Anna Ioannatou
Volgens de Griekse minister van Werkgelegenheid heerste er in de arbeidsrelaties in Griekenland een "sovjet-model" voordat de "zegening" van het tweede memorandum kwam. Deze controversiële term werd onmiddellijk door de journalistiek overgenomen om de Griekse werknemer te doen geloven dat de ellende, die hij/zij nu beleeft te wijten is aan het tot de beruchte leenakkoorden in het land heersende "sovjet-regime".
Misschien klinkt het in buitenlandse oren grotesk - in Nederland kun je je dit soort uitingen moeilijk voorstellen - maar in Griekenland wordt door politiek rechts nog regelmatig met dit 'spook' uit het verleden gewerkt.
Elke gevestigde orde in elk land beoordeelt wat voor soort bewustzijnsmanipulatie nodig is rekening houdend met de erfenis uit het verleden en wat zich daarvan heeft afgezet in het bewustzijn en de sociale psychologie van een bevolking. Waarbij niet vergeten moet worden dat in de jaren '40 het Griekse bourgeois-establishment twee keer zijn einde zag naderen, aangezien het Verzet en later de strijd van het Democratische Leger (EAM) niet alleen tegen het fascisme vocht, maar ook tegen het hele bestaande economische stelsel, waarvan het fascisme 'slechts' een gruwelijke vorm van regeren is.
Door de jaren heen, maar de laatste tijd in versterkte vorm, worden documenten opgevist uit het verleden - uit de tijd van de Duitse bezetting - die Griekenland's Communistische Partij (KKE) betreffen. Dit staat niet los van de zich verdiepende systeemcrisis. Deze 'documenten' worden wijd verbreid door nationalistische, neonazistische, maar ook andere media, gedrukt en elektronisch. Tijdens de jaren van het Verzet van het Nationale Bevrijdingsfront (EAM) werden ze massaal geproduceerd om de strijd van EAM en KKE in een kwaad daglicht te stellen.
In die tijd verschenen er tientallen 'akkoorden', waarmee EAM en KKE het vaderland verraden zouden hebben aan Duitsers, Albanezen, Bulgaren en Joegoslaven. De geschiedkundige H. Fleischer merkte op dat de meeste van deze vervalste documenten onhandig in elkaar zaten [1]. Veel van deze documenten werden 'ontdekt' en verbreid door de bezettingsmacht en de anticommunistische Panhelleense Bevrijdings Organisatie (PAO), die zich meer verzette tegen het EAM dan tegen de bezetter, zoals ook door de Britten werd opgemerkt [2].
In naam van de "strijd tegen het communisme" werd ook wel rechtstreeks met de bezetter gecollaboreerd. Vervolgens doken deze 'documenten' weer op tijdens de Burgeroorlog (1946-49) in een uitgave van het staatssecretariaat Pers & Informatie (1947), later in uitgaven van de militaire dictatuur van 1967-74 en tevens in 'werken' van de 'voorlichter' van de dictatuur en staatssecretaris van de toenmalige eerste minister, de beruchte G. Jorgalas. Sommige van die 'documenten' zijn ook terug te vinden in de uitgave van de Generale Leger Staf 'Archieven van het Nationale Verzet 1941-44'.
Het zou te ver voeren in te gaan op de diverse 'akkoorden'. Voor de geïnteresseerde lezer verwijzen wij naar een paar buitenlandse bronnen aan het eind van dit artikel. De twee opvallendste betreffen het zogenaamd oprichten van een 'Balkan-Unie van Sovjet-Republieken' (door de KKE en de CP van Bulgarije wel te verstaan). Ook de geallieerde Engelsen maakten gebruik van deze antipropaganda door o.a. een publicatie in de Daily Herald [3]. Goebbels zorgde ervoor dat bekend werd dat de "Griekse communisten Griekenland aan Bulgarije verkocht hadden". Vele niet-communistische geschiedvorsers, zoals H. Fleischer en H. Richter, hebben aangetoond dat deze documenten vervalst waren.
Een ander 'document' betrof de oprichting van een 'Autonome Macedonische Sovjet Staat', waarbij een reeks Griekse provincies in ruil uitgeleverd zouden worden. Dit zou op aandringen van de Comintern gebeurd zijn (en in Griekenland zelf dus zou de KKE daar de hand in gehad hebben). De Comintern bestond al niet meer, toen dit 'document' ondertekend werd en Heinz Richter beschrijft deze slecht in elkaar zittende stunt als een naïeve vervalsing door rechtse Griekse kringen. H. Fleischer rangschikt deze geschiedvervalsingen onder de bekendste "die tientallen jaren lang telkens opnieuw gepubliceerd werden door het propaganda-apparaat van Grieks rechts" en "is duidelijk tijdens de oorlog in elkaar gezet door de politieke tegenstanders van het EAM".
Andere 'akkoorden' betreffen het z.g. ongestoord door de verzetsbeweging uit Macedonie laten vertrekken van de Duitse troepen in september 1944. Uit Duitse documenten blijkt daarentegen dat de Engelsen de Wehrmacht ongestoord uit Kreta lieten vertrekken "rekening houdend met een toekomstig gebruik van deze troepen tegen de bolsjewieken, dat ook in het voordeel van de Engelsen is." [4].
Albert Speer, minister van Bewapening en naaste medewerker van Hitler spreekt in zijn Memoires openlijk over een afspraak tussen Duitsers en Britten: "Ondanks de absolute controle van de Britten op zee, werd Duitse eenheden toegestaan aan boord te gaan en ongehinderd naar het binnenland door te reizen... In ruil daarvoor was de Duitse kant het er mee eens die troepen te gebruiken om Thessaloniki bezet te houden, totdat het mogelijk zou zijn voor de Britse strijdkrachten die stad te bezetten" [5].
Wie de echte verraders waren blijkt o.a. uit rapporten van het Foreign Office [6], maar ook uit de Centrale Staats Archieven Potsdam [7]. De zogenaamde 'nationaalgezinden' waren actieve collaborateurs van de bezetter, die later via alle mogelijke 'protocollen' en 'verzetsgroepen' hun trouw aan de Geallieerden probeerden te 'bewijzen'. De huidige afstammelingen van de 'nationaalgezinden' van toen blijken hiermee door te gaan door oude koeien van stal te halen.
Hoe anders desinformatie door te spelen naar de jongere generaties, die het toch al met een sterk verminderd en vervalst geschiedenisonderwijs moeten doen en wier verontwaardiging met de bestaande kansloze en toekomstloze kapitalistische maatschappij steeds groeit? Hun radicalisering moet voorkomen worden. Voorkomen moet worden dat zij hun blik gaan richten op een verleden van heldhaftig verzet dat als voorbeeld zou kunnen dienen en als dat verzet dan ook nog van een communistische beweging uitging, kan men zich voorstellen dat een verloederd en onmachtig establishment zich bedreigd gaat voelen.
Dit verhaal speelt niet alleen in Griekenland. De kwestie Katyn o.a. (executie van duizenden Poolse officieren door de Wehrmacht, die de Sovjet-Unie in de schoenen wordt geschoven) is ook speelfilm geworden en het onderwerp van verwoed onderzoek, documentenvervalsingen enz., waar geen eind aan schijnt te komen. En dan uiteraard de al jaren lopende gelijkschakeling fascisme-communisme op vele officiële niveaus onder het mom van de strijd tegen al wat totalitair is. Ook van deze gelijkschakeling wordt druk gebruikgemaakt in Griekenland. In een tijd van diepgaande economische crisis, waar ook geen eind aan schijnt te komen, worden spoken uit het verleden van stal gehaald om een radicaliseringsproces van de bevolkingen tegen te gaan. Kennelijk heeft het spook van de eerste zin van het Communistische Manifest van Marx en Engels uit 1848 nog niets aan actualiteit ingeboet!
[1] H. Fleischer, Griekenland in het decennium 1940-1950: Contacten tussen de Duitse bezettingsautoriteiten en de voornaamste organisaties van het Griekse Verzet (Griekse uitgave, p. 113)
[2] Archieven Foreign Office 371/37205: 8725 (PRO). In dit rapport worden deze eenheden als vijandig beschreven tegenover de belangrijkste volksverzetsbeweging (dus het EAM) en "niet zo bereid deel te nemen aan het verzet tegen de As".
[3] H. Richter, 1936-1946: twee revoluties en twee contrarevoluties in Griekenland, deel 2, 1975, p. 178 in de Griekse uitgave)
[4] In de Politieke Archieven van het Min. van Buitenlandse Zaken in Bonn, dl.1, 43 en 8 en nr. Film 18.655, Seckendorf M, "Griekenland onder het Hakenkruis: documenten uit de Duitse archieven"
[5] Speer A, Inside the Third Reich, 1979, Avon Publishers, p. 509-510
[6] Rapport Foreign Office, 27/7/1943, Dossier HS5/224 (PRO) en "Korte samenvatting rapport Griekenland", 1943, dossier HS5/224 (PRO)
[7] Centrale Staats Archieven Potsdam, nr film 18.454, Zekendorf M, p. 240