Redactie buitenland
Hugo Chávez werd op 7 oktober jl. opnieuw verkozen tot president van Venezuela met een marge van 11 procentpunten. Voor mensen die alleen werden geïnformeerd door de burgerlijke media misschien een verrassing. In Venezuela zou het slecht gaan en Chávez een gevaarlijke dictator zijn, een vriend van het Iraanse regime en altijd klaar om 'onze' bondgenoot de VS politiek en ideologisch aan te vallen. Hij zou de olierijkdom verkwisten en niets bakken van de economische ontwikkelingen (kennelijk weten de Europese machthebbers dat wel) (*).
Maar er is een heel andere kant aan het verhaal: sinds de regering Chávez de controle heeft over de nationale olie-industrie, is de armoede gehalveerd en de extreme armoede met 70 procent. Het aantal college-inschrijvingen is meer dan verdubbeld, miljoenen mensen hebben toegang gekregen tot de gezondheidszorg. Het aantal mensen dat in aanmerking komt voor staatspensioen is verviervoudigd.
Het is dus helemaal niet verwonderlijk dat de meeste Venezolanen Chávez hebben herkozen, de president die hun levensstandaard verbeterde. Alle linkse regeringen in Latijns-Amerika zijn om precies dezelfde redenen herkozen. En evenals in Venezuela moeten die regeringen opboksen tegen rechtse media en leugencampagnes. En overal heeft de oppositie de beschikking over het grootste deel van de rijkdom en het inkomen. En overal wordt de oppositie gesteund, gevoed en gestimuleerd door de VS.
Denk daarbij aan Rafael Correa, herkozen president van Ecuador met een ruime marge in 2009, de enorm populaire Lula da Silva van Brazilië, herkozen in 2006 en opgevolgd door zijn voormalige 'stafchef', nu president Dilma Rousseff in 2010, Evo Morales, Bolivia's eerste inheemse president met een meerderheid, herkozen in 2009, Jose Mujica volgde zijn voorganger uit dezelfde politieke alliantie, het Frente Amplio, op in Uruguay in 2009;
Cristina Fernández volgde haar man op, wijlen Nestor Kirchner. Zij won in 2011 de Argentijnse presidentsverkiezingen met een stevige marge, ook met de grootste media tegen haar.
Al deze linkse presidenten en hun politieke partijen wonnen de herverkiezing omdat ze, zoals Chávez, aanzienlijke verbeteringen van de levensstandaard bereikten. Ze voerden bovendien oorspronkelijk allemaal campagne tegen het 'neoliberalisme'. Een woord dat wordt gebruikt om de politiek van de voorgaande 20 jaar te beschrijven, toen Latijns-Amerika zijn langste periode van stagnatie van de economische groei doormaakte in meer dan een eeuw.
Al deze linkse regeringen maken deel uit van een team dat zich inzet voor meer democratie, nationale soevereiniteit en economische en sociale vooruitgang van de regio. Inderdaad ja, ook voor democratie. Zelfs het ontelbare malen belasterde Venezuela wordt door de meeste wetenschappelijke onderzoeksinstituten als democratischer gezien dan het was in de periode voorafgaande aan het Chávez-tijdperk.
De uitspraak van Lula vorige maand was dan ook volkomen terecht: "Een overwinning voor Chávez (in de toen nog komende verkiezing) is niet alleen een overwinning voor het volk van Venezuela, maar ook een overwinning voor alle mensen van Latijns-Amerika (...) deze overwinning zal een klap voor het imperialisme betekenen." De andere linkse presidenten hebben dezelfde opvattingen als Chávez. Er kan aan deze stelling nog iets worden toegevoegd. De overwinning van Chávez is niet alleen een overwinning voor de volkeren in Latijns-Amerika. Het is een overwinning voor alle progressieve, linkse en socialistische mensen op de wereld. Gefeliciteerd.
Honderden miljoenen dollars werden ingezet om Chávez ten val te brengen, maar de bevolking zei in meerderheid nee tegen het internationale imperialisme. De vuile oppositie-campagne vol met leugens tegen herverkiezing van Chávez is niet gelukt. Dat is de beslissing van de meerderheid van het Venezolaanse volk dat verwacht dat er verder wordt gewerkt aan de vooruitgang van de kwaliteit van het leven en de sociale rechtvaardigheid.
Het Venezolaanse volk organiseert zich steeds meer en is zich bewust van wat er op het spel staat. De Communistische Partij van Venezuela (PCV) en de andere vooruitstrevende krachten van het Bolivariaanse proces gaan door met de georganiseerde strijd om van Venezuela een socialistische staat te maken. Een lange weg moet nog worden gegaan, maar wel een weg met perspectief, zoals ook nu weer werd bewezen.
Dit artikel is mede gebaseerd op een artikel in de International Herald Tribune/New York Times online op 9 oktober, 2012 (vert. wvdk).