Machtsstrijd in Durban

In Durban werd eerder om maatschappijkeuzes gestreden dan over het klimaat gedebatteerd

Wiebe Eekman

Ik schreef het al in mijn vorig artikel: in Durban was het een machtsstrijd van de rijkste kapitalistische landen tegen de rest van de wereld. Ik wil dat nu beter staven en uitleggen. Ik kan nu steunen op de droge berichtgeving door het 'Earth Negotiations Bulletin' dat gepubliceerd wordt door het 'International Institute for sustainable Development' [1]

Die machtsstrijd maakte dat de Durban onderhandelingen verlengd werden tot diep in de laatste nacht. De onderhandelingen staan bekend als COP 17 of de 17e 'Conference of the Parties' onder de 'United Nations Framework Convention on Climate Change'. Die UNFCCC was de wereldconferentie in 1992 in Rio de Janeiro. Eind juni 2012, 20 jaar na de eerste conferentie zal die wereldconferentie met alle landen ter wereld opnieuw bijeenkomen als RIO+20. Dat zal evengoed een belangrijke machtsstrijd worden over fundamentele keuzes die moeten worden gemaakt.

In het debat op die klimaatonderhandelingen groepeerden de meeste landen zich in blokken met één woordvoerder voor allen. De ontwikkelingslanden presenteren zich als de G77. In Durban sprak meestal Argentinië voor de G77/China, dat zijn de ontwikkelingslanden met China expliciet inbegrepen. Onder die groep had je nog een verdere opdeling. Eerst de BASIC-groep met Brazilië, Zuid-Afrika, India en China. Meestal spreekt India voor hen. Dan de LDC-groep, 'Least Developed Countries', de allerarmste landen, met als vertegenwoordiger Gambia. Verder de AOSIS-groep, 'Alliance of Small Island States', een coalitie van laagliggende landen en eilandstaten, aangevoerd door Grenada. Maar het meest linkse protest kwam van de ALBA-groep (Bolivia, Venezuela, Cuba, Ecuador, Nicaragua en Dominique).

Daartegenover staan twee machtsblokken van het imperialisme. Enerzijds de Europese Unie en anderzijds de 'Umbrella-Groep', bestaande uit de Verenigde Staten van Amerika, Australië, Canada, Japan, Nieuw Zeeland en Rusland. Australië deed voor hen het vuile werk, zodat de VS buiten beeld bleven.

De strijd ging concreet over de voortzetting én over de invulling van het bestaand Kyoto-protocol, dat eind 2012 afloopt. Grenada namens AOSIS, wil zeker een tweede looptijd voor het Kyoto-protocol met vooral wettelijk bindende afspraken. Verschillende van die landen zullen anders in evacuatie van hun bevolking moeten voorzien. Bolivia gelooft niet in vrijwillige toezeggingen en vraagt een verplicht systeem, ook voor de VS die niet meedoen aan het Kyoto-protocol. Gambia voor de LCD pleit voor een wettelijk bindende overeenkomst, zoals al eerder in Bali was overeengekomen. De Europese Unie lijkt daar op in te gaan en spreekt over een "multilaterale en op regels steunende bindende overeenkomst". Een verdrag wordt beter opgevolgd dan vrijwillige toezeggingen. Ze voegen er fijntjes aan toe dat ze het volle vertrouwen hebben in de regeringen én in de markten om dat uit te voeren.

Zuid-Afrika zegt dat de koolstofmarkten in elkaar gaan klappen zonder tweede looptijd voor het Kyoto-protocol en dat ze niet willen dat de Afrikaanse bodem het graf van het Kyoto-protocol wordt. Daar komt de aap uit de mouw: de Europese Unie heeft een enorme emissiehandel opgezet met bijbehorende speculatie over heel de wereld, die duizenden miljarden euro's omvat. Zonder voortzetting van het Kyoto-protocol stort die hele financiële constructie in elkaar. Dat zal nog een graadje erger zijn dan de huidige eurocrisis die we meemaken.

Vanaf die eerste dag lanceren de VS een aanval op de bestaande basisprincipes van het kaderakkoord uit 1992. Ze moffelen dat weg over onderhandelingen volgens COP16 (Cancun 2010) en niet volgens COP13 (Bali 2007, die tekst is ook bekend als Bali Roadmap). (Ja, je wordt dol van al die afkortingen.)

India, ondersteund door China, neemt de verdediging op zich van het principe in artikel 17 van het kaderakkoord van 1992: "het klimaatprobleem is een gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid voor alle landen". Inhoudelijk is verder uitgewerkt dat de hoogontwikkelde kapitalistische wereld historisch verantwoordelijk is voor 80 tot 90 procent van de opgestapelde broeikasgassen. Bijgevolg moet zij enerzijds in dezelfde mate aan emissiereductie doen en anderzijds over de brug komen met schadeloosstelling aan de andere landen, via financiering en overdracht van technologische kennis. Dit is meer dan terecht.

De Europese Unie en de Umbrella-groep (met de VS, maar als woordvoerder Australië) voeren daartegen oppositie. De Europese Unie zegt dat ze wel haar inspanning voor emissiereductie wil verhogen van 20 naar 30 procent tegen 2020, maar alleen als ook de andere grote landen zich engageren, en ze bedoelt daarmee de BASIC-landen. In essentie gaat het om het behouden van het marktaandeel. Europa en de VS zien met lede ogen toe dat hun alles overheersende greep op de wereldeconomie verzwakt.

De LDC en de AOSIS-groepen vrezen dat zonder tweede looptijd van het Kyoto-protocol veel rijke landen nog minder zullen doen aan emissiereductie. Dat blijkt ook uit de recente uitstap van Canada, dat met de hoge olieprijzen enorme winsten maakt met de ontginning van zijn teerzanden, een ecologische catastrofe.

In de lange lijst van besluiten uit Durban, die in uiterst bureaucratische termen is opgesteld, vol met afkortingen en verwijzingen, kun je zien dat de ontwikkelingslanden toch her en der iets hebben kunnen behouden. Zoals de herbevestiging dat het systeem van 'flexibele mechanismen' (een soort moderne aflaten om reductie van eigen emissie uit te sparen) supplementair moet zijn aan de reductie in eigen land. Maar dat moet nog verder uitgewerkt worden tegen de COP18 in december in Qatar.

Bolivia probeerde nog terecht een betere definitie te krijgen van het begrip 'woud' als een ecologisch systeem met veel functies, maar dat haalde het niet. Wel een blijvend strijdpunt voor de klimaatbeweging.

Op zaterdag 10 december 2011 werd de eindtekst voorgesteld. Een hele reeks landen protesteerde en de zitting duurde tot het kraaien van de haan om zes uur, zondag 11 december. Venezuela, Bolivia en de Democratische Republiek Kongo kritiseerden dat de hoofdtendens is het creëren van markten. China stelde dat de tekst niet de gevoeligheden van beide zijden weergeeft. Uiteindelijk zullen China en de andere BASIC-landen de doorslag geven met hun toezegging om tegen 2020 wel enige bindende afspraken te maken. Noteer dat China beloofde om tegen die tijd meer dan 40 procent verbeterde energie-efficiëntie te hebben.

De klimaatbeweging in onze westerse landen heeft nu de taak om samen met de vakbeweging een sociaal rechtvaardige emissiereductie in eigen land uit te werken en de verwezenlijking af te dwingen.

Noot

[1] on line hhtp://www.iisd.ca/climate/cop17

Zie ook: http://www.chinasquare.be/dossiers/chinese-en-de-klimaatconferentie-in-durban/