De onafhankelijke Europese denktank LEAP/E2020 geeft op basis van trendanalyses prognoses van de mondiale ontwikkelingen op politiek, economisch, financieel, monetair, sociaal en strategisch terrein. Zijn voorspellingen voor 2011 zijn voor meer dan 80 procent juist gebleken.
Het onderzoeksteam opereert uitdrukkelijk vanuit het perspectief van de eurozone en geeft daardoor enig tegenwicht tegen de stroom van publicaties vanuit de Angelsaksische landen. Dat zien we duidelijk in het online bulletin van afgelopen maand, waarin de meeste aandacht uitgaat naar het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Persbericht bij GEAB nr. 60 (16 december 2011)
Zoals verwacht heeft de EU-top van 7 en 8 december jl. in Brussel twee cruciale resultaten opgeleverd. Op de eerste plaats de verdere integratie van de eurozone door een versnelling en versterking van de budgettaire en financiële harmonisatie, en door een begin van een gemeenschappelijke fiscale politiek. De regeringen van de eurozone hebben, geleid door Duitsland, opnieuw hun bereidheid uitgesproken om dit proces tot het eind te doorlopen. Dit in tegenstelling tot alle Angelsaksische en eurosceptische commentaren die de afgelopen twee jaar voorspelden dat Duitsland de euro zou verlaten. Tegelijkertijd hebben de eurolanden geweigerd om in navolging van de Fed en de Bank of England (de centrale banken van de VS en het VK) de geldpersen aan te zetten zolang er binnen de eurozone nog geen begrotingsdiscipline is bereikt. Het overduidelijk falen van deze kwantitatieve versoepeling in de VS en het VK onderstreept de juistheid van deze keuze, die de weg opent om tegen het eind van 2012 over te gaan tot de uitgifte van euro-obligaties. Wij hechten overigens weinig geloof aan de verzekering tijdens de top, dat de bijdrage van de banken aan de sanering van de Griekse overheidsschuld in de vorm van een 'vrijwillige' afwaardering van 50 procent een eenmalige gebeurtenis zal blijven.
Op de tweede plaats toont het isolement van het VK binnen de Europese Unie (tenminste voor de komende vijf jaar) duidelijk aan dat het vanaf nu de eurozone is die de Europese zaken aanstuurt. Dat de Britse premier David Cameron zelfs niet in staat is geweest om twee of drie van zijn traditionele bondgenoten (zoals Tsjechië, de Baltische staten en Zweden) achter zich te krijgen, illustreert de structurele zwakte van de Britse diplomatie en het algemeen gebrek aan vertrouwen in het vermogen van het VK om de crisis te overwinnen. Het laat tevens de verminderde Amerikaanse invloed op het continent zien, want het bezoek van minister van Financiën Tim Geithner en vicepresident Joe Biden aan de eurozone aan de vooravond van de top had geen succes en kon het Brits fiasco niet voorkomen.
Deze top heeft de Europese financiële en budgettaire problemen niet opgelost. Zoals wij in december 2010 schreven en zoals de Duitse bondskanselier Angela Merkel onlangs in de Bondsdag zei, is het pad van de eurozone lang, complex en chaotisch, vergelijkbaar met de weg van de Europese integratie sinds de jaren 1950. Maar het is een proces dat ons continent sterker maakt en de eurozone in het centrum van de wereld van na de crisis zal plaatsen. Als de markten hier niet gelukkig mee zijn, dan is dat hun probleem. Hun 'spookactiva' blijven in rook opgaan en hun banken en hedgefondsen zullen dan ook failliet gaan. Terwijl die vergeefs proberen de rentepercentages van de Europese schulden op te drijven, bereiken ze alleen maar dat de Angelsaksische kredietbeoordelaars hun toch al twijfelachtige geloofwaardigheid helemaal verliezen.
Deze EU-top is wel historisch te noemen omdat de landen die de EU hebben opgericht, teruggekeerd zijn in de leiding van het Europees project en omdat de schoktherapie die David Cameron in opdracht van de City (het internationaal financieel centrum van Londen) heeft geprobeerd toe te passen, niet geleid heeft tot de ineenstorting van de eurozone, maar tot een versnelde ontwrichting van het VK. De Britse marginalisering als gevolg van Cameron's optreden ondermijnt niet alleen de toch al wankele coalitie van de LiberalDemocrats en de Conservatives. Ze veroorzaakt ook een krachtige oppositie in Schotland en Wales, waar de politieke leiders hun aanhankelijkheid aan de EU betuigen en, wat Schotland betreft, hun wil om zich bij de euro aan te sluiten als het onafhankelijkheidsproces rond 2014 eenmaal van start is gegaan.
De samenzwering van de City en de Britse regering is nu ook buiten de grenzen van het VK onderwerp van discussie en heeft op het vasteland de vastberadenheid versterkt om deze 'outlaw' voorgoed onder controle te brengen. Zoals wij al sinds december 2009,toen de aanvallen tegen Griekenland en de eurozone begonnen, hebben geschreven, lanceerde de City, bang voor Europese regulering als gevolg van de crisis, een aanval tegen de euro met steun van de conservatieve partij en de Angelsaksische financiële media. (De hedgefondsen van de City zijn inmiddels de grootste donateurs van de conservatieve partij.) De uitkomsten van de Brusselse top zijn dan ook een grote nederlaag voor de City in wat steeds meer een publiciteitsoorlog aan het worden is. Daarin is trouwens aan het licht gekomen dat een meerderheid van de Britten niet zo zeer tegen de eurozone is, als wel tegen de City die ze beschuldigen van uitbuiting van het land.
Met 1,8 biljoen pond aan overheidsgeld dat in 2008 gebruikt is om banken voor de ondergang te behoeden, zijn de Britse belastingbetalers in feite degenen die wereldwijd het meest betaald hebben voor de redding van financiële instellingen. De Britse regering mag dit bedrag dan wel blijven uitsluiten bij de berekening van de omvang van de overheidsschuld door te beweren dat het een 'investering' was, in werkelijkheid verwachten steeds meer Britten dat de banken van de City zich niet van de crisis zullen herstellen, zeker niet na de verdieping daarvan in de tweede helft van 2011 waardoor de bankaandelen die door de regering zijn gekocht, nu eigenlijk al waardeloos zijn. Het 'hedgefonds VK' staat op de rand van de afgrond, of het nu gaat om publieke of private schulden ... en met dank aan David Cameron en de City is het geïsoleerd geraakt en zonder hulp, noch vanuit Europa noch vanuit de VS. Met de Chinese zeepbel die de Europese recessie en de Amerikaanse depressie komt versterken, zal de storm van 2012 bepalen of David Cameron en zijn minister van Financiën George Osborne waardige afstammelingen blijken te zijn van de grote Britse zeevaarders.
Vanaf de eerste nummers van GEAB in 2006 hebben wij de mondiale systeemcrisis beschreven als een fenomeen dat het einde markeert van de wereld zoals we die sinds 1945 hebben gekend, en dat de ondergang inluidt van de Amerikaanse pijler waarop deze wereldorde gedurende zeven decennia heeft gerust. Wij hebben de jaren 2011-2013 aangewezen als de periode waarin de 'dollarmuur' waarop de macht van de VS gebaseerd is, zal vallen. De zomer van 2011 met de verlaging van de kredietwaardigheid van de VS door kredietbeoordelaar S&P markeerde een historisch keerpunt in dit proces en bevestigde dat het 'onmogelijke' echt werkelijkheid aan het worden is.
De VS hebben momenteel te maken met een economische en sociale depressie,een volledige verlamming van het federaal systeem, een sterke afwijzing van het traditioneel tweepartijensysteem en een groeiende twijfel over de relevantie van de grondwet. Tegen deze achtergrond zal volgens ons het verkiezingsjaar 2012 het begin zijn van een cruciale periode in de geschiedenis van de VS. In de komende vier jaar zal het land geconfronteerd worden met politieke, economische, financiële en sociale onrust zoals het die sinds het eind van de Amerikaanse Burgeroorlog (die precies 150 jaar geleden in 1861 begon) niet heeft meegemaakt. Gedurende deze periode zullen de VS zowel failliet als onbestuurbaar zijn en zal wat in de afgelopen decennia het 'vlaggenschip' van de wereld was, veranderen in een 'zwalkende boot' die onder andere zwaar te lijden zal hebben van een neerwaartse economische spiraal van recessie, depressie en inflatie. In feite sluiten de VS het jaar 2011 af in een staat van zwakte die ongekend is sinds de Burgeroorlog: ze oefenen geen beslissend leiderschap meer uit op internationaal niveau; in de confrontatie tussen de geopolitieke blokken staan ze tegenover bijna alle belangrijke wereldspelers (China, Rusland, Brazilië, bijna geheel Zuid-Amerika en nu de eurozone); en ze zijn niet in staat de situatie op hun arbeidsmarkt te verbeteren (momenteel ligt het werkelijk werkloosheidspercentage rond 20 procent terwijl de omvang van de werkzame beroepsbevolking teruggevallen is tot het niveau van 2001).
De onroerendgoedmarkt, samen met de aandelenmarkt het fundament van de rijkdom van de Amerikaanse huishoudens, blijft jaar na jaar prijsdalingen vertonen ondanks de pogingen van de Fed om door een politiek van bijna rentevrije kredieten het lenen te vergemakkelijken. De aandelenmarkt heeft haar neerwaarts pad weer opgepakt, nadat dat kunstmatig onderbroken was door de kwantitatieve versoepelingen in 2009 en 2010. De Amerikaanse banken die op hun balansen veel meer financiële derivaten hebben staan dan hun Europese collega's, naderen gevaarlijk dicht een nieuwe ronde van faillissementen. De ondergang van MF Global was slechts een voorteken, dat aantoont dat er drie jaar na de bijna-ineenstorting van Wall Street in 2008 blijkbaar nog steeds geen effectieve financiële controlemechanismen aanwezig zijn. De armoede neemt langzaam maar gestaag toe in een land, waar momenteel een op de zes Amerikanen afhankelijk is van voedselbonnen en een op de vijf kinderen wel eens dakloos is geweest. Overheidsdiensten (zoals onderwijs en veiligheid) zijn in het hele land sterk teruggebracht om het faillissement van stad, district of deelstaat te voorkomen. Het succes van de revolte van de middenklasse en de jeugd (Tea Party en Occupy Wall Street) kan door deze objectieve ontwikkelingen verklaard worden. En de komende jaren zullen deze trends alleen maar sterker worden.
Het midden- en kleinbedrijf, de huishoudens, de lokale autoriteiten, de overheidsdiensten, allemaal missen ze de financiële reserves om de gevolgen te verzachten van de recessie waarin het land opnieuw is terechtgekomen. Eerder hebben wij al voorspeld dat in 2012 de dollar met 30 procent in waarde zal dalen ten opzichte van de belangrijkste wereldvaluta's. In een economie die de bulk van haar consumptiegoederen importeert, betekent dit een even grote daling in de koopkracht van de huishoudens, die toch al aangetast wordt door een inflatie van dubbele cijfers. De Tea Party en Occupy Wall Street hebben dus een 'stralende' toekomst voor zich, want de woede van 2011 zal de razernij van 2012/2013 worden."
Bron: www.leap2020.eu
Vertaling en bewerking: Louis Wilms.