(...) "De sectarische en dogmatische opvattingen, die tot dusver onze partij van de massa der in de vakbeweging georganiseerde arbeiders gescheiden hebben gehouden, moeten thans definitief worden verworpen. Het vraagstuk is niet of de Uniebonden beantwoorden aan wat een klassebewuste vakbeweging moet zijn en ook niet wat ons oordeel over de besturen is. De Uniebonden zullen zijn wat de arbeiders ervan zullen maken. De oude sectarische slagzin over 'de grafkelders van het NVV' moet steeds en steeds weer ontrafeld en weerlegd worden. Evenals de verouderde opvatting over de Katholieke en Christelijke vakbonden, bij wier leden het klassebewustzijn zich snel ontwikkelt ondanks alle dogma's en encyclieken. Onze partij moet gaan deelnemen aan het NVV en de andere vakorganisaties om daar bij te dragen tot het verwezenlijken van de eisen en doeleinden van de arbeidersklasse. Het deelnemen van communisten aan de Unie-vakbonden is in de huidige situatie de voornaamste weg tot het verwezenlijken van de gemeenschappelijke actie van de communisten met de socialisten en de gelovige democraten. Van de zijde der reactionaire hoofdbesturen zullen alle denkbare belemmeringen aan dit deelnemen van de communisten aan de Uniebonden in de weg worden gelegd.
Doch door hun toewijding aan de zaak van de arbeiders en de vakbeweging, welke dagelijks in de bedrijven blijkt en moet blijken, zullen de communisten al deze tegenstand geduldig en met de steun van de arbeiders weten te overwinnen. De arbeiders overtuigen zich er dagelijks meer van dat hun reformistische en reactionaire bestuurders hun belangen niet dienen. Zij zullen zich er tevens van overtuigen dat de communisten dit wel doen, dat zij niet door enge partijpolitieke belangen worden gedreven, maar dat hun partij een partij is die het algemeen belang van de werkers oprecht voorstaat. De taak om dit in de praktijk door te voeren, moet bij de partijafdelingen berusten. Zij moeten er voor zorgen al hun leden actief te maken, niet alleen voor het werk voor partij en krant, maar vóór alles moeten zij hun leden tot actieve vakverenigingswerkers opvoeden, hen helpen en raadgeven hierbij. De gehele propaganda van de partij moet deze taak ondersteunen. De werving van leden en Waarheidslezers moet voornamelijk op de leden van de Uniebonden worden gericht. Bij de scholing moet grote aandacht worden besteed aan het bestuderen van de geschiedenis van de vakbeweging in Nederland, aan de richtingen daarin, aan de rol van reformisme, anarchosyndicalisme, neutralisme e.a. en vooral aan de marxistisch-leninistische opvattingen over de vakverenigingen. In de afdelingsvergaderingen, in de scholingsbijeenkomsten en in onze pers moeten de praktische vraagstukken van loonpolitiek, sociale politiek, collectieve contracten en vooral de lessen van acties en stakingen worden behandeld. De betekenis van het deelnemen van onze partij aan de Unievakbonden is, dat zij de weg naar de brede arbeiders-massa gaat betreden in een tijd waarin dit aan de dringendste behoeften van die massa beantwoordt en de objectieve omstandigheden hiervoor gunstig zijn. Vanzelfsprekend behoudt onze partij hierbij haar volledige politieke zelfstandigheid (...)".
Uit: Verslag van het Partijbestuur aan de leden voor het 19e congres van de CPN. November 1958, pagina 22-24.