Gedicht: Een onvergetelijke vakantie



Henricus Azewijn

Een onvergetelijke vakantie

Op vakantie, héérlijk, met z'n állen
ver weg als je genoeg geld kunt laten rollen
weg van bazen en vergelijkbare kwallen
die dagelijks met mensen kunnen sollen.

Daar zít je dan... thuis... op een camping...
met je bier... voor een breedbandbeeldbuis...
en ziet hoe het anderen vergaat of verging
op het verkeerde kanaal per abuis.

Jezelf afvragend, je kunt het niet vergeten
hoe je kansen liggen als je je vakantie overleeft
of je toekomst nog enigszins zo kan héten
sinds het duidelijk is dat het kapitaal niets om je geeft.

Een grote bek... of vleiend gesproken...
je baas zou je (nog) niet kunnen missen.
Maar je beseft, hebt toen toch lont geroken
dat'ie gewoon tegen je aan stond te pissen.

Je bent, heel banaal, niet meer dan een píspaal
als steunpilaar van wat 'de economie' wordt genoemd
lijdt onder het systeem, zijn hartkwaal
als goed genoeg op het beeld wordt ingezoomd.

Je werd niet voor niets lid van de bond
voelt je nog sterk genoeg en zult wínnen
sinds de strijd niet wordt gestaakt op zeer goede grond
de strijd die al begon en nog zal beginnen.

Even op verhaal komen, dat is óók het leven
waarin je, als het nodig is, je verhaal, je recht haalt.
Op vakantie om de strijd niet op te hoeven geven
al ben je misschien in een file verdwaald.