Gedicht: Uit de mouw komst steeds weer de aap
Henricus Azewijn
Uit de mouw komst steeds weer de aap
Op een bitter eind van de maand
wordt geen cent meer geteld.
Op=op, ben je niet meer overeind staand'
toch door het kapitaal geveld.
Je zoekt tevergeefs naar de eindjes
hebt die waarheid in je oren geknoopt
maar reageert iedereen niet fijntjes
"hebt je mouwen niet hoog genoeg opgestroopt!".
Uit de mouw komt steeds weer de aap
in de arena, op de apenrots
volgens een therapeute met haar esculaap
moet je toch leren zwemmen in de kots...
Het zit 'm in het vege lijf, in de geest
de mentaliteit om iedere barricade te nemen
of te geven aan het grootste beest
wat hij aan financiële hulp blijft claimen.
Het beest moet toch óók vreten
vreet, zoals iedereen, naar vermogen
zoals je toch wel beter kunt weten
het beest de spanning zal blijven verhogen...
Een productie-eenheid in véélheid
voor het beest wordt iedereen een zzp'er
die kruipt met zichzelf in strijd
in de geschiedenis knokte als een plebejer
of als een arbeider met zijn vuisten
die werden zo nodig politiek gebald
als hij, ondanks zijn status, de degens kruiste
werd zijn leven voorkwaad vergald.
De houdbaarheid van wat wordt gevreten
op een bitter eind van de maand:
sommigen reageren toch wat verbeten
als iedereen zich nog in een paradijs waant...