(...) "De plaats van de democratie in het geheel van de Latijns-Amerikaanse revolutie staat tegenwoordig in het centrum van de belangstelling. Dit komt niet alleen door de rol die ons continent, waarover de vlammen van de bevrijdingsstrijd slaan, in de wereld van vandaag speelt, doch ook doordat veel van de specifieke en originele verschijnselen, die eigen zijn aan de politieke processen in Latijns-Amerika, zich de laatste jaren afgetekend hebben. In strijd met de beweringen van bepaalde tegenstanders van het wetenschappelijk socialisme staat de aard van deze specifieke verschijnselen geenszins in tegenstelling tot de grondbeginselen van onze leer. De loop der geschiedenis bevestigt de grondbeginselen van het marxisme-leninisme niet door een herhaling van starre patronen, doch door een veelheid van vormen van de maatschappelijke ontwikkeling. De ruim twintig LatijnsIndo-Afro-Amerikaanse naties zijn in een periode gekomen, die gekenmerkt is door een uitzonderlijke toespitsing der maatschappelijke tegenstellingen en door het snel rijp worden van voorwaarden voor structurele veranderingen, die de sociale en nationale bevrijding mogelijk maken. Zij hebben daarbij in grote trekken met dezelfde vraagstukken te maken. Dit is duidelijk, ondanks de talrijke geografische, etnische, economische, sociale en politieke verschillen, die men natuurlijk niet over het hoofd kan zien. Dit is ook het geval met het vraagstuk van de politieke democratie in Latijns-Amerika (...)"
Uit: Vraagstukken van vrede en socialisme (speciaal nummer 'Latijns-Amerika vandaag!'), 1965.