdens de Irak-oorlog, wordt in het boek ook genadeloos blootgelegd. Amerika wilde meedoen aan de Tweede Wereldoorlog, maar was officieel neutraal en kon dus niet aanvallen. Het stak de Amerikanen echter dat de Japanners Zuidoost-Azië bezetten. Dit gebied was een belangrijke afzetmarkt. Dat Amerika betrokken raakte bij de oorlog doordat Japan de Amerikaanse vloot bij Pearl Harbor aanviel is algemeen bekend, minder bekend is dat de Amerikanen deze confrontatie willens en wetens uitlokten door de olietoevoer naar Japan te blokkeren. Aangezien Japan zelf geen olie had, was deze toevoer van levensbelang. De Amerikaanse regering hoopte dat Japan hard zou reageren en ze werd niet teleurgesteld. Deze aanloop wordt echter vaak verzwegen.

Dat verzwijgen gebeurt niet alleen in geschiedenisboeken maar ook in de kranten uit die tijd. Op die manier moesten de geesten rijp worden gemaakt voor de oorlog. Als dat zo zou zijn kon bovendien wetgeving worden ingevoerd waarin stakingen en demonstraties verboden werden als staatsvijandelijk. Wie staakte of tegen de oorlog stemde ondermijnde immers het gezag van Amerika. Dat dit werkt weten we uit veel andere situaties, zoals uit de oorlog tegen Vietnam. Het Tonkin-incident uit 1964. Volgens de Amerikaanse pers was de torpedojager USS Maddox door de Noord-Vietnamese marine getorpedeerd in internationale wateren. In werkelijkheid bevond de Maddox zich in Vietnamese wateren en was het schip niet getorpedeerd. De versie die de kranten haalde zorgde er echter voor dat veel Amerikanen de complete oorlog die Amerika na dit incident begon steunden.

Door deze voorbeelden kan het net lijken of de Amerikanen zichzelf graag willen laten bedriegen en dat ze klakkeloos de regering volgen. Uit het boek blijkt echter dat dit niet het geval is. Dat is natuurlijk het duidelijkst in de beweging van de Afro-Amerikanen die hun strijd voor gelijkheid voortzetten tegen alle overheidsintimidatie en leugens in. Dat deden de arbeiders ook. Hoewel tijdens stakingen in het begin van de twintigste eeuw met scherp op stakers werd geschoten, gingen de arbeiders door. Ze riskeerden hun eigen leven, maar haalden zo wel de 40-urige werkweek binnen en een minimumloon, al was dat dan aan de lage kant.

Zinn liet nog veel meer voorbeelden zien van openlijk verzet van de Amerikaanse bevolking tegen het beleid van de eigen regering. Daarmee bewees Zinn de Amerikaanse bevolking een grote dienst. Nog heel vaak hoor je mensen zeggen dat ze een hekel hebben aan Amerikanen. Zinn liet echter zien dat de arbeiders en gewone mensen in de VS dezelfde problemen hebben als mensen in Europa. Het is de politiek van de VS die afkeurenswaardig is, maar niet de gemiddelde Amerikaan. Arbeiders zijn arbeiders over de hele wereld en zij hebben meer met elkaar gemeen dan ze met de heersende klasse in hun land gemeen hebben. Alleen die conclusie al maakt het boek van de vorig jaar overleden Zinn de moeite waard.

Wel veronderstelde Zinn de aanwezigheid van een redelijke kennis van de Amerikaanse geschiedenis. Aangezien ik echter het Amerikaanse origineel heb gelezen en niet de Nederlandse vertaling, weet ik niet of de Nederlandse editie voorzien is van verklarende voetnoten. Als dat niet zo is, is het handig om er toch een gewone geschiedenis van de Verenigde Staten naast te houden. Zo worden veldslagen en besluiten wel genoemd, maar niet altijd uitgelegd. Zinn ging er bijvoorbeeld vanuit dat de lezer weet wat de New Deal van Roosevelt inhield.

Bovendien ging Zinn er vanuit dat de lezer bekend is met de geografie van de Amerikaanse staten zodat deze weten dat staten als North Carolina en Arkansas bij het Zuiden horen en staten als North Dakota en Nebraska tot the prairiestaten in het Noorden behoren waar zich de oorlogen afspeelden die samenhingen met de drang naar het Westen.

Een ander gevolg van aanwezig geachte kennis is dat Zinn niet alle stakingen en opstanden behandelde. Bekende opstanden liet hij verbazingwekkend genoeg onvermeld. Zo liet hij de overwinning van de Sioux-indianen op het leger van generaal George Custer bij Little Bighorn, Montana, in 1876 (vaak beter bekend als Custer's Last Stand) achterwege. Vanuit Amerikaans perspectief begrijpbaar. De Amerikanen hebben dit deel van de zogenaamde Sioux-oorlogen met de paplepel ingegoten gekregen, maar vanuit Nederlands perspectief is dit een gemis. Hierdoor ontstaat namelijk te makkelijk het idee dat de opstanden van de Indianen aan het einde van de 19de eeuw een zinloze aangelegenheid was en dat zou toch een verkeerd beeld scheppen. Met dit boek stond de auteur echter aan de basis van een hele nieuwe traditie in de geschiedschrijving. Hij was de eerste die een zogenaamde People's History schreef, inmiddels zijn er echter veel van zulke geschiedenisboeken gevolgd. Helaas bestaat er voor Nederland nog geen boek waarin de politieke geschiedenis van het volk wordt omschreven. Want op de mythe van ons poldermodel valt zeker wat af te dingen.