"Prof. Rutten, de secretaris-generaal van het ministerie van Economische zaken, heeft dat in een rede die gewijd was aan de CPB-nota nog eens duidelijk onderstreept. Waarom moet er bezuinigd worden? Niet, zo moet ook hij toegeven, omdat we in ons land alles tezamen te veel uitgeven. Er moet bezuinigd worden om de zogenaamde arbeidskosten te beperken, hetgeen de werkgelegenheid ten goede zou komen. De hele bezuinigingsoperatie is dus wederom gefundeerd op de inmiddels beruchte arbeidskostentheorie van het CPB. De winsten moeten worden opgevoerd - dat is het grote vraagstuk van deze tijd; meer winst uit minder werkers!
Want hoezeer Rutten ook beweert dat de versterking van de werkgelegenheid de hoogste prioriteit moet hebben, dat kan allemaal niet uitvlakken dat zelfs op basis van de nonsensicale CPB-berekeningen, met bezuinigingen en al, de werkgelegenheid niet verbetert maar verder achteruit gaat.
Van de arbeiders wordt kortom geëist, de verworven rechten op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en sociale voorzieningen voor een bord linzen af te staan - om een beleid te aanvaarden waarbij én het levenspeil én de werkgelegenheid achteruit hollen. Dáárop komt het staren in de kristallen bol van het Centraal Planbureau neer.
Terecht gaan in de vakbeweging steeds meer stemmen op om zich niet langer door de voorspellingen van het CPB van de wijs te laten brengen en de handen te laten binden. Wat er gebeuren moet is dat de regeringspolitiek niet langer ondergeschikt wordt gemaakt aan de directe belangen van de grote ondernemers maar dat er een beleid komt, dat uitgaat van het veiligstellen van de belangen van de werkende bevolking."
"De kristallen bol van het CPB", in: Economische en Sociale notities. Uitgave CPN, 1976.