Zoek het maar in je eentje uit

kantoorflex.jpg
De werkplekken in het hedendaagse kapitalisme in Nederland zien er vaak luxe en solide uit, de voorwaarden waaronder op deze plekken werk moet worden verricht zijn dat allesbehalve. (Foto: Victor1558/Flickr/cc/by)

Maarten Muis

Een mooi hip woord als 'dynamische arbeidsloopbaan' blijft vaak beter hangen in de gedachten van mensen dan feitelijke cijfers die het tegendeel bewijzen. Sinds Thatcher en Reagan het politiek-ideologische initiatief namen zijn talloze sterke verhalen verspreid via de media met de boodschap dat collectieve regelingen niet werken en onrechtvaardig zijn.

Om de diepe kapitalistische crisis van de jaren zeventig op te lossen is een groot deel van de publieke sector geprivatiseerd. Er werd hiermee een maatschappelijk terrein ontsloten waaruit het kapitaal de noodzakelijke hoge rendementen kon halen. Water, energie en vervoer zijn de nieuwe melkkoeien geworden, zeker omdat een groot deel van belastinggeld zo via via in private handen komt. Die rendementen werden niet meer voldoende uit de industrie verkregen door de chronische overproductie. Er zat dus een economische noodzaak aan het neoliberale project van Reagan en Thatcher.

Als gevolg van de verdieping van de crisis in 2008, toen de speculatieve zeepbel knapte, wordt nu versneld gepoogd een slag te slaan om de sociale zekerheid, onderwijs en gezondheidszorg te laten renderen voor het kapitaal. De plannen daarvoor lagen al een tijd klaar. Delen daarvan werden eerder bekend in Europa onder de naam Lissabon-agenda 2000 (sociale zekerheid) en Verklaring van Bologna (onderwijs). Een belangrijk doel van vooral de arbeidsmarkthervorming was door middel van de afbraak van collectieve regelingen de macht van de arbeidersklasse drastisch te verzwakken.

Ook bij de nieuwe privatiseringsgolf wordt de beproefde methode, bedacht door neoliberale denktanks, toegepast. Eerst worden de geesten rijp gemaakt door een stelselmatige ideologische aanval op deze collectieve regelingen. Daarbij wordt alles uit de kast gehaald om de objectieve cijfermatige onderbouwing te overschreeuwen. Daaruit blijkt namelijk dat collectieve regelingen veel zekerder en bijna altijd goedkoper zijn.

Het Financieele Dagblad maakte het vorige week wel weer erg bont door het duurder worden van het openbaar vervoer sinds de marktwerking te wijten aan te weinig marktwerking. Terwijl onderzoek juist aantoont dat geprivatiseerde publieke diensten achteraf bijna altijd duurder zijn. Maar dat wist de reiziger allang gezien de veel duurdere ritprijs.

De arbeidersklasse wordt met de privatisering van sociale zekerheid, gezondheidszorg en onderwijs stapje voor stapje in individuele arrangementen gedwongen. Er moet voor onderwijs van de kinderen zelf geld opzij gezet worden, men moet zichzelf (bij)verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid bij een commerciële verzekeraar, men moet uit eigen zak de thuiszorg betalen en verzekerd zijn tegen ziekte met een geheel op maat gesneden pakket aan medische ingrepen en zorg. In deze nieuwe realiteit is collectief belangenbehartigen, bijvoorbeeld door de vakbond, ook een stuk moeilijker. Zo wordt de dubbelslag gemaakt: de winsten zijn verhoogd en de collectieve macht van werkende mensen wordt ondergraven.

Manifest heeft eerder aandacht gegeven aan het boek 'De Cultuur van het nieuwe kapitalisme' van Richard Sennett (Meulenhoff, 2007). In dit werk laat deze gerenommeerde socioloog zien hoe de veranderingen in het werkende leven een grote invloed hebben op de identiteit van de mensen. Flexibilisering van de arbeidsmarkt creëert een cultuur, waarin vooral karakters gedijen die alleen aan zichzelf denken. Er is hiermee een mechanisme inwerking gesteld dat zichzelf steeds versterkt. Dit met als doel het kapitalisme een optimale maatschappelijke voedingsbodem te bieden.

Maar onder deze omstandigheden moet wel continu ideologische druk gezet worden op de arbeidersklasse, opdat zij haar objectieve, vermaatschappelijkte, positie niet zelf herkent. Binnen het kapitalisme treedt vermaatschappelijking van de productie op. De noodzakelijke productieve arbeid raakt steeds meer met elkaar vervlochten, terwijl het bezit van de productiemiddelen zich concentreert in steeds minder handen. Door in brede productienetwerken te werken, weliswaar in het bezit van enkelen, zoals multinationals, staan de werkenden feitelijk dicht bij socialistische productieverhoudingen. Alleen het privébezit staat dat nog in de weg.

Om deze objectieve productie- en bezitsverhoudingen onzichtbaar te houden wordt de ideologische hersenspoeling steeds driester. Zeker in tijden van crisis. Dat gebeurt via het zogenaamde 'framing'. Bij deze vorm van communicatie wordt gekozen voor woorden en beelden die aspecten naar voren halen waarvoor de beoogde ontvangers het vatbaarst zijn. We worden om de oren geslagen met termen als 'dynamische arbeidsloopbaan', terwijl we in werkelijkheid hobbelen van de ene onzekere baan naar de andere. Een stap voorwaarts is om deze gespletenheid te gaan zien.