Ludo De Brabander *
Terwijl Europa gebukt gaat onder de economische crisis, blijft het defensieapparaat ontzettende gaten happen in de overheidsuitgaven. Al is het voor de defensie-industrie uiteraard nooit genoeg.
De NAVO wijst graag op de vele mondiale dreigingen om hoge defensiebudgetten te rechtvaardigen, maar het zijn sociaaleconomische kwesties die de echte veiligheidsuitdaging vormen voor Europa.
De economische crisis zorgt voor dalende Europese defensiebudgetten en daar wordt in sommige kringen alarmerend op gereageerd. Generaal de Rousiers, voorzitter van het Militair Comité van de EU, oordeelt dat Europa aan het 'ontwapenen' is, omdat het aandeel in de wereldwijde militaire uitgaven is gedaald van 29 procent naar 20 procent. "Het is een kwestie van overleven", aldus Christian-Peter Prinz zu Waldeck, directeur van de Duitse federatie van de defensie-industrie. Maar de realiteit achter dit soort 'drama-propaganda' is anders.
De Europese defensie-industrie zag haar inkomsten tussen 2001 en 2011 met meer dan de helft groeien, van 58 miljard naar 91 miljard euro[1]. De Europese defensie-industrie heeft de laatste jaren veel meer op export buiten Europa ingezet. In 2011 verstrekten alle EU-lidstaten samen wapenexportvergunningen ter waarde van 37,5 miljard euro, wat een stijging is met een vijfde ten opzichte van 2010. Om deze goede cijfers in moeilijke economische tijden te handhaven trekt de defensie-industrie alle registers open. De Europese lidstaten ontpoppen zich als echte vaandeldragers van de industrie door zowat alle aangevraagde wapenexportvergunningen goed te keuren en zich weinig aan te trekken van de acht ethische criteria van het bindend Europees Gemeenschappelijk Standpunt voor wapenexport. In 2012 werd amper 0,82 procent van de vergunningen geweigerd. Voor het uitbreken van de Arabische lente kwamen wapens terecht in landen als Bahrein, Saoedi-Arabië, Libië, Egypte en Syrië. Die 'Arabische markt' is vandaag nog altijd een van de belangrijkste voor de Europese wapenexport.
De Europese defensiebudgetten mogen dan al gedaald zijn, ze vertegenwoordigen nog altijd 20 procent van wat wereldwijd aan defensie wordt uitgegeven, en dat met 7 procent van de wereldbevolking. Het gezamenlijke defensiebudget van Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk was in 2011 groter (172,9 miljard dollar) dan dat van China (143 miljard dollar). De meeste EU-lidstaten geven in absolute termen nu meer uit aan defensie dan in 2001. Recente besparingen doen zich vooral voor op het vlak van het personeelsbestand. De NAVO hanteert nog altijd als norm dat 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) van de lidstaten naar defensie zou moeten gaan. Hoewel de meeste lidstaten daar onder blijven, zorgt dit voor extra politieke druk ten gunste van het defensieapparaat.
In defensiekringen wordt doorgaans ook gewezen op de groeiende kloof met de VS. Daarbij wordt verzwegen dat het torenhoge Amerikaanse defensiebudget (4,7% van het bbp in 2011) het land met een enorm overheidstekort heeft opgezadeld, terwijl armoede en werkloosheid er hoge ogen gooien.
Geen enkele sector is zo met het beleid verstrengeld als de defensie-industrie. Defensiebudgetten en wapencontracten krijgen ook in deze economisch moeilijke tijden een voorkeursbehandeling. Terwijl er zwaar gesnoeid wordt in sociale uitgaven profiteert het defensieapparaat van nieuwe bestellingen.
Een onderzoek van de Nederlandse 'Campagne tegen de Wapenhandel' toont aan dat de hoge militaire uitgaven substantieel hebben bijgedragen tot de enorme schuldencrisis waarin landen als Portugal, Cyprus en Griekenland zijn terechtgekomen. Terwijl Frankrijk en Duitsland van Griekenland zware besparingen eisten in de overheidsuitgaven, stelden ze zich heel anders op als het ging om de afhandeling van hun lopende militaire miljardencontracten met het land. Het Griekse defensiebudget bedroeg in 2009 maar liefst 3,2 procent van het bbp.
Terwijl Europa gebukt gaat onder de economische crisis, blijft het defensieapparaat ontzettende gaten happen in de overheidsuitgaven. Mochten alle landen hun defensiebudget op het niveau van niet-NAVO-lid Ierland plaatsen (0,6%6 van het bbp) zouden we vele miljarden kunnen besparen of herinvesteren in een milieu- en sociaalvriendelijke economie die ook banen kan scheppen. De NAVO wijst graag op de vele mondiale dreigingen om hoge defensiebudgetten te rechtvaardigen, maar het zijn sociaaleconomische kwesties zoals de schandalig hoge jongerenwerkloosheid die de echte veiligheidsuitdaging vormen voor Europa.
[1] Center for Strategic and International Studies, december 2012
* commentaarstuk in het tijdschrift Vrede (mei-juni 2013), ingekort en licht bewerkt door Solidair.
Bron: Solidair, 21 mei 2013.