China is een enorm groot land. De ontwikkelingen aldaar kennen veel ingewikkelde tegenstrijdigheden die een grondig onderzoek noodzakelijk maken, alvorens conclusies te trekken. Manifest is daarom begonnen artikelen te publiceren die trachten het inzicht in deze ontwikkelingen te vergroten.
In deze derde analyse (zie eerder Manifest 2011 nummer 6, 8, 9 en 10) deel 3 van een diepgaande anlyse door de Griekse CP.
Elisseos Vagenas *
De opkomst van China als nieuwe wereldmacht trekt veel belangstelling van analisten en van gewone werkers wereldwijd. Die belangstelling is nog groter onder politiek geëngageerde mensen die zich bewust zijn van het belang van het tijdperk van de sociale revoluties dat begon in Rusland in 1917. Deze revolutie leidde tot een reeks belangrijke sociaal-politieke strijdtonelen en omverwerpingen overal ter wereld waaronder de Chinese revolutie.
De groei van China's macht en de belangstelling daarvoor zijn opvallend, omdat de opkomst van China geschiedt onder de rode vlag en met de Communistische Partij van China aan de macht.
Tegenwoordig weten we dat er tijdens deze periode op verschillende niveaus veelvuldige contacten waren tussen China en de VS. Op 4 november werd een 'gelekt' officieel document in 'The New York Times' gepubliceerd waarin gemeld werd dat de Amerikaanse militaire steun aan het Chinese Volksbevrijdingsleger op 50 miljard dollar werd geschat, steun die 'een obstakel moest vormen voor het Rode Leger' [31]. Daarenboven bracht de Amerikaanse onderminister van Defensie voor Onderzoek en Techniek, William Perry, in 1980 een bezoek aan Peking waar hij de Chinezen liet weten dat de Amerikaanse regering 'toestemming gaf voor de export van technologische apparatuur voor commerciële en militaire toepassingen én militair materieel, zoals computers, zware voertuigen, C-130 transporttoestellen en Chinook-helikopters' [32].
Nog een voorbeeld is het standpunt dat China innam tijdens de burgeroorlog in Angola, toen het financiële en militaire steun bood aan de reactionaire groeperingen die in een verenigd front vochten met het racistische Zuid-Afrikaanse leger, dat de Volksrepubliek Angola binnengevallen was.
De Volksrepubliek Angola werd gesteund door wapens en militaire adviseurs uit de USSR en door duizenden Cubaanse vrijwilligers die een beslissende bijdrage leverden aan het verslaan van de Zuid-Afrikaanse troepen en de plaatselijke reactionaire krachten [33]. Zoals nu blijkt uit vrijgegeven CIA-documenten, was er in deze periode sprake van een merkwaardige vorm van 'coördinatie' tussen de VS en China, ook van de militaire operaties die in Angola werden uitgevoerd [34].
Laat ons terugkeren naar het heden. Met de ontwikkeling en het domineren van de kapitalistische productieverhoudingen in China, met zijn deelname aan imperialistische organisaties zoals de WHO en met zijn assimilatie in het imperialistische systeem, wijkt de Chinese positie niet af van die van de imperialistische machten. Eventuele onenigheden met de VS gaan over de 'verdeling van de buit' terwijl er 'harmonie' heerst over het vraagstuk van de arbeidsrechten die ingeperkt worden ten faveure van de markteconomie. Ook is er sprake van eensgezindheid in de houding tegenover landen die zich teweer stellen tegen de monopolies van de leidende imperialistische machten.
Een voorbeeld hiervan is China's houding tegenover het nucleaire programma van Iran. Zoals we weten onderhoudt China nauwe economische samenwerkingsverbanden met Iran, dat een van de belangrijkste olieleveranciers is. Desondanks sloot China zich evenals Rusland in september 2010 aan bij de VS, Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannië (samen 'de groep van zes') die eisten dat Iran moest buigen en toegeven aan de voorwaarden die de VN-Veiligheidsraad het land inzake zijn kernprogramma had opgelegd. In juni 2010 was China in de Veiligheidsraad al akkoord gegaan met nieuwe sancties tegen Iran [35].
Een tweede voorbeeld is het Chinese standpunt ten opzichte van Kosovo. Net zoals andere imperialistische machten heeft China Kosovo nog niet erkend. Toch is het vermeldenswaardig dat China in de VN-Veiligheidsraad geen consequent en uitgesproken standpunt innam tegen de NAVO-aanvallen op de Balkan. Ook onthield het zich van stemming over de 'vredesmissie' waarin de NAVO de leidende rol speelde (de beruchte KFOR) [36]. Later nam China met het sturen van een politiemacht deel aan de bezetting door de NAVO.
In 2010 waren we getuige van het verfoeilijke besluit van het Internationaal Gerechtshof in Den Haag dat verklaarde dat Kosovo's onafhankelijkheidsverklaring niet in strijd was met het internationale recht. Sommige rechters namen een heel ander standpunt in tijdens dit zeer belangrijke besluit. Rechters uit Rusland, Slowakije, Brazilië en Marokko waren tegen de erkenning van Kosovo, die gesteund werd door rechters uit de VS, Japan, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Mexico, Nieuw-Zeeland, Sierra Leone, Somalië en Jordanië. Zoals vermeld werd in de gepubliceerde documenten nam de Chinese rechter 'omwille van procedurele redenen' geen standpunt in bij dit belangrijke besluit, dat tot doel heeft de grenzen in de Balkan te wijzigen en waarmee een 'doos van Pandora' geopend wordt als het gaat om het aanwakkeren van andere controverses omtrent nationale minderheden [37]. Dit werd gevolgd door een oproep van Albanië aan het adres van Peking, om de onafhankelijkheid van Kosovo te erkennen en om zijn invloed in de VN-veiligheidsraad aan te wenden, opdat ook andere lidstaten tot erkenning van Kosovo zouden overgaan [38].
Een derde voorbeeld is het bezoek van de Chinese premier Wen Jiabai aan Griekenland in oktober 2010. In zijn toespraak in het Griekse parlement verklaarde hij dat China een stabiele euro ondersteunt: 'Wij geloven dat een verenigd en sterk Europa een onvervangbare rol kan spelen in de ontwikkeling van de wereld'. Ook voegde hij eraan toe dat hij 'vreugde voelde toen hij zag hoe Griekenland ontkwam aan de schaduw van de nationale schuld, hoe het zijn tekorten terugbracht en hoe het nieuwe vooruitzichten schiep voor zijn economische ontwikkeling' [39]. In deze twee zinnen slaagde de premier van China, een volwaardig lid van het Partijbestuur van het Centraal Comité van de Communistische Partij van China, erin om de steun van de Chinese leiding voor de imperialistische EU en voor de sociaaldemocratische PASOK-regering, die onder het voorwendsel van het terugbrengen van het begrotingstekort een keihard programma tegen de bevolking uitvoert om de kosten van de arbeidskracht in Griekenland te verlagen, samen te vatten.
De Chinese leiding ondertekende een reeks overeenkomsten met de Griekse regering die alleen maar voordelen zullen opleveren voor bepaalde delen van de Griekse plutocratie. De beruchte Chinese investering van vijf miljard betekent slechts een injectie voor de Griekse reders en komt ten goede aan de Chinese scheepsbouw en aan China's ambitie om zijn kapitaal via Griekenland verder Europa te laten binnendringen. De aanleg, het gebruik en het beheer van de havens en spoorlijnen, evenals de infrastructuur voor de scheepsbouw die door de Chinese monopolies en bepaalde Griekse bedrijven opgezet wordt, zal de onevenwichtige ontwikkeling nog aanscherpen ten koste van de bevolking. De uitbreiding en de versterking van de activiteiten van het kapitaal in de cruciale infrastructuur heeft in combinatie met een politiek die tegen de bevolking gericht is geleid tot nog goedkopere arbeidskrachten met ingeperkte arbeidsrechten en lagere lonen. Van de export van olijven zullen alleen de rijke zakenlui die deze beheersen profiteren, niet de arme boeren van wie de situatie voortdurend verslechtert. Niettemin werd het Chinese bezoek door de 'sociaaldemocratische' PASOK gebruikt om de bevolking wijs te maken dat dankzij de investeringen uit China (evenals uit Qatar, Israël etc.) de ontwikkeling gestimuleerd zal worden, waardoor het bbp zal toenemen, evenals het aantal kruimels dat ten behoeve van de bevolking van de tafels van de kapitalisten valt. In werkelijkheid hebben we het natuurlijk over het vooruitzicht op een kapitalistische uitweg uit de crisis, die de ontwikkeling ten gunste van het grootkapitaal niet zal aantasten en die geen eind zal maken aan de armoede en de werkloosheid onder de bevolking. We hebben het over een ontwikkeling die de productiecapaciteit van ons land ondermijnt en ons betrekt bij gevaarlijke imperialistische rivaliteiten. In geen geval kunnen we spreken van een 'internationalistische bijdrage' van China aan de strijd van de Griekse bevolking.
Tenslotte... vooralsnog mag de Communistische Partij van China haar titel als 'communistische partij' behouden. Toch is het welbekend dat ze nauwe banden onderhoudt met de Socialistische Internationale. In 2009 organiseerde de CPC in Peking een gezamenlijke conferentie met de Socialistische Internationale met als thema 'een ander ontwikkelingsmodel, dat van een groene economie.' Tijdens zijn toespraak drukte G. Papandreaou, de voorzitter van PASOK en van de Socialistische Internationale, de wens van de Internationale uit om 'de banden tussen beide zijden verder aan te halen, zoals tijdens deze conferentie' [40]. De kwestie van 'verdere samenwerking in het kader van de Socialistische Internationale' werd ook besproken tijdens een ontmoeting van PASOK en de CPC in juli 2010 [41].
In 2009 werd het boek 'China is not Happy' [42] uitgegeven. Het gaat in op China's positie in de wereld. In de eerste drie maanden werden er 700.000 exemplaren van verkocht en sindsdien vele miljoenen. In het boek staat onder meer het volgende:
'Wij zijn het meest geschikte volk om de leiding in de wereld te nemen'. Er wordt beargumenteerd dat China, omdat het de wereldwijde natuurlijke rijkdommen beter beheert dan welk ander land ook, op mondiaal niveau de leiding zou moeten nemen. Ook wordt er vermeld dat het Chinese leger de soevereiniteit van het land buiten zijn eigen grenzen zou moeten verdedigen, ook in landen waar China 'fundamentele belangen' heeft die verdedigd moeten worden [43]. Er wordt dus voorgesteld om het Chinese leger te mobiliseren daar waar het Chinese kapitaal actief is. We moeten ons realiseren dat China een actieve rol speelt in de zogenaamde 'oorlog tegen de piraterij' (in de gezamenlijke verklaring [44] die ondertekend werd tijdens het recente bezoek van de Chinese premier aan Griekenland bedankte de Griekse regering China voor de bescherming van Griekse schepen door de Chinese marine in de Somalische wateren) en er dus naar streeft om belangrijke strategische zeestraten te controleren. Ook vindt er in het boek een discussie plaats over de 'noodzaak aan leefruimte' voor China. Er wordt verwezen naar de uitgestrektheid van Siberië dat 'gecultiveerd moet worden door het grote Chinese volk' [45].
Het behoeft geen betoog dat een dergelijk boek in het hedendaagse China niet uitgegeven kon worden zonder toestemming van de CPC. Wie daaraan twijfelt hoeft alleen maar te kijken naar wat de spreekbuis van het CC van de CPC, 'People's Daily' schreef: 'Het is duidelijk dat China klaar is om het verre oosten van Rusland onder zijn eigen, fundamentele invloed te brengen, echter niet op een manier die Moskou alarmeert. De kracht van deze invloed zal niet gebaseerd zijn op een grote toevloed van Chinese kolonisten maar op een plotselinge 'China-isering' van Russen... Op een mooie dag zal er een ernstige crisis plaatsvinden en als gevolg van de verzwakte politieke en militaire invloed van Moskou zouden deze Russen zich tot Peking kunnen wenden en niet tot hun eigen regering. In een dergelijke hypothetische situatie zou het Russische verre oosten een provincie van China kunnen worden' [46].
In lijn met het bovenstaande zouden we ons de volgende verklaring van de vertegenwoordiger van het Vietnamese ministerie van Defensie, Nguen Fwong Nga in augustus 2010 voor ogen moeten houden: 'Vietnam eist een onmiddellijk einde aan de schendingen van zijn soevereiniteit door China' [47]. In de Zuid-Chinese Zee waar zich energievoorraden bevinden, bevindt zich een aantal 'grijze zones' en betwiste gebieden.
Natuurlijk ontstaan er binnen het kader van de concurrentie zowel 'assen' van samenwerking als 'anti-assen'. Zo zien we dat de Italiaanse premier Berlusconi, die traditiegetrouw elke politieke tegenstander voorziet van de zeer zware beschuldiging 'communist', er geen been in ziet om het Colosseum in Rome in 'communistisch' rood licht te doen baden ter ere van de Chinese premier die een bezoek bracht aan de 'eeuwige stad' en als doel had de handel tussen de twee landen tegen het jaar 2015 te verdubbelen tot 100 miljard dollar, evenals de ontwikkeling van havens en andere investeringen', op zoek naar een strategische 'poort' naar Europa [48].
(*) Lid van het CC van de KKE, verantwoordelijk voor de internationale afdeling van het CC. Gepubliceerd in Communist Review 6 (2010), vertaling Frans Willems.
Noten in het Engels: