De ondergang van Lehman Brothers vormde in 2008 het symbolisch begin van een mondiale systeemcrisis en maakte het grote publiek bewust van een wereldwijde problematiek. Volgens de onafhankelijke Europese denktank LEAP/E2020 is de internationale gemeenschap er nog steeds niet in geslaagd om het mondiaal systeem structureel te hervormen en is het dus wachten op een volgende schok van formaat. Dat die tot nu toe is uitgebleven, is bij nadere beschouwing echter geen goed nieuws, want de mondiale situatie wordt de komende tijd alleen maar slechter. Het onderzoeksteam voorspelt daarom voor de tweede helft van dit jaar een tweede mondiale systeemcrisis die op nationaal en internationaal niveau voor grote financiële, economische, sociale en politieke problemen zal zorgen en die wereldwijd gepaard zal gaan met hevige sociale onrust.
Persbericht bij GEAB nr. 76 (16 juni 2013)
De schok van 2008 was echt heftig, maar door de reacties van het financieel systeem, van de landen en van de centrale banken die reddingsplannen van ongekende omvang realiseerden, konden de ergste gevolgen worden verdrongen. Het Westen in het algemeen en de Verenigde Staten in het bijzonder verdwenen uit de mondiale kopgroep, de economie viel terug op haar reëel niveau, de kunstmatig hoog gehouden materiële levensstandaard zakte in en er ontstonden massawerkloosheid en massale protestbewegingen.
Dit allemaal kon voor een groot deel ontkend worden, want door het onverantwoordelijk beleid van ongeremd geld drukken ten gunste van banken en aandelenmarkten werd de illusie van een snel herstel en een terugkeer naar de status-quo in stand gehouden. In plaats van de echte mondiale problemen aan te pakken drogeerde de wereld zich met geld, geld en nog eens geld. Vijf waardevolle jaren gingen verloren en nu is het systeem nog brozer dan voor de crisis. In de VS probeerde de centrale bank (de Fed) met benzine het vuur te blussen dat zij eerst zelf had aangestoken.
De rest van de wereld keek daarbij werkloos toe, want die had genoeg aan het verzorgen van haar eigen wonden. Het is dan ook niet vreemd dat de VS - de pijler onder de wereld van gisteren - weigeren hun vooraanstaande positie op te geven en weer bezig zijn om de mondiale situatie te laten ontploffen, en ook nu weer met de hulp van hun twee trouwe bondgenoten, het Verenigd Koninkrijk en Japan. Maar nu is de wereld door de catastrofe van 2008 financieel te verzwakt om de situatie nog een keer te kunnen redden. We staan dan ook voor de uitbraak van een tweede mondiale financiële crisis waarvan de oorzaken ook nu weer in de VS liggen. De afgelopen vijf jaar werden gebruikt om stappen achteruit te zetten om daarna met een nog langere aanloop de afgrond in te kunnen springen. We staan nu voor een 'crisis in het kwadraat'.
De illusies waaraan de laatste optimisten zich nog vastklampten, vervliegen in snel tempo. In eerdere nummers van GEAB hebben we het trieste beeld van de wereldeconomie al beschreven en sindsdien is het alleen maar erger geworden. Zo blijkt de groei in China beduidend geringer te zijn dan de wereld tot nog toe gewend was, en hetzelfde geldt voor Australië. De valuta's van de opkomende economieën dalen in waarde, de rentes op staatsleningen stijgen en de arbeidsinkomens in het VK dalen gestaag. In Turkije breken onlusten uit en zelfs in het vreedzame Zweden branden de straten. De eurozone bevindt zich nog steeds in een recessie en ook de berichten uit de VS zijn verre van hoopgevend.
Op alle financiële markten is tegenwoordig een grote nervositeit merkbaar. Het is daar niet meer de vraag welke records binnenkort sneuvelen, maar hoe men, voordat de paniek uitbreekt, zijn schaapjes tijdig op het droge kan brengen. Zo is in slechts drie weken tijd de Japanse beursindex (de Nikkei) met meer dan 20 procent gedaald, waarbij op drie handelsdagen zelfs een koersverlies van meer dan 5 procent werd genoteerd. De negatieve effecten van de crisis hebben dus ook al de 'standaard'-indicatoren van de economie bereikt, zoals de aandelenkoersen, de rentes en de wisselkoersen. In deze sectoren bepaalden de centrale banken tot nog toe wat er gebeurde en konden ze naar believen de werkelijkheid manipuleren, zoals wij al vaker hebben beschreven.
In Japan wordt deze situatie veroorzaakt door het in zijn omvang absurde programma van kwantitatieve versoepeling waartoe de Japanse centrale bank onlangs heeft besloten (namelijk een verdubbeling van de maatschappelijke geldhoeveelheid). Door de koersdaling van de yen zijn de prijzen van importgoederen (met name olie) er fors gestegen. De enorme schommelingen van de aandelenkoersen en van de wisselkoers van de yen destabiliseren op hun beurt de mondiale financiële markten. Het programma van de Japanse centrale bank is echter nog zo nieuw dat de gevolgen ervan nog niet zo duidelijk waarneembaar zijn als die van de vergelijkbare programma's van kwantitatieve versoepeling die de Fed vanaf januari 2009 heeft uitgevoerd.
Die zijn de belangrijkste oorzaak van de vele zeepbellen die zich nu wereldwijd hebben kunnen vormen, zoals op de onroerendgoedmarkt in de VS en bij de records op de aandelenbeurzen, naast de bubbels en de destabilisering in de opkomende economieën. Het is ook door toedoen van de Fed dat de virtuele economie van de financiële markten weer in de hoogste versnelling staat, in plaats van de noodzakelijke correcties en afschrijvingen op fictieve activa uit te voeren. Dezelfde methoden van toen veroorzaken nu weer dezelfde effecten en daarbij is de terugkeer van financiële producten die in 2008 aan de basis stonden van de crisis niet onbelangrijk. Deze hernieuwde virtualisering van de economie zal ons voor de tweede keer in vijf jaar tijd in een crisis storten, en weer zijn de VS hiervoor verantwoordelijk. De centrale banken zijn op de lange termijn niet in staat de labiele wereldeconomie in evenwicht te houden en beginnen de controle te verliezen.
In april-mei scheen, mede dankzij een omvangrijke mediacampagne, de Amerikaans-Brits-Japanse methode van monetaire versoepeling resultaten op te leveren en werd die als alternatief voor de Europese bezuinigingspolitiek geprezen. Sinds enkele weken hebben de kampioenen van de financialisering van de economie echter grotere moeite om de werkelijkheid als hun overwinning te verkopen. Het Internationaal Monetair Fonds is in paniek geraakt door de mondiale effecten van de krimpende Europese economie en weet niet meer hoe het de Europeanen nog zou kunnen dwingen om geld te blijven uitgeven. Juist als de economie kwakkelt, moet de indruk gewekt worden dat alles prima in orde is zodat de consumenten tot kopen en de beleggers tot investeren worden verleid, en dat allemaal op krediet. Europa speelt bij deze klucht echter niet meer mee en de desastreuze effecten van de politiek van de Japanse, de Amerikaanse en de Britse centrale bank ondergraven inmiddels de argumentatie (of liever de valse propaganda) van het succes van deze 'alternatieve methode'. Die moest zorgen voor het herstel in Japan en de VS. Dat dit in het VK zou kunnen lukken, hebben zelfs de ideologen van de kwantitatieve versoepeling nooit durven beweren.
De tweede crisis die op het punt staat uit te breken, had vermeden kunnen worden als de wereld tijdig tot het besef was gekomen dat de VS structureel niet in staat zijn zichzelf te veranderen en dat ze daarom alleen maar dezelfde methoden kunnen blijven toepassen die al tot de crisis van 2008 hebben geleid. Zoals de onverantwoordelijke 'too big to fail' banken in 2009 onder toezicht gesteld hadden moeten worden, zo had dit ook met de structureel onverantwoordelijke landen moeten gebeuren (zoals we in oktober 2008 hebben geadviseerd). Helaas zijn de instellingen van het 'mondiaal bestuur' (zoals de VN, de NAVO en het IMF) volkomen handelingsonbekwaam en machteloos gebleken bij de bestrijding van de crisis. Alleen op regionaal niveau was samenwerking mogelijk en verder moest iedereen maar proberen om de problemen zelf op de lossen.
De tweede belangrijke hervorming die wij in 2009 voorstelden, betrof de complete herziening van het internationaal monetair systeem. Gedurende 40 jaar van Amerikaanse handelsbalanstekorten en wisselkoersfluctuaties zorgde de dollar als basis van dat systeem ervoor dat elk Amerikaans probleem zich over de hele wereld verspreidde. Deze zwakke basis is momenteel het kernpunt van de mondiale problemen. Vroeger zei men dat als de Amerikaanse economie verkouden was, de wereldeconomie een longontsteking opliep. Vandaag lijden de VS niet aan een verkoudheid, maar aan de builenpest en de dollar zorgt voor de wereldwijde verspreiding daarvan. Omdat de wereld in 2009 niet in staat was het internationaal monetair systeem te hervormen, zal nu de tweede crisis uitbreken. Daarmee opent zich natuurlijk wel weer een 'window of opportunity', een nieuwe gelegenheid voor een dergelijke hervorming, en wel tijdens de komende G20-top in september in Sint Petersburg. Men moet eigenlijk hopen dat de crisis vóór deze datum in alle hevigheid losbarst, zodat eindelijk een beslissing kan worden afgedwongen. Zo niet, dan komt de top te vroeg om alle betrokkenen achter deze hervorming te krijgen.
Bron: www.leap2020.eu
Vertaling en bewerking: Louis Wilms.