"We dienen niets na te laten om de eenheid der werkende bevolking te bereiken. De arbeiders dienen op kameraadschappelijke wijze de problemen met elkaar te bespreken. Zij dienen alles te doen om de obstakels, die de eenheid tegenhouden, binnen de kortst mogelijke tijd op te ruimen. Daarom vooral moeten de eisen soepel zijn. Zij moeten afgestemd zijn op de verlangens van de brede massa der werkers. Het gaat er in de bedrijven in de eerste plaats niet om wat enkele personen als juist beschouwen, het gaat er veel meer om dat een zo groot mogelijk aantal arbeiders voor de eisen in beweging wordt gebracht. Het verenigen van de meerderheid der werkers dient te geschieden op basis van een minimum-program, afgestemd op een consequente verdediging van de huidige koopkracht [...]"
Uit: Veel nemen, weinig geven..., brochure Eenheidsvakcentrale, november 1949.