Wil van der Klift
Op 11 oktober 2013 werd het begrotingsakkoord afgesloten tussen de regering en D66, CU en SGP. Hiermee zal de begroting voor 2014 door het parlement geloodst worden. Het FNV-ledenparlement kwam net als hoofdbestuur tot de conclusie dat het eenzijdig aanpassen van de afspraken in het sociaal akkoord door het kabinet onfatsoenlijk is. Maar daar blijft het bij. De FNV uit dus alleen kritiek op de gang van zaken, maar laat het er verder bij. "We hebben te maken met een politieke realiteit, werkgevers en werknemers maken nou eenmaal niet de dienst uit in Nederland", is de onjuiste stellingname van de 'sociale partners'. Dit begrotingsakkoord is ingegeven door de werkgevers en de werknemers hobbelen weer gewoon mee.
De FNV vraagt het kabinet alleen maar zo snel mogelijk tekst en uitleg te geven over de recente aanpassingen. Afspraak blijkt geen afspraak. Kon het anders? Na een beetje publieke verontwaardiging legde de leiding van de FNV zich neer bij de wijzigingen in het sociaal akkoord. Het zou nauwelijks zijn aangetast, wordt er beweerd. Dat vond kennelijk ook een meerderheid van het ledenparlement. Dat nam een motie aan die het hoofdbestuur vraagt een drietal kwesties aan te dragen bij de regering. Geen harde eisen trouwens, maar pogingen om tenminste nog iets van strijdbaarheid te tonen. Het hoofdbestuur zal er weinig moeite mee hebben gehad. Nu het sociaal akkoord is opengebroken kan er wellicht hier en daar nog een tegenprestatie worden gevraagd bij de onderhandelingen over de nieuwe participatiewet en kan er voor de achterban van Abvakabo FNV hier en daar nog een succesje worden geboekt.
Het kabinet wil de uitvoering van de participatiewet neerleggen bij de gemeenten. In het sociaal akkoord werden hier randvoorwaarden voor afgesproken, zoals bijvoorbeeld een landelijke keuring voor Wajongers. De vakbond ziet die randvoorwaarden niet voldoende terug in de hoofdlijnennotitie die vorige week naar de Kamer werd gestuurd. Hier lijkt voor het FNV-bestuur nog wat te winnen. Heerts: "Het kabinet heeft punten gemaakt, wij hebben nu ook wel een paar punten."
Waarom eerst met stelligheid beweren dat er geen stenen uit het sociaal akkoord mogen worden gehaald en als dat dan wel gebeurt de stenen kiezels noemen? Het begrotingsakkoord tast het sociaal akkoord aan. Een aantal kernzaken wordt eerder ingevoerd dan voorzien. De versoepeling van het ontslagrecht zal met een half jaar worden vervroegd. Alsof dat niet een forse verslechtering is. Mensen met een WW-uitkering moeten straks eerder een baan onder hun niveau accepteren. Alsof dat geen schadelijke maatregel is. Beide liberale D66-voorstellen passen overigens voor de volle honderd procent in het neoliberale EU-schema, gericht op verdergaande versoepeling van het arbeidsrecht. In het belang van de ondernemers, niet van de werkende en uitkeringsgerechtigde bevolking.
Verder biedt het begrotingsakkoord nog meer negatieve zaken voor de mensen. Er wordt extra bezuinigd op de zorg en ambtenaren en de rekening komt bij uitkeringsgerechtigden en de onderkant van de arbeidsmarkt. Opvallend is ook dat veel van de maatregelen betaald gaan worden met een grotere lastendruk, zoals een hogere belasting op leidingwater (+205 miljoen), herinvoering van de afvalstoffenheffing (25 miljoen) en het schrappen van de lageremotorrijtuigenbelasting (250 miljoen). Dat betekent een aanzienlijke aanval op de portemonnee. De extra bezuinigingen op ministeries tasten het voorzieningenniveau verder aan.
Uiteraard is er hier en daar ook nog wat gewonnen. Het aantal mensen dat op beschut werk is aangewezen en dat door het bedrijfsleven aan een baan geholpen moet worden is verdubbeld tot 5000. Ook moet dat aantal sneller gehaald worden. De afspraken over de aanpak van flex en van misbruik van constructies om cao's te ontduiken blijven intact. De koopkracht verbetert ten opzichte van de miljoenennota iets, maar vooral bij mensen met hogere inkomens. De lastenverlichting op arbeid zou 50.000 banen moeten opleveren, maar het CPB zet daar grote vraagtekens bij.
Intussen gaan de bezuinigingen uit de miljoenennota, ondanks enkele accentverschillen, gewoon door. Er wordt in totaal voor ruim 50 miljard bezuinigd, een verdergaande neerwaartse spiraal in de economie.
Dat volgens de eerste peilingen 55 procent van de bevolking vindt dat het goed is voor Nederland dat er een akkoord is gesloten, heeft alles te maken met de mediamanipulatie. Een regeringscrisis zou nog erger zijn geweest, werd beweerd. Bovendien worden in peilingen de antwoorden sterk beïnvloed door de vraagstelling. Wat de bevolking echt vindt wordt pas over enige tijd helder, maar dan is de buit voor de regering voorlopig weer binnen. Het is echter precies dit soort 'meedenken' van het type 'samen komen we er wel uit' en 'het is onze gemeenschappelijke verantwoordelijkheid' die veel vakbondsmensen aan het touwtje van ondernemers en politieke uitvoerders legt. Het idee van sociaal partnerschap ligt nog sterk verankerd in de vakbeweging. Dat hierdoor de invloed van de vakbeweging tanende is mag geen verwondering wekken.
De strijdbare vakbeweging werd echter al 30 jaar geleden ten grave gedragen en is niet gemakkelijk te reanimeren. Maar schoksgewijs zal de werkelijkheid zich aan de loon- en uitkeringsafhankelijke bevolking opdringen. Welke gevolgen dat zal hebben voor het politieke optreden van mensen en voor het lidmaatschap van de vakbeweging valt nog te bezien. Maar er is dringend een links antwoord nodig om zoveel mogelijk mensen een juist perspectief te bieden. Het is precies dit antwoord dat nu node wordt gemist, waardoor het aantal mensen dat individuele oplossingen zoekt alleen maar toeneemt.
De recente begrotingsafspraken zijn een extra reden om op 30 november niet te blijven steken in stoom afblazen. In Utrecht moet een basis worden gelegd voor blijvende acties. Met volle kracht vooruit voor koopkracht en echte banen. Bezuinigingen werken niet, een andere politiek is nodig. Op 23 oktober om 13.00 uur wordt in de Jaarbeurs in Utrecht een begin gemaakt met de discussies.