Rainer Rupp
Het Constitutionele Hof van Duitsland in Karlsruhe heeft op 12 september jl. weer een van haar typerende "Ja...maar"-uitspraken gedaan. Zoals verwacht heeft het Hof de toetreding goedgekeurd van Duitsland tot het fiscale pact en het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) noodfonds van 700 miljard euro, maar heeft aan die toetreding tegelijkertijd eisen verbonden.
De belangrijkste eis is om "volgens het volkenrecht zeker te stellen" dat de aansprakelijkheid van Duitsland beperkt blijft tot zijn aandeel van 27 procent (190 miljard euro) en dat deze bovengrens niet zonder toestemming van de Bondsdag [nvdr Duitse parlement] verhoogd kan worden. Voor de Eurosceptici die de aanklacht bij het Hof hadden ingediend is deze uitspraak slechts een doekje voor het bloeden.
Men wist vooraf al wat de Bondsdag "onder de huidige politieke druk van een verdere verscherping van de eurocrisis" zou besluiten, zei een politiek wetenschapper geruststellend op televisie, voor het geval de eerste 700 miljard euro van het ESM niet toereikend blijken te zijn. Bovendien kan de Europese Centrale Bank nu ook al onbeperkt staatsobligaties van de crisislanden opkopen. Het belangrijkste zou zijn dat nu de weg voor bondskanselier Merkel vrij is om de euro te redden.
Het feit dat de redding van het neoliberale europroject zal plaatsvinden op kosten van de werkers, door inflatie en/of loonsverlaging, belastingverhoging en sociale afbraak, wordt in de vele, op radio en televisie gevoerde, discussies over het besluit in Karlsruhe uiteraard niet aan de orde gesteld. In plaats daarvan regent het meldingen van koersstijgingen op de beurzen, waarbij bankaandelen in het bijzonder hebben geprofiteerd van het besluit van het Hof met betrekking tot deelname van Duitsland aan het ESM.
"Een goede dag voor Duitsland en Europa", kraaiden de Groenen in de Bondsdag. En de zwart-gele regeringscoalitie blufte zelfvoldaan over de bevestiging van de staatsrechtelijkheid van hun Europolitiek door de uitspraak van het Hof.
De Duitse regering mag dan met het doorzetten van deelname aan het ESM-noodfonds aan de formele juridische normen van de zogenaamde 'staatsrechtelijkheid' hebben voldaan, maar dat is met grote minachting voor democratische grondbeginselen gebeurd. Want anders zou er, en niet alleen als belofte aan de bevolking tijdens de verkiezingen, maar ook door de daadwerkelijk gekozen regering op zijn minst meer geluisterd zijn naar wat de bevolking te zeggen heeft. Democratie in Duitsland betekent echter volledig het tegenovergestelde.
Ondanks dat de grote meerderheid van de Duitse bevolking tegen de oorlog in Afghanistan is, verlengt de grote meerderheid van de politici regelmatig de deelname van de Duitse strijdkrachten aan de afschuwelijke geweldsexcessen in het Hindoekoesj gebergte. Ondanks dat de grote meerderheid van de Duitsers volgens de uitkomsten van representatieve enquêtes negatief staat tegenover het ESM-noodfonds, hebben de Bondsdag en de Bondsraad (raad van bondslanden) met overweldigende meerderheid besloten tot deelname aan het ESM-noodfonds en hebben daarvoor zelfs de grondwet aangepast, wat op 12 september in Karlsruhe is beoordeeld als 'staatsrechtelijk' juist. Dat was geen goede dag voor Duitsland.
RR, 12 september 2012, vertaling J. Bernaven.