Lucas Zeise (*)
Kerstmis - het feest der bezinning. Eindelijk tijd om het tamelijk dikke document, het coalitieverdrag, eens rustig door te nemen. Allereerst daarover een diepe teleurstelling: banken worden in het coalitieverdrag haast niet genoemd! Zoals het vroeger gewoon was, zal de Duitse financiële sector niet worden versterkt, noch, omgekeerd, de financiële sector gereguleerd om, zoals eigenlijk nodig, kleiner te worden.
Het gemeenschappelijk document van de top van de Duitse politiek gaat daarentegen vooral over economie, ondernemingen en industrie. De coalitiepartners willen deze op tal van manieren versterken, zelfs de 'culturele en creatieve economieën' krijgen in een kleine paragraaf aandacht.
Ook de regeringsverklaring van de opnieuw gekozen kanselier Merkel biedt geen vervanging voor het gemis aan bestraffing van onze Duitse banken. De verklaring vond plaats vóór de conclusies van de EU over de bankenunie. Eigenlijk was een bekentenis over de fouten van het Duitse bankwezen tijdens de EU-top in Brussel op 20 december jl. op zijn plaats geweest. Het bleef achterwege, of het werd in de pers onderdrukt omdat de redding en versterking van banken als quasi natuurrecht tot het fundament van iedere handeling van het kabinet hoort.
Mevrouw Merkel dreigde echter wél de andere Europese regeringen met een nieuwe wijziging van de EU-verdragen. En ze maakte zich kwaad over de intentie van de EU-Commissie om tegen de Duitse bondsregering een subsidieproces aan te spannen voor de vrijstelling van belasting van talrijke ondernemingen volgens het Erneuerbare-Energie-Gesetz (EEG) (wet op de hernieuwbare energie). "Zolang er Europese landen zijn waar de energielasten voor de industrie goedkoper zijn dan in Duitsland, kan ik niet begrijpen waarom wij bijdragen aan oneerlijke concurrentie."
Bovenop de intentie van het coalitieverdrag de Duitse industrie en haar exporten waar mogelijk te bevorderen, zijn de kanselier en haar kabinet blijkbaar van mening dat de Duitse ondernemingen in heel Europa de goedkoopste stroom als natuurrecht toekomt.
Tot nog toe werd weinig gelet op de intentie van het nieuwe kabinet om een nieuwe "strategie voor de economie en groei" te ontwikkelen. Het coalitieverdrag grijpt in dat opzicht terug op de eerste Grote Coalitie (1966 t/m 1969) en haar door Karl Schiller (toen nog SPD) geïnspireerde stabiliteits- en groeiwet, wat een uitgedund economisch beleid à la Keynes betekende. Deze nog steeds geldende wet moet nu hertoetst worden "samen met een raad van deskundigen".
Dat kan alleen maar betekenen dat de wet na jaren van miskenning nu in de vuilnisbak wordt gegooid en door een nieuwe strategiewet wordt vervangen. Alleen al de opsomming van de problemen die deze nieuwe wet moet gaan oplossen laat het ergste vermoeden. Ten eerste de demografische verandering, ten tweede de internationalisering, ten derde de digitalisering en ten vierde de schaarste aan grondstoffen. De economische crisis, de escalerende problemen in de financiële sector of het drama van de steeds groter wordende tweedeling in de maatschappij, komen als economische problemen niet voor bij Merkel, Gabriel en Co.
(*) Lucas Zeise in 'junge Welt' van 28 december 2013, vertaald door Marcel de Jong.