Gedicht: In de wachtkamer van een regering
Henricus Azewijn
In de wachtkamer van een regering
Tot eenieders groot genoegen
tot eenieders dikke tevredenheid
gaat men voort met ploegen
niet hebbende voor iets anders tijd.
Waar men allemaal voor gáát
loopt het een volle, versnelde vaart
verkeert men in een correcte staat
van opwinding de moeite waard!!
Schouderklopjes op de zware last
die drukt op de waarheid die verbloemt
in de duisternis waarin men tast
voelt men zijn lot, zich verdoemd.
In de wachtkamer van een regering
die gouden bergen belooft
voor het Gouden Kalf, Zijn verering
is onze waakvlam niet gedoofd...
Maakte belofte niet ooit schuld?
Maar Jan Lúl moet weer boeten
verliest misschien wel zijn geduld
treedt men zijn rechten met voeten.
Als een struisvogel met grote angst
wordt men deskundig gemanipuleerd
met drugs, een geweldige vangst:
hoe de hebzucht de gouden bergen beheert!