China waarheen?

xijinpinga.jpg
Chinese president en secretaris-generaal van CCP: Xi Jinping. (Foto: ZLV)

Jo Cottenier

China gaat voortaan een 'beslissende' rol toekennen aan de markt in plaats van een 'basisrol'. Dat is in geheimtaal de belangrijkste beslissing van het Centraal Comité van de Chinese Communistische Partij, dat van 9 tot 12 november bijeen was. Men zou hieruit kunnen afleiden dat er niet veel verandert. Maar dat is een zware vergissing.

Precies een jaar geleden werd een nieuwe partijtop (of Centraal Comité)[1] verkozen op het 18e Partijcongres en een nieuwe partijvoorzitter, Xi Jinping. Sinds maanden werd aangekondigd dat de derde bijeenkomst (of Plenum) van de partijleiding met ingrijpende hervormingen voor de dag zou komen. Al even lang kan men lezen dat er een aantal zaken zijn die buiten schot zouden blijven, zoals de positie van de CP en de centrale rol van overheidsondernemingen in de strategische sectoren.

De rechtse media en observatoren die het Chinese socialisme zo snel mogelijk willen zien verdwijnen spreken dan ook hun ontgoocheling uit over de aangekondigde hervormingen. Het is hun job: ze zullen nooit tevreden zijn vooraleer China volledig in de pas van het kapitalisme loopt en de Communistische Partij de weg van Gorbatsjov in de Sovjet-Unie volgt. Men kan zich ernstig misrekenen aan dat soort commentaren. Er is wel degelijk een aardverschuiving aan de gang.

De hinkstapsprong

Het is niet de eerste keer dat een Derde Plenum de bakens verzet. De eerste grote zwenking naar marktmechanismen in landbouw werd beslist op het Derde Plenum van het 11e Centraal Comité[2] in 1978. Het was de start van een langzaam groeiende liberalisering van de economie. Dit proces leidde ertoe dat er een vrije markt werd gecreëerd waarbij openbare ondernemingen moesten concurreren met pas geboren privé-bedrijven. Het gevolg was dat de groeiende markt, met zijn vrije prijsvorming door de 'onzichtbare hand', stap voor stap het domein van de planeconomie deed verschrompelen. Tot in 1993, op het Derde Plenum van het 14e Centraal Comité, de planeconomie werd vervangen door een volledige markteconomie. De markt werd de 'basis' voor het reguleren van de economie.

Niet rendabele ondernemingen zouden voortaan moeten sluiten en de staat concentreerde zich op 500 tot 1000 van de grootste bedrijven in de belangrijkste sectoren. Tegelijk kregen privébedrijven de vrije loop. Of toch bijna, want veel barrières bleven overeind, zoals het staatsmonopolie in de financiële sector, in de energiesector, in de telecommunicatie en de ruimtevaart.

Om te kunnen toetreden tot de Wereldhandelsorganisatie in 2001 moest China bewijzen dat er een echte vrije markt werkzaam was, maar toch bleef het klachten regenen van indirecte staatssteun voor de grote staatsondernemingen. Het bleek namelijk veel gemakkelijker voor die staatsbedrijven om kredieten los te krijgen van de staatsbanken dan voor de privé-bedrijven. Privé-bedrijven zochten daarom meer en meer de woekerende schaduwbanken op. Staatsbedrijven hadden ook het monopolie om jointventures af te sluiten met buitenlandse bedrijven terwijl privé-bedrijven op eigen kracht hun technologische achterstand moesten inhalen. Het was al maanden duidelijk merkbaar in de Chinese publicaties dat de privé-ondernemingen een belangrijker plaats zouden krijgen.

Het besluit van het Derde Plenum van het 18e Centraal Comité luidt nu dat de markt een 'beslissende' rol krijgt in plaats van een 'basisrol'. In China hebben die woordveranderingen een ingrijpende betekenis. Voor president Xi is deze wijziging gestoeld op een nieuw theoretisch inzicht over de rol van de markt: "China moet de basiswet van de markteconomie volgen en de problemen aanpakken van een onderontwikkeld marktsysteem, van overdadige regeringstussenkomst en zwakke supervisie van de markt".[3]

Welke concrete hervormingen staan op stapel?

  1. De regering zal zich verder terugtrekken op het creëren van een kader voor een markt die 'beslissend' wordt voor de keuze van de investeringen en de spreiding van het kapitaal (wat en waar). Investeringsbeslissingen zullen minder gecontroleerd worden door de staat maar overgelaten worden aan de 'onzichtbare hand' van de markt. De staat gaat minder belemmeringen opwerpen voor een vrijemarktwerking en de concurrentie tussen openbare en privébedrijven 'eerlijker' laten spelen. Men rekent erop dat de markt het probleem van de overcapaciteit in verschillende sectoren zoals staal, aluminium, vlakglas, cement en scheepsbouw zal oplossen. Het komt erop neer dat de concurrentie de overtollige capaciteit moet wegvegen. Er komt ook een 'markt' voor de grond: boeren die naar de stad trekken kunnen hun grond te gelde maken. Land- en grondstofprijzen, rentevoeten en de prijs van openbare diensten zullen nauwer de markt volgen. De regering zal zich meer toeleggen op het scheppen van een wettelijk kader, op het creëren van infrastructuur en sociale zekerheid, op het oplossen van problemen zoals milieuvervuiling en voedselveiligheid. Xi: "De regering zal een stabiele macro-economie garanderen, zal openbare diensten verschaffen, zal eerlijke concurrentie waarborgen, zal de markt superviseren en de orde op de markt houden, zal duurzame ontwikkeling promoten en zich ermee bemoeien wanneer de markt tekortschiet."
  2. Er komt een belangrijke hervorming van de dienstensector in het algemeen en de financiële sector in het bijzonder. Het land zal meer opengesteld worden voor buitenlandse investeringen in de dienstensectoren, "inbegrepen financiën, opvoeding, cultuur en gezondheid". [4]. Dit is niet meer noch minder een merkwaardige evolutie, zeker voor de genoemde sociale en culturele sector. Het document preciseert zelfs dat bestaande beperkingen op investeringen in kinder- en ouderenzorg versoepeld zullen worden. Verder krijgt buitenlands kapitaal toelating om kleine en middelgrote privébanken op te richten. Het einde van het staatsmonopolie in deze sector opent vooral nieuwe mogelijkheden voor privébedrijven die nu nog spreken over 'financiële repressie' vanwege de staatsbanken.

    Maar dit is slechts een begin. Er is een gloednieuw pilotproject gestart in Sjanghai, een vrijhandelszone van 29 vierkante kilometer, waar de renminbi (Chinese munt) vrij uitwisselbaar is, waar buitenlandse investeringen in een reeks sectoren (zoals banken en verzekeringen) volledig vrij worden. Daardoor zou Sjanghai het nieuwe financiële centrum moeten worden dat Hongkong naar de kroon steekt. Maar tegelijk geeft het pilotproject van Sjanghai een perspectief dat vroeg of laat over andere centra en de rest van het land kan uitbreiden.

  3. De toegang tot min of meer beschermde sectoren wordt versoepeld voor privébedrijven. Er komt meer markt en concurrentie in sectoren zoals water, olie, natuurlijk gas, elektriciteit, spoorwegen en telecommunicatie. Er wordt in toenemende mate gerekend op de privésector voor technologische doorbraken en verhogen van de productiviteit. Dit kadert in het proces van omschakeling naar een hoogtechnologische economie met een sterke dienstensector. Innovatie en binnenlandse koopkracht zijn de sluitstukken in de zorg om de Chinese groei te blijven garanderen. Mits de lonen stijgen kanmen minder rekenen op een toename van de export. De aanmoediging van de 'niet publieke sector' moet een push geven aan de concurrentie op de markt, aan de innovatie en het binnenlands gedreven onderzoek. Ook hier moet de overheid meer aan macro-regulering doen dan aan directe controle, door bijvoorbeeld de samenwerking tussen bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstituten te bevorderen. Investeringen en overnames in het buitenland worden aangemoedigd. Opstarten van nieuwe bedrijven en privé-initiatief wordt gemakkelijker gemaakt.

Dit is geen volledig overzicht van de besluiten, het gaat tot hiertoe alleen over het woordje 'beslissend'. Een woordje dat voldoende lading dekt om te stellen dat er een derde grote hervorming van start gaat, na die van 1978 en van 1993. Een hervorming die het 'socialisme met Chinese kenmerken' nog meer hybride zal maken: naar een economie die in essentie niet verschilt van een kapitalistische, met behoud van een socialistische staatsstructuur, onder leiding van een communistische partij. Na het Derde Plenum maken we ons nog meer zorgen over de vraag hoelang dit houdbaar is.

De buitenlandse dreiging wordt ernstig

Een andere opvallende beslissing van het Derde Plenum is de oprichting van een Veiligheidscommissie, onder rechtstreekse leiding van Partijvoorzitter Xi. De commissie moet alle problemen van veiligheid tackelen, zowel binnenlandse als buitenlandse. De VS-regering wil koste wat kost de alleenheerschappij over de wereld behouden en weet dat de Chinese impact in de wereld de belangrijkste bedreiging daarvoor vormt. De snelle groei van China tot tweede grootste economie ter wereld heeft de VS-president Obama ertoe aangezet om officieel de Zuid-Aziatische regio tot belangrijkste belangenzone uit te roepen en de militaire strategie daarop af te stemmen. De aanwezigheid van de Amerikaanse vloot in de Zuid-Chinese Zee wordt opgedreven, er worden militaire samenwerkingsakkoorden gesloten met Japan en de Filippijnen. Daardoor krijgen alle twistpunten in het gebied het statuut van potentiële brandhaard: het statuut van Taiwan, de disputen over eilanden, Tibet,... De oprichting van de Veiligheidscommissie toont dat de Chinese leiders zich er maar al te goed van bewust zijn dat de spanning toeneemt.

Noten

[1] De Chinese Communistische Partij telt 82 miljoen leden, waarvan er 2.270 waren afgevaardigd naar het 18e Partijcongres. Het voltallige Centraal Comité telt 204 leden en 169 plaatsvervangers. De bijeenkomsten daarvan noemt men de Plenums. Het Centraal Comité koos een Politiek Bureau dat 25 leden telt.
[2] Het 11e Centraal Comité is het Centraal Comité dat verkozen is op het 11e Partijcongres.
[3] http://news.xinhuanet.com/english/china/2013-11/16/c_132892309.htm
[4] http://news.xinhuanet.com/english/china/2013-11/16/c_132892307.htm