Eda Yenil
De Alevitische organisaties waaronder de Federatie van Europese Alevitische Gemeenschappen, de Federatie van Alevitische Gemeenschappen, de Pir Sultan Abdal Cultuurvereniging, de Haci Bektas Veli Anatolische Culturele Stichting en de Alevitische culturele verenigingen demonstreerden op 31 maart jl. in verband met de verjaring van de zaak Sivas (genoemd naar de plaats van de aanslag).
Tijdens de demonstratie waren politieke partijen, zoals de TKP (Communistische Partij van Turkije), ÖDP (Partij van Vrijheid en Solidariteit), EMEP (Partij van de Arbeid), ESP (Socialistische partij van de Onderdrukten), BDP (Partij voor Vrede en Democratie) en linkse bewegingen zoals Halkevleri en andere democratische massaorganisaties, ook aanwezig.
De Sivas-zaak behandelde de gebeurtenissen op 2 juli 1993. Toen kwamen 33 intellectuelen, kunstenaars en twee hotelmedewerkers om het leven, nadat een groep reactionairen het hotel in Sivas waarin ze verbleven in brand stak. De kunstenaars en intellectuelen waren daar aanwezig voor een conferentie over de Alevitische dichter Pir Sultan Abdal.
Er bevond zich ook een Nederlandse studente tussen de slachtoffers van deze brand. Carina Cuanna Thuijs, studente journalistiek, was voor een onderzoek in Turkije en toevallig ook in hetzelfde hotel, omdat zij uitgenodigd was voor activiteiten in Sivas. Carina Cuanna Thuijs kwam ook om door de brand.
Voor de protesten verzamelden zich tienduizenden mensen in het stadsdeel van Istanbul Kadikoy, om de AKP-regering te melden dat zij het niet eens zijn met het feit dat de zaak Sivas beëindigd werd op grond van verjaring. De Sivas-zaak heeft ook een symbolische betekenis voor de Alevieten, omdat deze volledig is gebaseerd op de aanslag op het hotel waarbij Alevieten doelwit waren.
De laatste dagen werd bovendien in Turkije op verschillende plaatsen op de deuren van de huizen van Alevitische burgers een rood teken gezet om erop te wijzen dat in die huizen Alevieten wonen. In de brievenbussen van deze mensen zijn teksten uit de koran gestopt met beledigende woorden. Dit is door burgers gedaan en de politie zei hen niet te kunnen vinden omdat zij zogenaamd geen bewijzen hadden.
Het is door premier Erdogan al een paar keer opgemerkt dat hij meer gelovige jongeren wil in het land, zoals uitvoerig in Manifest 3 van 2012 werd beschreven. Alevieten worden van alle kanten aangevallen door de AKP-regering. Daartegen komen de organisaties van Alevieten steeds meer in opstand. Tijdens de protesten hebben ook niet-Alevitische mensen bewezen dat zij deze medeburgers niet alleen zullen laten en dat de AKP-regering geen succes zal hebben met haar pogingen om haatgevoelens op te wekken bij de bevolking (zie voor achtergrondinformatie Manifest 2009, nummer 11 op www.ncpn.nl).