Rinze Visser
Als wij vinden dat over het sociale vraagstuk - het ontstaan, het bestaan en het onder grote druk staan - nog meer gediscussieerd moet worden, dan mogen wij ervan uitgaan dat niet de feiten ter discussie staan, maar dat er besproken wordt hoe de sociale verworvenheden te verdedigen tegen de neoliberale kapitalistische vloedgolf en om tegelijkertijd een socialistisch perspectief als uiterste noodzakelijkheid voor ogen te houden.
Een werklozenuitkering is nodig om in een systeem, waar werkloosheid mensen elke dag kan treffen, te kunnen overleven. Een feit. Zo simpel is het. Een werklozenuitkering en alle andere loondervingsuitkeringen zijn geen giften voortkomend uit de goedgeefsheid van de kapitalisten en de hun goedgezinde burgerij, van wie bij monde van hun woordvoerders het maar eens afgelopen moet zijn met al dat uitdelen. Misbruik? Ook door arbeiders? In elk systeem, ook een sociaal systeem, zal dat voorkomen. Maar waar is dan de woordvoerder die, bij gebleken misbruik van het kapitalistisch systeem, oproept het kapitalisme maar af te schaffen..?
Huurtoeslagen, zorgtoeslagen? Als je die nodig hebt, dan heb je volgens de neoliberale filosofie gefaald, dan heb je niet genoeg je best gedaan om een villa te kunnen betrekken en je eigen ziektekosten te kunnen betalen. Moet de staat dan overal voor zorgen en onvoldoende inzet belonen..? Dat is de teneur die via de media door de neoliberalen en hun meelopers veld wint. Waar zouden we zijn als deze regelingen zouden worden afgeschaft? Miljoenen mensen, ook in ons land, zouden niet meer kunnen leven. En dan nog: het zijn echter wél de kleinbehuisden die ervoor zorgen dat er in dit dichtbevolkte land nog enige ruimte overblijft om adem te halen...
Over veel van de sociale rechten hebben wij het hier niet gehad. Maar een paar voorbeelden zijn slechts nodig om het beeld duidelijk te krijgen. Alles wat er is bereikt aan sociale vooruitgang, is het resultaat van strijd tegen de klasse van kapitalisten en haar helpers. Dat geldt zowel voor resultaten van socialistische revoluties als van van de klassenstrijd in kapitalistische landen. Dat de socialistische overwinning in het Russische rijk en het ontstaan van de Sovjet-Unie de allang gaande strijd van de arbeidersbeweging in de andere, met name Europese landen, vergemakkelijkt heeft staat buiten kijf. Immers de angst voor het overslaan van de revolutie deed de kapitalistenklasse en haar politieke organen de sociale eisen eerder inwilligen. Evenzo heeft het ontstaan van meer socialistische staten na de Tweede Wereldoorlog de verdere vooruitgang van sociale elementen binnen het kapitalisme zeker niet bemoeilijkt.
Gezien het voorgaande is het evident dat na de val van de Sovjet-Unie en andere socialistische staten - feitelijke nederlagen van communistische politiek - het omgekeerde het geval was.
Feiten zijn echter onweerlegbaar, maar zijn nooit statische gegevens in een wereld in ontwikkeling. Het wereldkapitalisme heeft zijn eigen ontwikkelingsdrang, met al zijn crises en oplevingen. Het kapitalisme heeft al verschillende stadia van ontwikkeling gekend. Aan die ontwikkeling heeft de kracht van de arbeidersbeweging - nationaal en internationaal - bijgedragen, iets dat vanuit verschillende klassenstandpunten gewaardeerd kan worden. Op een bepaalde trap van ontwikkeling, de noodzakelijke drang naar mondialisering, internationale arbeidsdeling, werd de nog bestaande kracht van de nationale en internationale arbeidersbeweging een rem. Een rem die voor een groot deel onbruikbaar is geworden.
De politieke tendens van afbouw van sociale verworvenheden - en we kunnen dat gemakkelijk door de recente sociale geschiedenis van ons eigen land terughalen - was er al vér voor de val van de socialistische staten in Europa. Wat al eerder in embryonale vorm aanwezig was is pas later in een stroomversnelling gekomen. Wij herinneren ons ook de politiek van Reagan en Thatcher in de Verenigde Staten van Amerika en Groot-Brittannië, waar met de oorlogsverklaring aan het socialisme tegelijkertijd de aanval op de sociale verworvenheden binnen het kapitalisme en op de vakbeweging plaatsvonden en in feite samenvielen.
De wereldontwikkeling, waarin die van het kapitalisme met al zijn ongelijkmatigheden nog essentieel is, is een dialectisch proces dat heel vaak door gebeurtenissen aan het oog onttrokken dreigt te worden. Mensen zijn geneigd, en dat is zeer logisch, in korte termijnen te denken, waardoor vanwege de zigzagbewegingen de grote dialectische lijnen onopgemerkt blijven. Veel vragen kunnen gesteld worden. Bijvoorbeeld of ook niet het bezit van koloniën en de daaruit voortvloeiende kapitalistische overwinsten heeft bijgedragen aan het ontwikkelen van sociale stelsels binnen kapitalistische landen. Wellicht heeft dat de strijd van de arbeidersbeweging voor het behalen van resultaten vergemakkelijkt.
Maar hetzelfde kan, om ons tot ons eigen land te beperken door het noemen van de gasbel van Slochteren, beweerd worden. En hoe is het gegaan met het bereiken van sociale rechten in landen waar geen overwinsten uit koloniën gemaakt konden worden? En, werden door neokolonialisme en nu door kapitalistische mondialisering de onderontwikkelde kapitalistische landen niet uitgebuit? En, is niet na de dekolonisatie alleen de verdeling van de buit anders geworden? Heeft bijvoorbeeld de verplaatsing van hele bedrijfstakken, met name ook de textielindustrie, naar zgn. lagelonenlanden - de mondialisering van de uitbuiting waar zeker ook de arbeidersklassen in de westerse landen qua prijsstelling geen nadeel van hebben - de aanval van de heersende klassen op de sociale rechten verhinderd of afgezwakt?
Als bij het vooruitgangsstreven van de onderontwikkelde kapitalistische landen het doel is het welvaartsniveau van de hoogontwikkelde kapitalistische landen te benaderen, dan moeten wij vaststellen dat dit niveau door sociale afbraak en onvoldoende tegenstand steeds lager zal komen te liggen. Dus dat de neoliberale vloedgolf ook het perspectief van de onderontwikkelde kapitalistische landen ernstig aantast; dat dan het door die volken te bereiken doel steeds naar beneden moet worden bijgesteld.
Het kapitalisme verdraagt sociale (socialistische) collectieve elementen in zich zolang zij het systeem niet wezenlijk aantasten, en verdraagt het zelfs als zijnde een deel van het systeem waarmee men propagandistisch, als het zo uitkomt, nog goede sier maakt ook. Behoud en vervolmaking van sociale rechten kunnen in het kapitalisme slechts dan mogelijk zijn als ze verbonden zijn met strijd voor socialisme, voor omverwerping van het kapitalisme. Een revolutionair en dialectisch proces.
Het gaat om verworvenheden dóór de arbeidersbeweging - vakbeweging, politieke partijen, ect. - en het zijn, omdat het overwinningen óp de kapitalistenklasse zijn, verworvenheden ván de arbeidersklasse. Dat delen van de arbeidersbevolking afzijdig bleven of zelfs met de tegenstander gemene zaak maakten, dat ook de strijd gesteund werd door mensen uit middengroepen en intellectuelen, doet aan dat feit niets af. Het gaat erom ten gunste van welke klasse en ten koste van welke klasse de resultaten bereikt zijn.
Het zijn barre tijden. Veel mensen zijn in verwarring. De toch toenemende afkeer van het huidige kapitalisme met zijn individualisme en protserige verrijking, wijst nog slechts in de richting van de menselijke exponent van het systeem, nog onvoldoende naar het systeem zelf. Wij zijn een kleine communistische partij. Een zeker niet NCPN-vriendelijk weekblad, dat nog niet zo lang geleden schrijver dezes 'onderkomen' 'een muf ruikend huisje' noemde, noemde kort geleden onze partij 'klein maar dapper'.
Laten we één ding niet vergeten: er wonen in dit land nog heel veel fijne mensen, waarvan er velen - door opvoeding en propaganda - niet veel van communisme cq socialisme moeten hebben. Mensen die niet alleen maar aan zichzelf denken. Die vluchtelingen bij nacht en ontij van de straat plukken en voor onderdak en eten zorgen. Mensen die al die duizenden verenigingen en clubs - zonder welke dit land cultureel en sportief een onherbergzaam land zou zijn - draaiende houden. Mensen die, dwars tegen de individualistische trend in, voor andere mensen zorgen.
Van de positieve instelling van al die mensen, die niet eerst aan geldelijk voordeel denken en wat voor andere mensen over hebben; al die mensen die zich niet door het neoliberalisme laten verpesten, ook daar zal de kracht voor de overwinning op het neoliberale kapitalisme, en wie weet, vóór het socialisme, uit moeten ontstaan.