Boekbespreking: István Mészáros
De groeiende beweging tegen de kapitalistische globalisering maakt een stevige greep op de dynamiek van het huidige tijdperk meer dan ooit belangrijk. De noodzaak van een juiste relatie tussen theorie en praktijk is duidelijk en urgent. Deze beweging wordt bediend met een explosieve groei van literatuur over specifieke aspecten van de destructieve activiteiten van het wereldwijde kapitalisme met betrekking tot milieuvervuiling, de rol van het IMF en de WTO in de slavernij van arme landen, en vele andere onderwerpen. Denk aan het briljante 'No Logo' van Naomi Klein, 'Private Planet' van David Cromwell, of de geschriften van radicale economen als Walden Bello.
In deze context is het kleine boek met genoemde titel van István Mészáros van cruciaal belang. Mészáros' magnum opus, 'Beyond Capital'(1995) was een poging tot actualisering van het Kapitaal van Marx om de problemen van de kapitalistische ontwikkeling aan het eind van de twintigste eeuw te kunnen duiden. 'Socialisme of barbarij' is in feite een samenvatting van enkele van de thema's van het grotere werk, met een focus op de dynamiek van de globalisering.
Het argument van Mészáros is dat het kapitalisme, dat veel langer standhield dan de meeste klassieke marxisten voor mogelijk hielden, nieuwe vormen van degeneratie ontwikkelde. Startend met de observatie van Marx dat er geen nieuwe vorm van samenleving ontstaat voordat de bestaande geen potentieel voor ontwikkeling meer heeft, stelt Mészáros dat het kapitalisme nu een fase heeft bereikt waarin zijn effecten overwegend destructief zijn voor de menselijke samenleving en voor de planeet zelf, en dat deze effecten alleen tenietgedaan kunnen worden door de overgang naar een nieuwe, socialistische vorm van de samenleving. Globalisering in de huidige conjunctuur onthult niet de dynamiek van een nieuwe samenleving, maar de langdurige doodsstrijd van de oude.
Er zijn twee dimensies waarlangs de destructieve aard van het moderne kapitalisme zich openbaart. De eerste is de veranderde aard van de crises - van de periodieke conjuncturele crises van de negentiende en vroege twintigste eeuw tot de structurele crisis op dit moment. Gedurende de eerste periode waren conjuncturele crises of economische recessies episodische zaken en ondanks de armoede en ontbering die zij toebrachten aan de massa's en de klassenstrijd die zij opriepen, ging het kapitalisme door met het bevorderen van de "alzijdige ontwikkeling van de productie" die de voorwaarden schiep voor een nieuwe wijze van productie en vorm van de maatschappij.
Vandaag de dag, stelt Mészáros, "zou het zelfmoord zijn de destructieve realiteit van het kapitaal te zien als de broodnodige nieuwe manier van het reproduceren van de duurzame condities van het menselijk bestaan" (p.15). Het kapitalisme heeft iedere progressieve rol voor de mensheid allang achter zich gelaten. Terwijl laagconjunctuur en recessies nooit ver weg zijn, kent het systeem nu een periode van blijvende structurele crisis waarin het zelf volledig destructief is geworden. Mészáros beperkt zich in dit boekje tot een paar voorbeelden: zoals de groeiende globale structurele werkloosheid; de manieren waarop de globalisering de arbeidsvoorwaarden van de arme landen naar de rijke brengt in plaats van de verspreiding van welvaart over de hele wereld; het verlaten van de pretentie de toenemende wereldwijde kloof tussen rijke en arme landen en sociale klassen te verkleinen; of de toenemende afhankelijkheid van de kapitalistische stabiliteit van massale overheidssteun en subsidies waarin het produceren van wapens een steeds prominentere rol speelt.
Twee van Mészáros' voorbeelden van structurele crises zijn bijzonder belangrijk. De toenemende productie van afval en vervuiling laat zien hoe het kapitaal niet alleen botst op de economische maar ook op de fysieke grenzen van het accumulatieproces, waardoor zelfs een vraagteken kan worden geplaatst bij het voortbestaan van de aarde zelf. De gevolgen, bijvoorbeeld, van het bereiken van China en India van dezelfde productieniveaus van afval en vervuiling als Noord-Amerika betekent dat 'modernisering' in toenemende mate samenvalt met een ecologische ramp.
Als we de drijvende kracht achter het huidige imperialistische beleid van de Verenigde Staten begrijpen als het veiligstellen van nieuwe olievoorraden, in bijvoorbeeld de Kaspische regio, kunnen we de ecologische rampen zien aankomen (zoals in Libië ook de toename van imperialistische oorlogen, nvdr). Marx, zoals Mészáros opmerkt, was zich volledig bewust van dergelijke fysieke gevolgen van de kapitaalsaccumulatie hoewel deze kwesties op het moment dat hij dat schreef slechts klein waren.
Twee kwesties die de moeite waard zijn om bij stil te staan zijn de effectieve manieren om privileges te ontnemen aan de arbeiders en de crisis van de sociaaldemocratie. In bijna alle ontwikkelde kapitalistische landen heeft het kapitaal het pad van socialisering verlaten: het produceren van een gezonde, goed opgeleide beroepsbevolking, dat heeft geleid tot een afbraak van de verzorgingsstaat; het toenemend opleggen van arbeidsomstandigheden zoals die bestaan in de derde wereld door 'deskilling'; onzekerheid introduceren; assemblagelijnen verplaatsen naar speciale zones in autoritaire landen (zie Naomi Klein in 'No Logo'), wat vervolgens de standaard wordt voor arbeidsomstandigheden in de 'geavanceerde' kapitalistische landen. Dit alles betekent dat het tijdperk van de sociaaldemocratie voorbij is, dat er geen hervormingen meer kunnen worden geperst uit het kapitaal. Sociaaldemocratische partijen, met name geïllustreerd door de capriolen van New Labour, trekken zich terug in magische bezweringen van de 'Derde Weg', terwijl ze daarmee meer en meer de openlijke bondgenoten van de kapitalistische 'herstructurering' worden. Het kapitaal breekt niet alleen de verzorgingsstaat af en pakt de winst terug die de sociaaldemocratie levensvatbaar maakte, maar zet ook een directe aanval in op de vakbondsrechten waarop de sociaaldemocratie werd opgebouwd. Dit is de reden waarom de socialistische transformatie vandaag op de agenda staat.
De globalisering vindt plaats in het kader van een ingrijpende structurele crisis. De huidige periode is niet een of andere nieuwe, stabiele postmoderne periode, maar wat Mészáros noemt de "gevaarlijkste fase van het imperialisme in de hele geschiedenis". Het is het bestaande systeem in een zich verdiepende crisis, dat verschijnt als iets nieuws.
Mészáros gaat uit van het kapitaal niet alleen als middel, maar als het Kapitaal, dat als meerwaarde in een proces van zelf-vermenigvuldiging is aangeland en in welk proces het noodzakelijk de materiële vorm aanneemt van een veelvoud van de werkelijke kapitalen, bezig met een intensivering van de competitieve strijd voor winst. Vanaf hier beweegt Mészáros naar een specificatie van wat dodelijk is voor de nieuwe fase van het imperialisme.
Lenin, zo betoogt hij, beschreef in zijn beroemde boek 'Het imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme' een wereld waarin een groep machtige imperialistische staten handelden in het belang van hun grote kapitalistische bedrijven om de wereldwijde bronnen van winstgevende meerwaarde veilig te stellen. Het gevolg van deze toenemende concurrentie was: twee wereldoorlogen.
Dit is op zijn beurt weer vervangen, wat sinds de jaren 1970 duidelijk wordt, door de huidige fase van het wereldwijde, hegemonistische imperialisme dat de structurele crisis van het kapitaal en de hegemonie van de Verenigde Staten combineert als een imperialistische macht. Dit is de gevaarlijkste fase van het imperialisme, omdat de overheersing van de hele planeet door een supermacht die, in een poging om onoplosbare tegenstellingen op te lossen, gebruikmaakt van de meest autoritaire methoden, wat resulteert in "de extreemste vorm van irrationaliteit in de geschiedenis" (p.38).
Een wereldwijde staat of een staat van 'global governance' kan nooit worden bereikt, omdat de poging van de Verenigde Staten, als enige supermacht, te streven naar 'universal global governance' - of te worden tot wat Mészáros noemt "de staat van het kapitalistische systeem" - noodzakelijk de vorm aanneemt van het bijzondere sektarische doel van het veiligstellen van de winstgevendheid van een bepaalde groep van kapitalisten, voornamelijk Amerikaanse transnationale ondernemingen, in een antagonistische relatie tot andere delen van het kapitaal.
Bovendien, onder de omstandigheden van een zich verdiepende structurele crisis en de steeds wanhopiger behoefte om de winstgevendheid veilig te stellen, "hebben we een punt bereikt waarop de competitieve co-existentie van de imperialistische machten niet langer wordt getolereerd" (p.32). De VS willen uitgroeien tot de wereldwijde staat en het Amerikaanse kapitaal tot 'mondiaal kapitaal' door het elimineren van alle rivalen met een niets ontziende meedogenloosheid. Dit is de basis van de groeiende irrationaliteit van de nieuwe wereldorde, een irrationaliteit die vooral duidelijk is geworden na 11 september en de door de VS geleide 'oorlog tegen het terrorisme'. Er zijn veel andere voorbeelden van de irrationaliteiten en tegenstrijdigheden van het Amerikaanse "globale leiderschap": de poging om mondiaal leiderschap te tonen en tegelijk weg te lopen tijdens het Kyoto-verdrag; de weigering het International Criminal Court (ICC) te erkennen; de totale onmogelijkheid om te komen met een consistente lijn in het Midden-Oosten; de poging te komen tot een wereldwijde coalitie tegen het terrorisme, tezamen met enorme invoerrechten op de invoer van staal uit 'bevriende' landen; de manoeuvres tegen de arme landen in de Wereldhandelsorganisatie en het IMF; en ga zo maar door. Het punt is helemaal niet dat deze kwesties niet aan de orde waren, voorafgaand aan het boekje van Mészáros, maar wel dat hij een zeer duidelijk marxistisch kader aangeeft waarbinnen ze kunnen worden geduid en uitgelegd.
In het laatste hoofdstuk van het boek discussieert Mészáros over de historische uitdaging voor de socialistische beweging. Het kapitalisme is overbodig, het heeft zijn historische taak uitgevoerd, zoals beschreven door Marx en Engels in het Communistisch Manifest door de moderniteit te ontketenen op de wereld; het is nu de destructieve rem op alle verdere ontwikkeling en moet worden vervangen.
Dit is wat Mészáros bedoelt met de actualiteit van het socialistische offensief: de noodzaak ervan. Hij begint met te beweren dat de beweging voor verandering, voor er ook maar iets belangrijks kan gebeuren, kracht moet winnen in de VS zelf. Alleen de Amerikaanse arbeidersklasse kan een einde maken aan imperialisme, want "Geen enkele politieke/militaire machtop aarde kan van buitenaf bereiken wat van binnenuit moet worden gedaan door een beweging met een positief alternatief voor de bestaande orde in de Verenigde Staten" (p.57).
Tot voor kort zou dit worden beschouwd als een zeer achterhaald standpunt, omdat de radicale politiek in de VS wordt beschouwd als allang dood. Maar na Seattle en de daaropvolgende ontwikkelingen is het minder ongeloofwaardig. Maar, nog belangrijker, Mészáros probeert niet, in het afsluitende hoofdstuk van een zeer klein boek, een politieke beoordeling van de toestand van de nieuwe antiglobalisten en andere radicale sociale bewegingen te geven. Integendeel, hij wijst erop dat het uur voor zo'n nieuwe beweging heeft geslagen. Het is immanent aan de destructieve aard van het kapitalisme en de dood van de sociaaldemocratie. Uiteenlopende lokale en bijzondere condities bepalen de levensvatbaarheid van bepaalde uitbarstingen, overwinningen en nederlagen voor de beweging. Maar een nieuwe beweging zal hoe dan ook groeien. Er is geen andere weg dan de sociale transformatie.
Hij is er ook duidelijk over dat de nieuwe vormen van klassenstrijd niet alleen een radicalere versie vereisen van de oude arbeidersbeweging, die werd gekenmerkt door een defensieve houding. De onmogelijkheid van de wereldwijde eenheid van het kapitaal wordt weerspiegeld in het onvermogen van de arbeidersbeweging om haar defensieve houding te verlaten. We kunnen er niet op vertrouwen dat het mondiale kapitaal de eenheid van de mondiale arbeidersklasse oplevert als een eenvoudig resultaat van de economische strijd, en al helemaal niet geleid door de traditionele vakbondsbureaucraten en sociaaldemocratische partijen die nu in verval zijn.
Dus daarom moet er een radicaal bewustzijn ontstaan. Mészáros maakt een belangrijk onderscheid tussen de traditionele industriële arbeidersklasse als de basis van verandering en Marx' concept van de 'proletarisering' als een meer algemene, waarin "de overgrote meerderheid van de individuen zijn 'geproletariseerd' en gedegradeerd tot de toestand van volslagen machteloosheid, net als de meest geteisterde leden van de samenleving, de 'proletariërs' - in een eerdere fase van ontwikkeling" (p.92). (Er vindt op dit moment een proletarisering van de middenklasse plaats, nvdr)
De implicatie is een nieuwe, pluralistische, democratische niet-hiërarchische beweging die alle strijd samenbrengt van de mensen die reageren op de tegenstrijdigheden van het kapitalisme, waarvan de meeste gevechten niet vanzelf per se socialistisch zijn. We zien het begin van een dergelijke beweging voor de materiële gelijkheid in Seattle, Genua, Porto Alegre, Wisconsin, Spanje en Griekenland (waar op 21 september jl. verschillende organisaties, partijen - waaronder de KKE - en groepen gezamenlijk demonstreerden. nvdr) en in de verschillende en tegenstrijdige manifestaties van de groeiende beweging tegen kapitalistische globalisering en in vele andere sociale bewegingen en strijd.
Mészáros eindigt met een waarschuwing. Hij neemt de beroemde uitspraak over van Rosa Luxemburg, dat de toekomst van de mensheid 'socialisme of barbarij' is, maar voegt eraan toe:
"Barbarij als we geluk hebben". Want de uitroeiing van de mensheid is de ultieme gelijktijdigheid van de destructieve ontwikkeling van het kapitaal. En de wereld van die derde mogelijkheid, buiten de alternatieven van 'socialisme of barbarij' is slechts voor kakkerlakken, die een dodelijk hoog niveau van nucleaire straling kunnen verdragen. Dit is de enige rationele betekenis van de derde weg van het kapitaal" (p.80).
Bron/origineel: http://www.bunker8.pwp.blueyonder.co.uk, vertaling en bewerking b.b.