Redactie buitenland
Sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie en het Warschaupact in 1991, werden drie impopulaire regeringsleiders door het wereldwijd opererende trio VS-EU-NAVO vermoord of stierven onder hun verantwoordelijkheid. Deze trend is verontrustend.
Op 11 mei 2006 werd de voormalige Joegoslavische president Slobodan Milósevic dood aangetroffen in zijn cel in Scheveningen, nadat hem noodzakelijke medische hulp was geweigerd door het Haags Tribunaal. Na een maandenlange bommenregen en invasie overleed op 30 december 2006 de Iraakse minister-president Saddam Hussein in al-Kadhimiya ten noordoosten van Bagdad door de galg. En op 20 oktober 2011 werd de Libische leider Muammar al-Gaddafi vermoord. Nu staan Iran en Syrië in het vizier.
Wat hebben deze drie staatslieden met elkaar gemeen? De Duitstalige editie van de Internetkrant 'Horizons et Débats' 'Zeitzeichen' legt in een artikel van Hannes Hofbauer (*) het verband met de geopolitieke belangen, die een grote rol hebben gespeeld om de - voor de westerse belangen 'vijandige' - drie landen met een bommentapijt op de knieën te krijgen. Van Saoedi-Arabië tot Spanje/Baskenland, van Nigeria tot Indonesië, zou de NAVO de handen vol hebben om zijn legers voor 'Mensenrechten' in te zetten. Komt het westers militair bondgenootschap alleen in zeer specifieke gevallen in actie - zogenaamd - 'om burgers te beschermen'? Wanneer en waar doet het dat? En wat zijn de redenen om aan te vallen?
Interessant waren de gesprekken over de aanleg van een aardgasleiding, die onder technische leiding van het Russisch energieconcern Gazprom door de Middellandse Zee naar Europa zou leiden. Toen de indertijd machtigste man van Rusland, Gazprom-directeur Alexej Miller, in april 2008 naar Gaddafi reisde, luidden in het Westen de alarmbellen. Zijn aanbieding voor Tripolis stond gelijk aan een geopolitieke bom. Gazprom zou van Libië 'de gehele productie van aardgas en het vloeibaar aardgas tegen wereldmarktprijzen opkopen', zoals Persbureau Interfax op 9 juli 2008 meldde. Het Westen voelde zich bedreigd. Indien dit tot een verdrag geleid zou hebben, zou Gazprom - dankzij de in november 2011 geopende Oostzee-pijpleiding 'North Stream', alsmede de aan te leggen 'Middellandse Zee-pijpleiding' - de WestEuropese gasmarkt verregaand onder controle hebben gebracht.
Vandaag de dag weten we dat het anders liep. Wekenlang haastten de bestuursleden van westerse olie, gas- en waterconcerns zich naar Libië om onder de voorwaarden van een niet bestaande staat met een zogenaamde 'Overgangsregering' exploitatie- en financieringsovereenkomsten af te sluiten. Zaken doen met de 'Overgangsregering' is uiterst rendabel voor hen. Na acht maanden oorlog kan de coalitie van gretige Franse, Britse en Amerikaanse concerns zich tegoed doen. Abdel Rahim el-Kib, de huidige premier van de 'Overgangsraad' zal zijn ambt in dienst van die westelijke investeerders net zo slaafs uitoefenen als zijn collega's Boris Tadic en Nuri al-Maliki dit in Belgrado en Bagdad doen.
Het gehele artikel is (in het Duits) te lezen op de webpagina: http://www.zeit-fragen.ch/index.php?id=595
(*) Hannes Hofbauer staat aan het hoofd van Uitgeverij Promedi in Wenen en is auteur van talrijke boeken.
Vertaling: Piet Schouten.