Anna Ioannatou
Het belangrijkste signaal, uitgezonden door de verkiezingen van 6 mei jl. in Griekenland, is ongetwijfeld de steeds duidelijker wordende impasse, waarin alle partijen zich bevinden die het bestaande economisch systeem willen handhaven. Dus ook het 'succesnummer' Syriza, dat als tweede uit de slag tevoorschijn kwam. Dit signaal staat haaks op de wensen van de kiezers die onmiddellijk, maar wel binnen de bestaande orde, af willen van de brute bezuinigingen, het verstikkende memorandum en de beledigende rechtstreekse inmengingen van Europese hoogwaardigheidsbekleders in het interne Griekse politieke leven. Die dus een hechte regering wensen die dit gaat waarmaken.
De grote meerderheid van de bevolking wilde geen nieuwe verkiezingen, maar samenwerking van de 'antimemorandum krachten'. Meer dan elk ander Europees land lijkt Griekenland nogmaals de 'zwakke schakel' in kapitalistisch Euroland in crisis. De impasse komt bij uitstek naar voren in de retoriek van Syriza, vooral van vlak na de verkiezingen maar al jaren eerder ingezet. Een vat vol tegenstrijdigheden met diverse personen die in de media met de meest tegenstrijdige meningen komen, maakt deze uit vele tendensen in elkaar geflanste formatie de indruk niet te weten hoe om te gaan met de sprong van 4 procent naar bijna 17 procent.
Dit is de verklaring gegeven door de Syriza-leider zelf voor het feit, dat de kaderleden met zulke uiteenlopende meningen komen over vooral het beruchte memorandum: "We moeten concreter en voorzichtiger worden". Aanklagen van het memorandum, afschaffen, annuleren, opnieuw onderhandelen, moratorium, zijn zo de uitdrukkingen, maar haaks daarop zegt weer een ander kaderlid en tevens economisch specialist, dat Syriza niet overgaat tot unilaterale stappen.
Dat kan niet eens, omdat Griekenland nu eenmaal in de Europese structuur zit met een wederzijdse afhankelijkheid. Wel zijn er marges tot opnieuw onderhandelen, volgens sommigen. Nee, zegt Martin Schulz, voorzitter van het Europees Parlement en uit dezelfde ideologische familie als Syriza, tijdens zijn bliksembezoek aan Griekenland vlak na het mislukken van een regeringsformatie en het bekend worden van de nieuwe verkiezingen, daar is geen marge voor. Alles is ondertekend, door het parlement goedgekeurd en moet gewoon toegepast worden welke regering het ook wordt, is het eenstemmige signaal op Europees niveau.
Hier zit hem ook de kneep van de volksverlakkerij van de drie 'antimemorandum' partijen 'Syriza', 'Onafhankelijke Grieken' en 'Democratisch Links': het memorandum en het leenakkoord afwijzen betekent EU en eurozone afwijzen. Maar dat willen deze drie partijen niet hardop zeggen, want dan valt hun centrale retoriek, waarmee ze stemmen gewonnen hebben, in duigen.
De fascistische 'Gouden Dageraad' is tegen het memorandum en tegen het verblijf in de EU, maar speelt nauwelijks mee in de naverkiezingssituatie. De communistische KKE heeft - heel eerlijk - het memorandum en leenakkoord nooit losgekoppeld van EU en kapitalisme, hetgeen stemmen kost.
Het is waarschijnlijk iets te globaal en 'te ver weg' van de ongeduldige kiezers om te kunnen worden begrepen. Weg met memorandum en leenakkoord is de onmiddellijke boze eis, waar de partijen op inspeelden en Syriza met groot succes, ook al heeft deze partij nooit antwoord gegeven op de dringende vraag, wat ze dan gaat doen als ze regeringsmacht krijgt.
Hetzelfde geldt voor de "Onafhankelijke Grieken" (afsplitsing van 'Nea Dimokratia') en "Demokratisch Links" (afsplitsing van 'Syriza'). De vraag komt steeds dwingender naar voren in de talloze mediadebatten maar steeds opvallender wordt een antwoord vermeden. De reden is simpel: geen partij die in de EU en eurozone wil blijven kan om het memorandum heen. En zo is de volksverontwaardiging nogmaals 'mooi' opgevangen in voor het systeem pijnloze partijen.
Voor de communisten een moeizame strijd, omdat ze nu eenmaal niet het makkelijkste verhaal hebben en dat ook niet altijd op de beste manier weten uit te leggen. Maar toch, zo'n 20.000 stemmen erbij - 1 procent stijging - en vijf zetels meer dan in oktober 2009. De vraag is of dit gehandhaafd kan blijven, want de pogingen de KKE te verzwakken tussen de twee zich opnieuw vormende blokken, centrumlinks en centrumrechts, worden steeds duidelijker. Opvallend was dat in de wijken grenzend aan de al zeven maanden stakende staalwerkers van de 'Chalivourjia' de communisten winsten boekten in tegenstelling tot de rest van het stadsproletariaat. Was hier de klassenstrijd dan toch duidelijker?
Syriza heeft in de afgelopen jaren in het vakbondswezen en de gemeentes herhaaldelijk samenwerkingsactiviteiten met Pasok en Nea Dimokratia ontplooid, zelfs met het ultrarechts Orthodox Reveil, als dat de enige manier was om de KKE uit te rangeren. Er is helaas geen ruimte om voorbeelden te noemen. Er is veel meer dat hen bindt dan dat hen scheidt, met als doel nummer één het isoleren van het PAME.
In een interview van eind april, verklaarde Tsipras nog, dat als Syriza voor haar regeringsvoorstel een paar stemmen miste, zij dan niet nee zou zeggen tegen een steuntje van de 'Onafhankelijke Grieken' (met hun monopoliegezinde, antimemorandum programma), die ook vinden dat er sprake is van convergentie tussen de economische programma's van beide partijen. Onthullende verklaring van Syriza begin mei: "Een regering van links heeft industriëlen en investeerders nodig". Diegenen dus die overigens de grote onderdrukkers zijn...
Interessant is in dit verband de demagogische verklaring van Syriza dat Tsipras, deze geduchte stemmenspeculant, zelfs Aleka Papariga als premier zou accepteren! "Er is nou eenmaal een verschil tussen regeren en aan de macht zijn", aldus Tsipras, daarmee een uitdrukking van de communisten overnemend, maar deze laatsten bedoelen wel de bevolking en niet de industriëlen. De KKE wil niet meeregeren in een kapitalistisch gezinde regering met 'linkse' partijen, die als een moderne Don Quichot een schijngevecht - voor de verkiezingen tenminste - tegen windmolens houdt, daarmee de medeverantwoordelijkheid op zich ladend voor alles wat de partij afwijst. Diverse Syriza-vertegenwoordigers hebben overigens allang laten doorschemeren dat ze samenwerking met de Pasok wel zien zitten, met een deel van de Pasok tenminste, maar anderen spreken dit verwoed tegen.
De laatste maanden heeft Syriza heel wat overgenomen van de KKE: leuzen, stukjes geschiedenis en hapjes marxisme. Zelfs de "behoefte aan een nieuw bolsjewisme" werd 'ontdekt' bij monde van een Syriza-parlementariër. Last but not least de belofte in het nieuwe parlement met een wetsvoorstel te komen tot afschaffing van het leenakkoord en het memorandum, aangekondigd door Aleka Papariga, door journalisten geïnterviewd vlak na haar gesprek met de president van de Republiek in de dagen van de mislukkende regeringsformatie. "Laat de partijen daar dan maar met een antwoord op komen", aldus de secretaris-generaal van de KKE.
Een paar dagen daarna kwam Syriza met iets in dezelfde richting: een voorstel tot afschaffing van de akkoorden die voortvloeien uit het memorandum... Maar dan wel eerst na een motie van vertrouwen voor de uit de verkiezingen van juni komende regering (misschien Syriza, die er bovendien naar toewerkt de, tot nu toe door haar gewraakte, bonus van 50 zetels te incasseren door van de coalitie, die Syriza nu nog is, één partij te maken voor de verkiezingen van juni, een voorwaarde voor die bonus...).
Ook de Pasok haalde ooit deze stuntjes uit met de kennelijk toch populaire KKE-taal begin jaren '80. Het duurde een kleine 30 jaar voor het tot het grote verlies kwam en de neoliberale natuur van deze 'socialistische' partij duidelijk werd. Syriza springt hier op in, misbruikmakend van het nog steeds levend antirechts syndroom, maar de marges om 'cadeautjes' uit te delen (banen en zo: werknemeraristocratie, cliëntelisme) zijn er niet meer voor het Griekse kapitalisme en de rol van de sociaaldemocratie, zoals we die kenden, is uitgespeeld.
De problemen weerspiegelen zich in het kiesgedrag van de mensen: de keuze was gespreider dan ooit, geen eenpartijregeringen meer, boosheid, nuances, die overigens (nog) niet in het voordeel van de KKE werkten. De illusies blijven bestaan, maar de realiteit staat voor de deur, koppiger dan ooit en partijen moeten steeds sneller kleur bekennen.