Sociaaleconomische redactie
Tegenwoordig hebben de meeste werknemers in het Westen wettelijke en contractuele rechten die fundamentele bescherming bieden, waar de vakbonden decennialang voor hebben geknokt. Onder druk van de kapitalistische crisis trachten veel ondernemers die rechten weer af te breken. Daartegen moet de vakbondsmacht worden versterkt. Door meer kwaliteit en grotere ledenaantallen.
De werkgevers in de technologische industrie zetten recent de aanval op de bonden in. Na het succes van de FNV op 30 november kan dat geen toeval zijn. De metaalwerkgevers willen geen cao meer met de vakbeweging afsluiten als de bonden zich blijven opstellen als belangenbehartiger. Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter van werkgeversvereniging FME, is al enige tijd de spreekbuis van het conservatieve deel van de Nederlandse ondernemers. Met haar stellingname legt de FME een bom onder het poldermodel. De cao voor de technologische industrie is voor 225.000 werknemers en is een van de grootste cao's van Nederland.
Flexibiliteit en maatwerk zijn volgens de FME van het grootste belang voor haar bedrijven. Die moeten flexibel op de vraag van de wereldmarkt kunnen inspelen. Personeel moet dan gewoon langer werken als het druk is en minder als het rustig is. Niet de mens staat centraal maar de winst. Dat is de economische realiteit vindt de FME, maar de vakbond gaat daar niet in mee, wordt er zeurend bij verteld. Mevrouw tracht haar verhaal kracht bij te zetten door oudere en jongere werknemers tegen elkaar uit te spelen, alsof de fundamentele rechtsbescherming niet geldt voor jong en oud. Jongeren misbruiken om verworven rechten voor iedereen af te breken is een oude truc, daar trapt de georganiseerde arbeidersbeweging niet in. Jongere en oudere werknemers hebben fundamenteel gelijke belangen. Zij zijn de werkelijke producenten, zij worden gezamenlijk uitgebuit en zullen gezamenlijk in verzet komen.
Een deel van de ondernemers probeert loonoffers af te dwingen. Een op de drie werknemers zou daartoe bereid zijn, kopte de Volkskrant op 5 november. Ondernemers houden wel van een cadeautje. De FNV waarschuwt dat werknemers goed moeten nadenken voordat zij akkoord gaan met een loonoffer. Bovendien ziet de vakbeweging in de praktijk daartoe ook geen aanleiding. "In de praktijk merken we dat dit soort rigoureuze maatregelen onnodig zijn of veel te vroeg van de mensen gevraagd wordt", aldus FNV-cao-coordinator Mariëtte Patijn.
Sinds 1984 hebben we 24 jaar met loonmatiging en 10 jaar zonder loonmatiging gehad. Door die jarenlange loonmatiging zijn de uitgaven van Nederlandse huishoudens procentueel steeds verder omlaag gegaan. De winsten in het bedrijfsleven namen daarentegen toe. Wat er aan de ene kant bijkomt gaat er aan de andere kant af. Nu werknemers niet meer willen en veelal ook niet meer kunnen inleveren gaan de betrokken ondernemers jammeren. De flexibele inzet gaat in de praktijk ook gepaard met reële inkomensachteruitgang. Bovendien ondergraven flexibele arbeidsverhoudingen de macht van de vakbeweging nog meer dan nu al het geval is. Terwijl de export groeit, moeten in eigen land steeds meer mensen de hand op de knip houden. Dat erkende zelfs de president van De Nederlandsche Bank (DNB), Klaas Knot, enige tijd geleden.
Dankzij de jarenlange loonmatiging is onze welvaart verschoven van huishoudens naar grote bedrijven. Minder loon voor u, meer winst voor grote exportbedrijven. Steeds meer economen raken net als Klaas Knot overtuigd dat loonmatiging meer schade dan goed doet. Twee derde van onze economie draait immers om binnenlandse bestedingen en niet om de export. Willen we de crisis bestrijden en voor meer werk zorgen dan moeten we de lonen verhogen zodat onze economie weer gaat draaien.
De FNV gaat voor 'koopkracht en echte banen' en spreekt haar krachtige afkeuring uit over de eenzijdige aanpassing van het sociaal akkoord. Er wordt al wekenlang actiegevoerd met de knalrode FNV-boodschappentas: MEER KOOPKRACHT - Bezuinigen is geen werk! Op 23 oktober jl. vond in Utrecht de aftrap plaats met een kaderbijeenkomst. Op 30 november Liet de FNV haar spierballen zien, wederom in Utrecht. tussen de 9.000 en 10.000 mensen gaven op een zaterdag vlak voor Sinterklaas op een acte de présence! Zij toonden vooral een grote mate van strijdbaarheid. Een poging van Asscher om begrip te kweken werd weggehoond. De zaal had duidelijk genoeg van lege, holle woorden en riep nadrukkelijk om actie! Het is de hoogste tijd om te investeren in mensen en economie. Miljardenbezuinigingen staan daar haaks op. Mensen bezuinigingen aanpraten heeft zijn langste tijd gehad.
De FNV heeft het kabinet duidelijk gemaakt dat de eenzijdige aanpassing van het sociaal akkoord onbehoorlijk is. Want wat is een afspraak op deze manier nog waard? Op tafel liggen nog zaken als terugdringen van nulurencontracten, verlies van werkgelegenheid in de zorg en de positie van werknemers bij overgang van onderneming. De FNV heeft het kabinet opgeroepen om de pensioenen op peil te houden en ervoor te zorgen dat het Witteveenkader (onbelast pensioensparen) op 2 procent blijft.
De FNV is het totaal oneens met de miljardenbezuinigingen die het kabinet over Nederland uitrolt. Het is tijd om weer te investeren in mensen en in de economie. Zo krijgen mensen meer koopkracht en durven ze weer geld uit te geven. Werknemers in zorg en onderwijs houden dan hun baan, en goede publieke voorzieningen blijven in stand.
De FNV wil een loonsverhoging van 3 procent en echte banen met voldoende zekerheid, waardering en een stabiel inkomen voor iedereen. Daarom startte de FNV zaterdag 30 november haar campagne.
30/11 liet zien dat de strijd binnen de FNV doorgaat, aangejaagd door de groeiende maatschappelijke tegenstellingen (rijk-arm, werkloosheid, verslechtering arbeidsvoorwaarden, stijgende kosten van levensonderhoud, enz.) Er heerst boosheid bij de leden: de gemobiliseerde leden willen strijd en vragen om leiding en parolen. De vakbondstop en delen van de bedrijfsorganisatie, die in een reorganisatietraject zitten, werden verrast door de strijdbaarheid en reageren wisselend positief door bijvoorbeeld actieve leden en kaders uit te nodigen mee te denken, te organiseren en te mobiliseren.
De sfeer was inspirerend, tijdens de manifestatie en in de demonstratie, die jammer genoeg in een rustige woonwijk plaatsvond zonder confrontaties met winkelend publiek. Ook de strijdkoren, muziekgroepjes en te identificeren politieke en maatschappelijke groepen (SP, NCPN, DiDF, IS, NPK, RM, Dwangarbeid Nee, ... enz) droegen bij aan de eenheid en strijdbare sfeer. Een goede basis om verder op door te bouwen, bijv. door rond de problemen bij gemeenten (grote ontslaggolven) eisen te formuleren en voor de gemeenteraadsverkiezingen opnieuw de straat op te gaan. Lang niet uit alle sectoren waren vertegenwoordigers naar Utrecht gekomen. Er hadden er veel meer dan de 120 bussen moeten en kunnen zijn. Maar de kop is eraf. Het is ook nog even wennen aan een actieve FNV en een strijdbare voorzitter. Het is ook nog geen uitgemaakte zaak dat de bijeenkomst toch weer niet alleen maar stoom afblazen zal zijn. Al met al was 30 november een signaal aan de bevolking dat de 'eengemaakte' FNV terug is van weggeweest. Dat valt al op te maken door veranderingen in de mediaberichtgeving en verhevigde aanvallen uit het werkgeverskamp.
Van belang is hoe 30 november een strijdbaar vervolg krijgt. Hoe de aanwezige strijdbaarheid zal worden vertaald in mobilisatie. Hoe de FNV de laksheid van CNV- en Uniebonden weet te pareren. De Abvakabo FNV laat intussen zien hoe het moet: stoppen met cao-onderhandelingen zonder actie te voeren. Welke sectoren nemen verder nog de leiding in het formuleren en concretiseren van eisen en het optreden daarvoor? Uit de industrie waren relatief weinig werkers aanwezig. De sectoren waar wordt geknokt waren duidelijk aanwezig (zichtbaar en hoorbaar), zoals zorg, schoonmaak en WSW. Wat doen de traditioneel strijdbare sectoren als openbaar vervoer, haven, gemeentelijke diensten als ' reiniging' en 'brandweer'? Welk strijdplan wordt ontwikkeld en door wie? Welke rol is daarin weggelegd voor kaderleden?
30 november was waarschijnlijk een belangrijke proef voor de sociaaldemocratie-strategen (in de PvdA, Groen/Links, SP en de FNV). Maar los van wat er aan de toppen van deze organisaties gebeurt is het van groter belang wat er aan de basis gebeurt. Als het anderen zo is vergaan als de NCPN dan zijn er tal van nieuwe dwarsverbanden gelegd en hier en daar oude hersteld. Aan de basis is het meest strijdbare deel van de werkende klasse op zoek naar nieuwe coalities. Er begint zich een links front af te tekenen, bestaande uit de meest progressieve vleugels uit genoemde groepen en partijen.
Er moet nog zeer veel gebeuren. Er staan nog vergaande verslechteringen voor de deur. De verslechtering van de WW (38 naar 24 maanden). Dit is niet alleen een zaak om in de verschillende sector-cao's te repareren. Het gaat om de afbraak van fundamentele arbeidsrechten waar decennialang voor is geknokt. De neoliberale agenda van afbouwen van de verzorgingsstaat middels afbraak van arbeidsvoorwaarden, inkomen en vast werk moet worden gestopt.
De FNV heeft een belangrijke stap gezet met de start van de campagne. De NCPN is klaar voor een brede samenwerking aan de basis.