"Onze vrijheid kunnen jullie niet gevangen houden" (Foto www.sol.org.tr).
Eda Yenil
De onderdrukking van linkse bewegingen in Turkije is gedurende de laatste maanden sterk toegenomen. Zelfs het rechtssysteem is op die manier aan het veranderen waardoor mensen maandenlang op beschuldiging van onzinnige argumenten zonder proces in gevangenissen worden opgesloten.
In juni stierf in Hopa Metin Lokumcu, lid van ÖDP (Partij van Vrijheid en Solidariteit), tijdens een protest, doordat de politie zonder enige reden ingreep. De politie wilde de protesterende mensen weg hebben voordat premier Erdogan arriveerde voor een meeting. De politie viel de mensen met geweld aan en gebruikte traangas. (Zie Manifest 7/2011)
Na deze gebeurtenissen in Hopa oefende de politie, in het stadsdeel waar deze protesten en de aanval door de politie plaatsvond, lange tijd een strenge controle uit waarbij veel mensen werden aangehouden omdat zij hadden deelgenomen aan de protesten.
Ook veel studenten protesteerden i.v.m. het overlijden van Metin Lokumcu in Hopa. Daarbij werden tientallen mensen aangehouden en werd er zelfs een rechtszaak aangespannen tegen 28 studenten, waarvan er inmiddels 22 al maanden gevangengezeten hebben. Als reden van deze gevangenneming werd opgegeven dat deze mensen naderhand hadden deelgenomen aan een protest tegen de gebeurtenissen in Hopa en de onderdrukking door de AKP-regering met behulp van politiekrachten. De klagers bij deze rechtszaak zijn meer dan 65 politiegenten. Daartegenover staan 28 studenten als verdachten.
Volgens de advocaten van de verdachten bevatte de opgestelde tenlastelegging veel onzin. Zo werden de legale partijen illegale organisaties genoemd. Volgens de officier van justitie waren de leden van deze legale partijen tevens lid van illegale organisaties. Alle 28 personen werden ervan beschuldigd dat zij leden zijn van terroristische organisaties, terwijl bekend is dat zij leden zijn van legale partijen. Als bewijs hiervoor werden boeken die gewoon in de boekhandels te koop zijn uit de huizen van de verdachten verzameld en tot verboden boeken bestempeld. Het ging om boeken als het Communistisch Manifest van Karl Marx en boekenlijsten waarin 'verboden' boeken waren opgenomen. Ook een gebroken paraplu en een pusi (een soort sjaal die in het oosten meestal gebruikt wordt) was voldoende bewijs, volgens de officier van justitie, dat de verdachten leden waren van terroristische organisaties.
In de tenlastelegging is ook beschreven dat de protesterende groep meteen de politie aanviel nog voordat er een speech was gehouden. Terwijl uit de opgenomen beelden tijdens de demonstratie bleek dat de demonstranten door de politie zelf werden aangevallen.
Aan de protesten hebben partijen deelgenomen zoals TKP (Communistische Partij van Turkije), ÖDP (Partij van Vrijheid en Solidariteit) en organisaties zoals Socialistische Vrouwen Raad en Socialistisch Platform van de Onderdrukten. De studenten hebben tijdens de rechtszitting allemaal uitgelegd waarom zij hebben deelgenomen aan de protesten. Niemand van de verdachten heeft een ontkennend antwoord gegeven op de vraag of zij daar aanwezig waren en of de boeken die als bewijs werden genoemd hun eigendom waren. Zij hebben juist aangegeven dat het onrechtmatig is dat er een rechtszaak is aangespannen tegen hen om deze redenen.
Tijdens de eerste officiële rechtszitting waren buiten duizenden revolutionaire socialisten aanwezig om hun kameraden te steunen. Ze hebben gezegd dat zij ze zullen komen ophalen om ze hun vrijheid weer terug te geven. Na een urenlange rechtszitting hoorden zij het goede nieuws dat alle verdachten na zeven maanden opsluiting werden vrijgelaten. Zij werden weliswaar nog niet vrijgesproken, maar de studenten kregen hun vrijheid wel terug. De demonstranten hebben daarna in een speech gezegd dat zij het verdere verloop van de rechtszaak zullen blijven volgen en hun kameraden niet alleen zullen laten met alle onwettelijke handelingen van de AKP-regering en het Turkse rechtssysteem.