Arnold Schölzel (*)
De uitkomst van de besprekingen tussen Groenen, CDU en CSU was op woensdagochtend 16 oktober jl: we mogen elkaar graag maar we vormen geen coalitie. De derde coalitie in de geschiedenis van de Bondsrepubliek Duitsland tussen CDU, CSU en SPD komt er aan, want nieuwe verkiezingen of een minderheidsregering schrikken af.
Een parlementsminderheid, zoals in de VS die alles blokkeerde, is een schrikbeeld. Dat mag de Duitse exporteconomie niet overkomen. De industrie en de banken hebben hun wens voor een grote coalitie helder uitgesproken en die wens is eigenlijk een bevel.
Binnen de verhoudingen in de Bondsrepubliek betekent een grote coalitie 'geen grote vuiligheid', zoals de SPD en de Groenen bijvoorbeeld hebben ervaren tijdens hun regeringsdeelname van 1989 tot 2005, met de aanvalsoorlog tegen Joegoslavië, de oorlog in Afghanistan en de 'Agenda 2010'. Grote coalities zijn toereikend voor 'middelmatige smeerlapperij': noodwetten, drastische btw-verhogingen, pensioenleeftijd naar 67 jaar, en dergelijke. Met het aantal kiezers voor de CDU/CSU en SPD is daarvoor voldoende basis, de onvrede onder de bevolking is nog eenvoudiger te negeren dan gebruikelijk.
Een grote coalitie was ook de wens van een grote meerderheid bij de verkiezingen op 22 september, in het bijzonder in Oost-Duitsland, waar de FDP uit de Bondsdag verdween en de CDU zoals altijd sinds 1990 weer de grootste partij werd. Een voornamelijk door permanent lage lonen en armoede gekenmerkte regio kan kennelijk meer politieke stabiliteit opleveren dan bijvoorbeeld Baden-Württemberg. Daar verdween de CDU in 2011 uit de regering en krijgt nu 45,7 procent van de stemmen.
Het blijft voorlopig in elk opzicht stabiel. De kanselier zal de coalitie-onderhandelingen proberen tot december te rekken. Dat heeft als voordeel: de schijnbare stilstand houdt aan en daarmee ook de rust in Duitsland. Meer is op dit moment niet nodig.
(*) Bron: Junge Welt, 17-10-2013, enigszins ingekort, vertaling J. Bernaven.