Gratis onderwijs, overal

lassen.jpg
Niet alleen technisch onderwijs moet gratis (Foto: omroep Zeeland).

Ron Verhoef

Er dreigt een tekort aan technisch personeel. Volgens de werkgevers zullen 40.000 vacatures onvervuld blijven. Daar zal ongetwijfeld een grove mate van overdrijving in zitten, wie immers van de politiek iets gedaan wil krijgen moet wel met grote cijfers komen. De werkgevers stellen daarom voor dat jongeren gestimuleerd worden om een technische opleiding te volgen. Dat zou kunnen door deze opleiding gratis te maken.

Dat betekent in de praktijk dat jongeren die voor een andere opleiding kiezen moeten betalen voor de jongeren die een technische opleiding willen volgen. De PvdA heeft het plan aanvankelijk omarmd, al komt het uiteindelijk niet in het verkiezingsprogramma voor. De ChristenUnie heeft een alternatief voorstel gedaan waarbij de studie niet gratis wordt, maar wel goedkoper. Daarnaast wil de CU baangaranties van de technische sector. Blijkbaar zijn ze er dus toch niet zo gerust op dat de banen er straks wel zijn. Hoe terecht zouden zulke maatregelen eigenlijk zijn?

Allereerst is natuurlijk de vraag of de maatregel inderdaad het gewenste effect gaat hebben. Volgens de werkgevers moeten vier van de 10 jongeren kiezen voor techniek, terwijl dat er nu twee zijn. Een verdubbeling dus, maar is die wel haalbaar? Laten jongeren zich zo makkelijk sturen? Het antwoord is duidelijk nee. Een aantal jongeren zal inderdaad kiezen voor een opleiding omdat deze gratis is, maar een groot deel zal ook kiezen voor een opleiding waar zijn hart naar uitgaat.

Zo werd op onze school vorig jaar een nieuwe opleiding Allround Operationeel Technicus gestart. De opleiding wordt geheel gefinancierd door een aantal grote bedrijven zodat voor de student alles wordt betaald, inclusief een dure laptop. De verwachting was dat er massaal ingeschreven zou worden voor de 24 beschikbare plaatsen en daarom werd een strenge selectieprocedure gestart om de beste leerlingen te krijgen. Leerlingen van andere opleidingen zouden zich sowieso niet mogen inschrijven.

In de praktijk viel de aanmelding nogal tegen. Hoewel het aantal van 24 leerlingen werd gehaald, kwam dit door het loslaten van selectiecriteria en het alsnog toelaten van leerlingen van andere opleidingen. Het aanbod van gratis opleiden had dus niet het gewenste effect.

Een andere vraag is of het wenselijk is dat op deze manier leerlingen geworven moeten worden. Gaat het er eigenlijk niet om dat iemand een baan vindt die voldoening geeft en een goed leefbaar inkomen garandeert? Als iemand uitsluitend kiest voor een opleiding omdat ze gratis is, kan aan dat eerste worden getwijfeld. Deze leerling zal niet altijd even enthousiast zijn en op den duur de techniek waarschijnlijk weer verlaten.

We hebben dit ook gezien bij de werving van leraren. De lerarenopleidingen werden aantrekkelijk gemaakt voor veel mensen, maar uiteindelijk leverde dat ook een grote groep mensen op die niet enthousiast was voor het onderwijs en het uitsluitend deed om een baan te krijgen. Leerlingen prikken daar doorheen en willen dat soort docenten (terecht) ook niet. Ze willen iemand die passie heeft voor zijn vak. De meeste mensen die met mooie verhalen naar het onderwijs zijn gelokt hebben het onderwijs inmiddels alweer verlaten. Daarbij komt dat het tekort niet zo groot bleek te zijn als gedacht en we inmiddels in een situatie zitten waarin gedwongen ontslagen aan de orde van de dag zijn.

Duidelijk is dat de meeste jongeren kiezen voor een opleiding die bij hen past. Dit betekent dat bepaalde opleidingen al decennialang populair zijn. Zo af en toe vindt er wel een verschuiving plaats, maar dan toch vaak binnen de sector. Zo is het aantal studenten aan de sociale academie in de jaren '80 drastisch teruggelopen, maar daar stond een sterke stijging van de richtingen psychologie en sociologie tegenover. Twee richtingen die duidelijk in het verlengde van de sociale academie liggen.

De overheid heeft ook regelmatig geprobeerd opleidingen die weinig arbeidsmarktperspectief bieden af te remmen. Zo is er geprobeerd het aantal studenten aan bijvoorbeeld de opleiding geschiedenis terug te dringen, zonder resultaat. De opleiding blijft bij een grote groep jongeren populair, ook al weet zij dat de kans dat ze binnen de geschiedkunde een baan zal vinden klein is.

Moeten we dan wanhopen? Het antwoord is nee. Ook in het verleden pasten de opleidingen en de arbeidsmarkt niet bij elkaar. Toen werd echter bedacht dat het erom ging mensen een bepaald werk- en denkniveau bij te brengen. Als je dat niveau eenmaal had, kon je ook binnen andere sectoren wel aan de slag, eventueel met een vorm van bijscholing. In de praktijk blijkt dit inderdaad zo te werken. De meeste studenten vinden uiteindelijk een baan, maar vaak buiten de sector waar ze in zijn opgeleid. Toch leidt dit zelden tot problemen.

Natuurlijk weten de werkgevers dit ook. Waarom willen ze dan toch die dwang? In het verleden heb ik ooit als stagedocent een hevige discussie gehad met een werkgever. Hij beklaagde zich erover dat hij geen technische MBO-ers meer kon inhuren omdat deze technisch geschoolde jongens vaak een switch maakten naar de economische studies, na hun opleiding. Mijn antwoord daarop was dat hij zijn personeel dan misschien maar eens beter moest gaan betalen. De salarissen in de techniek liggen immers beduidend lager dan die in de economische sector.

Uiteraard was de betreffende werkgever het hier helemaal niet mee eens. Hij betaalde goed en de arbeidsvoorwaarden waren, volgens hem, uitstekend. En dat terwijl zijn personeel lange werkdagen maakte zonder overuren betaald te krijgen. Bovendien kreeg ik op dat bezoek te horen dat ook mijn stagiair geen vergoeding kreeg. Ik wees de werkgever er op dat hij met zijn houding altijd een personeelstekort zou houden. Ik heb nooit meer een stagiair uit dat bedrijf gehad. Maar dit bedrijf stond niet alleen. Overal in de techniek wordt slecht betaald en zijn de arbeidsvoorwaarden slecht. In plaats van de schuld bij de jongeren te leggen die geen techniek kiezen, zouden de werkgevers dus de hand in eigen boezen moeten steken.

Laat de werkgevers fatsoenlijk omgaan met hun personeel en als er dan zo'n behoefte is aan gratis technisch onderwijs, laat de bedrijven dan ook zelf die opleidingen betalen! Het geld is er. Kijk maar eens naar de bonussen die managers van technische bedrijven krijgen en de hypermoderne gebouwen waarin ze gevestigd zijn. Als ze daarvan iets zouden inleveren en zouden besteden aan de mensen die de producten daadwerkelijk maken, dan zouden best meer jongeren de techniek in willen.

Als er al aan gratis onderwijs wordt gedacht, moet dit voor iedere leerling gelden! Daarnaast moeten jongeren het recht hebben te kiezen voor een studie die bij hen past. Dat geeft ook de grootste kans op succes en kost uiteindelijk minder. De PvdA en de ChristenUnie zouden er dus beter aan doen hun visie niet te beperken tot het technisch onderwijs, maar juist te verbreden naar het totale onderwijs en daarbij de werkgevers moeten aanspreken op hun financiƫle verantwoordelijkheid, voor zowel studenten in hun sector als voor hun werknemers.