'Waarheen gaat China?', was de naam van een bekend geschrift van de gerespecteerde Brits-Indiase marxistische auteur R. Palme Dutt. Geschreven in 1966 toen de Volksrepubliek China aan het begin stond van de 'Culturele Revolutie'. Dutt probeerde licht te werpen op de moeizame weg die China afgelegd had vanaf de bevrijding in 1949 tot aan deze enorme omwenteling die alle aspecten van de Chinese maatschappij evenals de buitenlandse betrekkingen ontwrichtte. China is een enorm groot land. De kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkelingen aldaar groeien snel en kennen veel ingewikkelde tegenstrijdigheden die een grondig onderzoek noodzakelijk maken, alvorens conclusies te trekken. Manifest is daarom begonnen artikelen te publiceren die trachten het inzicht in deze ontwikkelingen te vergroten. Zie eerder Manifest 2011 nummer 6, 8, 9, 10, 11 en 12 en nummer 1, 2, 3, 4 en 5 in 2012.
Zhun Xu
Sinds het begin van 2012 vinden er spectaculaire politieke gebeurtenissen plaats in de Chinese stad Chongqing. Op 6 februari bracht het voormalig hoofd van de politie en locoburgemeester Wang Lijun een geheimzinnig bezoek aan het Amerikaans consulaat in de nabijgelegen stad Chengdu. Hoewel de regering later beweerde dat dit een op zichzelf staande gebeurtenis was volgde er onmiddellijk een reeks gerelateerde ontwikkelingen.
Op 14 maart uitte premier Wen Jibao ongekend harde kritiek op de partijleiding in Chongqing die hij verweet een weg vergelijkbaar met de culturele revolutie te volgen. In het officiële Chinese politieke debat wordt de culturele revolutie de 'tien jaar van rampspoed' genoemd. De volgende dag werd de secretaris van de Communistische Partij in Chongqing Bo Xilai - de zoon van Bo Yibo, een inmiddels overleden invloedrijke veteraan van de CPC - van zijn post ontheven. Op 10 april schorste de centrale leiding Bo Xilai als lid van het politbureau en het centraal comité van de CPC.
Het werkelijke verhaal achter Wang Lijun's bezoek aan het Amerikaanse consulaat kennen we nog niet. Er doen echter twee geruchten de ronde die met elkaar in tegenspraak zijn. Sommigen beweren dat Wang bewijs had gevonden voor illegale activiteiten van Bo Xilai's echtgenote, een voormalige advocaat en dat hij naar het Amerikaanse consulaat moest vluchten om te ontkomen aan politieke vervolging door Bo, lid van het politbureau. Anderen kwamen met een ander verhaal waarin Wang bewijs vond voor illegale transacties door de familie van premier Wen die een groot deel van China's juwelenindustrie beheerst. Wang zou naar het Amerikaanse consulaat gegaan zijn omdat Bo Xilai hem niet kon beschermen tegen de centrale leiding.
De gebeurtenissen in Chongqing van de afgelopen twee maanden vormen misschien de belangrijkste politieke ontwikkeling in China van de voorbije twintig jaar. Ze laten een uitzonderlijk openlijke strijd zien binnen het 25 leden tellende politbureau van de CPC en leiden tot veel openbare discussies. Grote delen van de bevolking en linkse intellectuelen sympathiseren met Bo Xilai en steunen het 'Chongqing'-model waarvan Bo de belichaming geworden is.
Maar waar gaat de hele strijd nu over? Welke gevolgen hebben de gebeurtenissen in Chongqing op de Chinese politiek en op de linkervleugel in het land? Op de eerste plaats zal dit artikel het zogenaamde Chongqing-model en zijn conflict met de heersende stroming bespreken. Vervolgens worden de verschillende consequenties van de gebeurtenissen op de korte en de lange termijn bekeken.
Vanaf eind zeventiger jaren neemt China steeds meer afstand van het staatssocialisme en de laatste tijd heeft het land geleidelijk een neoliberaal ontwikkelingsmodel omarmd dat gekenmerkt wordt door massale ontslagen, privatiseringen en een toenemende marktliberalisering. De Chinese versie van het kapitalisme groeide snel ten koste van ernstige en toenemende ongelijkheden, milieuvervuiling en wijdverspreide corruptie. Deze problemen veroorzaakten op hun beurt ernstige bedreigingen voor het Chinese groeimodel zelf. China vertrouwt te zeer op investeringen en export, de grondstoffen worden uitgeput en er is sprake van een gebrek aan vertrouwen en steun onder de werkende bevolking. Hierdoor zijn de interne tegenstellingen die de huidige ontwikkeling met zich meebracht de laatste jaren aan het licht gekomen. De toenemende uitgebreide stakingen en de opeenvolgende 'massale incidenten' in verschillende regio's laten zien dat de verhoudingen tussen de heersende klasse en de werkende bevolking verre van harmonieus zijn. Vooral de werkenden in de publieke sector die ervaring hebben met het socialistische tijdperk staan aan de basis van deze steeds talrijker conflicten.
In het licht van deze crisis van het huidige groeimodel moeten we de waarde van het Chongqing-model taxeren. Sinds zijn aantreden als secretaris van de CPC in Chongqing was Bo Xilai een van de eerste kopstukken van de CPC die probeerde om het heersende ontwikkelingsmodel te heroverwegen, om zodoende de nog bestaande socialistische structuren te handhaven. De campagne 'Chang Hong Da Hei' ('Zing Rood en Sla Zwart') die hij opzette om de maatschappelijke orde te herstellen leidde tot een felle strijd tegen de georganiseerde misdaad ('Sla Zwart') terwijl tegelijkertijd de bevolking gemobiliseerd en onderwezen werd met behulp van 'rode liederen en boeken' die de revolutionaire erfenis van China prezen ('Zing Rood'). Een ander aspect van het Chongqing-model, 'Guo Jin Min Jin' moest zorgen voor de ontwikkeling van zowel de private als de staatssector. Dit leidde in de praktijk tot een belangrijkere rol voor de staatsbedrijven in de regio. Bo's plan behelsde onder meer goedkope huisvesting voor de armen en krachtige steun aan kleine ondernemingen.
Deze campagne en dit beleid onderscheiden het Chongqing-model van het heersende. Op de eerste plaats omdat de lokale maffia en hun politieke bondgenoten in de regering integraal deel uitmaken van het huidige ontwikkelingsmodel. De strijd tegen de georganiseerde misdaad is in feite een oorlog tegen de meest corrupte elites uit de politiek en het bedrijfsleven die in andere gedeelten van China vrijwel onaantastbaar zijn. Het Chongqing-model draagt ertoe bij dat het vertrouwen van de bevolking in de overheid weer toeneemt.
Op de tweede plaats houdt de nadruk op de publieke sector een subtiele verwerping van de neoliberale doctrine in. De inspanningen om de levensomstandigheden van de werkende klasse op het gebied van veiligheid, gezondheid en huisvesting te verbeteren geven blijk van visie op het gebied van een duurzame economie. Op de derde plaats heeft het mobiliseren van de bevolking tijdens de 'Zing Rood'-campagne de traditie van de CPC in het organiseren van de massa's nieuw leven ingeblazen. Dit zou de bevolking kunnen helpen om weer politiek bewust te worden, na de lange periode van politieke desinteresse die de hervormingen met zich meebracht.
Toch moet de betekenis van het Chongqing-model niet overschat worden. Het is geen echt model; er wordt pas sinds een jaar of vijf mee geëxperimenteerd en het ontwikkelt zich nog steeds. Ook ontbreekt het in het model aan visie omdat het er niet in slaagt om fundamentele wijzigingen aan te brengen in de sociale productieverhoudingen in de regio. Net als andere regio's ontvangt Chongqing buitenlandse multinationals en sweatshops nog steeds met open armen. Ondanks de mobilisatiecampagnes van 'Zing Rood' is er nog geen duidelijke verbetering in de deelname van de bevolking aan de lokale politiek. Het Chongqing-model staat nog veraf van een socialistisch project. Desalniettemin is het een serieuze poging van een deel van de heersende klasse om een alternatief te bieden voor het huidige model.
Het lijkt er echter op dat de meeste centrale leiders het Chongqing-model niet kunnen waarderen. Er zijn verschillende redenen voor deze houding te bedenken. Op de eerste plaats vormen Bo's aanvallen op de politieke- en zakenelite een potentiële bedreiging voor de belangen van hun families en bondgenoten. Ten tweede is de Chinese leiding overeengekomen om de neoliberale hervormingen door te zetten. Een serieuze uitdaging van dit beleid zal men daarom niet tolereren. Dit blijkt duidelijk uit een recent redactioneel commentaar in 'People's Daily' waarin opgeroepen werd tot verdere hervormingen en eventuele tegenwerpingen afgedaan werden als 'triviale kritiek'. Op de derde plaats vreest de Chinese leiding alles dat massale politieke campagnevoering inhoudt. De campagnes in Chongqing zijn niet politiek tegen het heersende model gericht maar dit zou in de toekomst kunnen veranderen.
Daarom is het Chongqing-model, hoe heilzaam ook, een bedreiging voor de belangen van een deel van de heersende klasse. De gebeurtenissen in Chongqing, op het eerste gezicht een strijd tussen Bo Xilai en het centraal gezag, is inderdaad een strijd binnen de leidende klasse tussen het Chongqing-model en het heersende neoliberale model.
We moeten ons ervan bewust zijn dat het met Bo Xilai's carrière en het Chongqing-model allesbehalve gedaan is, ondanks zijn afzetting. De centrale leiding van de CPC heeft nog geen definitieve beslissingen genomen en er gaan geruchten dat er nog steeds een machtsstrijd gaande is in de hoogste regionen van de partij. De gebeurtenissen in Chongqing zullen hoe dan ook grote gevolgen hebben voor de huidige Chinese politiek en voor de linkse stroming in het land.
Op de korte termijn betekent 'Chongqing' een offensief van de heersende klasse tegen links. De verwijdering van Bo Xilai was een duidelijke boodschap aan de bevolking dat de autoriteiten alternatieven voor het neoliberale model, hoe gematigd ook, niet zullen tolereren. De gebeurtenis in Chongqing is weliswaar een strijd binnen de heersende klasse maar de oorlog tegen het Chongqing-model is duidelijk gericht tegen de linkse stroming in China.
Slechts enkele minuten na de officiële bekendmaking van het afzetten van Bo op 15 maart werden de belangrijkste progressieve websites en internetforums van China zoals Utopia, Mao Flag en Red China door netwerkaanvallen platgelegd. Op 16 april sloot de centrale regering de voornaamste linkse websites omdat ze 'de grondwet schonden en nationale leiders aanvielen'. Zelfs op andere websites konden mensen niet over 'Chongqing' discussiëren als gevolg van de opgelegde censuur. Natuurlijk waren deze geplande aanvallen en de censuur bedoeld om elke discussie en mobilisatie onder de bevolking te voorkomen.
De sfeer in Chongqing is intussen omgeslagen. De sleutelfiguren van de leiding onder Bo zijn door de centrale regering vervangen. De 'Zing Rood'-campagne in Chongqing is verboden omdat ze 'te luidruchtig' zou zijn. Chongqing-TV heeft zich ook voorgenomen om het aantal 'Zing Rood'-programma's terug te brengen. Het gerucht gaat dat de maffia die buitenspel werd gezet weer terug is. Te verwachten valt dat het economische en politieke beleid onder druk van de centrale regering een terugval beleeft.
Tegelijkertijd zijn de meest invloedrijke media in China en de rest van de wereld begonnen met het demoniseren van het Chongqing-model door het verzinnen van allerlei geruchten over Bo en zijn familie. Volgens rechtse intellectuelen is het Chongqing-model fundamenteel gebrekkig en niet levensvatbaar. Ironisch genoeg verdedigen ook veel rechtse 'dissidenten' het besluit van de centrale regering om Bo te verwijderen en voort te gaan op de neoliberale weg. De lastercampagne is tevens gericht tegen de progressieven in China. Zij zouden geld gekregen hebben vanuit Chongqing en verantwoordelijk zijn voor de tragedie rond Bo Xilai.
Ondanks de aanvallen en de repressie bieden de gebeurtenissen in Chongqing ook een historische gelegenheid voor links in China. De afgelopen jaren is er sprake geweest van een diepe verdeeldheid in de opvattingen over hoe het socialisme in China (her)opgebouwd moet worden. Velen zijn van mening dat er binnen de leiding van de CPC oprechte socialisten zitten en dat het zeer waarschijnlijk is dat zij de macht in handen nemen om China op de koers van het socialisme brengen. Daarom kanten zij zich tegen een radicale politiek en blijven zij hopen op een 'afslag naar links' die vergelijkbaar is met het Chongqing-model. Anderen zijn het hier niet mee eens. Volgens hen moet links rekenen op de revolutionaire arbeiders en boeren en niet op de politici binnen de communistische partij. Het debat tussen de twee stromingen is heftig maar er heeft zich nog geen meerderheid voor de ene of de andere zienswijze afgetekend.
Enerzijds was 'Chongqing' een dure les voor hen die geloven dat het socialisme bereikt kan worden door zoiets als het Chongqing-model. Anderzijds hebben velen die kritisch stonden tegenover het Chongqing-model nu hun steun uitgesproken aan Bo Xilai, uit verzet tegen de heersende klasse die een echt alternatief voor het liberale model de kop wil indrukken.
Deze historische gebeurtenissen bieden mogelijk een kans om de verschillende richtingen binnen Chinees links te verenigen en zo een eendrachtig front te vormen tegen de neoliberale hervormingen en voor toekomstige socialistische projecten.
Op de lange termijn zal 'Chongqing' meer kansen dan problemen opleveren voor links, in tegenstelling tot wat er op korte termijn gebeurt. Op de eerste plaats omdat het aanvankelijke succes van de heersende klasse om zich te ontdoen van het Chongqing-model uiteindelijk een last zal blijken. Het Chinese model bevindt zich in een crisis want het neoliberale recept is niet houdbaar en schadelijk voor de Chinese politiek, de economie en de samenleving. De Chinese problemen zullen alleen nog groeien als de regering de weg van de privatiseringen en de marktliberalisering voortzet zoals aangeraden wordt door het rapport 'China 2030' van de invloedrijke Wereldbank. We hopen dat de reactie hierop komt in de vorm van een radicalisering van links en een verdere mobilisatie van de werkende klasse.
Op de tweede plaats zien we een veranderende tendens in de houding van de bevolking ten opzichte van de Chinese politiek. Onbedoeld hebben de gebeurtenissen in Chongqing de politieke belangstelling bij mensen aangewakkerd die voorheen niet in politiek geïnteresseerd waren maar die nu duidelijk sympathie opgevat hebben voor het Chongqing-model en Bo Xilai.
Ten derde kan 'Chongqing' dienen als harde les voor de zich hergroeperende linkervleugel in China. Bo Xilai is niet de enige binnen de Chinese leiding die het huidige model wil herzien. In de toekomst is het mogelijk dat een deel van de heersende klasse eveneens hervormingsplannen voorstelt. De historische lessen die men uit 'Chongqing' kan trekken zullen van onschatbare waarde zijn om al te ambitieuze fantasieën bij links te verjagen.
Na de recente gebeurtenissen heeft Bo Xilai veel steun gewonnen bij de bevolking en bij links. Op dit moment is het nog niet duidelijk hoe groot de rol van Bo nog wordt. Als hij in de toekomst daadwerkelijk zal ontwikkelen tot een leidende figuur binnen het progressieve kamp (hetgeen niet onwaarschijnlijk is) kunnen de onderhuidse spanningen tussen het Chongqing-model en het socialisme links opnieuw verdelen. Al hoeven we ons daar nu nog geen zorgen over te maken, de toekomst zal dit uitwijzen.
Bron: Economic and Political Weekly 47, nr.16, 21-27 april 2012, vertaling Frans Willems.