Verklaring van communistische partijen over de Eerste Wereldoorlog

Honderd jaar na het begin van de Eerste Wereldoorlog beleven wij een hernieuwd debat over wie de lont in het kruit heeft gegooid. Bij het ter discussie stellen van de hoofdverantwoordelijkheid van het Duitse imperialisme voor de meer dan vier jaar durende slachtpartij van de volkeren gaat het uiteraard niet om de historische waarheid. Het gaat om de theoretische en politieke legitimering van het huidig imperialistisch beleid.

De Eerste Wereldoorlog onstond vanuit de expansieve belangen van de imperialistische grote mogendheden van Europa en was gericht op de verovering van nieuwe markten en grondstoffen en de herverdeling van de bestaande. Een 'kapitalistische aanvals- en veroveringsoorlog', zoals Karl Liebknecht, medeoprichter van de Communistische Partij van Duitsland, al vroeg vaststelde. Tegelijkertijd was de oorlog een kans voor de heersende klassen om in hun land het bewustzijn van de arbeidersklasse te vervuilen met het vergif van opportunisme, nationalisme en chauvinisme.

In de zomer van 1914 stonden er in Europa twee vastgelegde machtsblokken tegenover elkaar: de 'Triple Alliantie' van Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië en de 'Entente' van Engeland en Frankrijk, waarbij Rusland zich aansloot. Italië trad in 1915 aan de kant van de Entente in de oorlog.

De aanslag in Sarajevo was de welkome aanleiding voor de op oorlog beluste grote mogendheden om hun strategische plannen te realiseren. Wat nu volgde was een oorlog die voor het eerst in de geschiedenis op alle continenten plaatsvond. Er waren 38 landen bij betrokken, zonder de toenmalige kolonies mee te rekenen. Voor het eerst werd de oorlog ook industrieel gevoerd. Zeven miljoen mensen werden slachtoffer van deze slachttpartij. De burgerbevolking werd in een tot dan ongekende mate het slachtoffer van honger en epidemieën. Twintig miljoen mensen raakten gewond of verminkt, en er was onvoorstelbare materiële schade.

De slachtpartij eindigde met de militaire nederlaag van de aanvallers. De November-revolutie in Duitsland en de revoluties in Oostenrijk, Hongarije en andere landen werden in de kiem gesmoord door de rol die de sociaaldemocratische leiders speelden bij het neerslaan van de revoluties. In Duitsland werd weliswaar de monarchie omvergeworpen en de republiek uitgeroepen, maar de generaals en de krachten van het monopoliekapitaal bleven - hun politieke overleving maakte later de Tweede Wereldoorlog mogelijk.

De sociaaldemocratie werd tijdens de Eerste Wereldoorlog gesplitst, de revolutionaire krachten maakten zich los van de Tweede Internationale en richtten over de hele wereld communistische partijen op. De Grote Socialistische Oktoberrevolutie in Rusland effende de weg voor de eerste staat van arbeiders en boeren in de geschiedenis van de mensheid. Vanuit de wereldoorlog ontstond op die manier een nieuwe hoop voor de wereld - de hoop op het socialisme. Daar staan de ondertekenende partijen vandaag nog steeds voor.

"En uiteindelijk is voor het Pruisische Duitsland geen andere oorlog meer mogelijk dan een wereldoorlog, en dan wel een wereldoorlog van een nog nooit gekende afmeting en hevigheid. Acht tot tien miljoen soldaten zullen elkaar afmaken en daarbij heel Europa kaalvreten zoals nog geen sprinkhanenzwerm het ooit heeft gedaan. Vergelijkbaar met de verwoestingen van de Dertigjarige Oorlog, samengedrukt in drie à vier jaar en over het hele continent verspreid; hongersnood, epidemieën, een veralgemeende, door diepe ellende veroorzaakte verwildering van de legers en van de bevolking; het onherstelbaar uiteenvallen van de kunstmatige mechanismen van handel, industrie en krediet, eindigend in een algemeen bankroet; het in elkaar storten van de oude staten en hun traditionele staatswijsheid, in die mate dat de kronen met tientallen over de straatstenen zullen rollen en er niemand zal zijn die ze opraapt; de absolute onmogelijkheid om te voorspellen hoe dat alles zal eindigen en wie als overwinnar uit de strijd zal komen. Slechts één resultaat is absoluut zeker: de algemene uitputting en het creëren van de voorwaarden voor de uiteindelijke overwinning van de arbeidersklasse."
Friedrich Engels, 1887

Initiatiefnemers:

  1. Partij van de Arbeid van België (PVDA)
  2. Duitse Communistische Partij (DKP)
  3. Communistische Partij van Luxemburg (KPL)

Mede-ondertekenaars, communistische en arbeiderspartijen uit Europa:

  1. Communistische Partij van Brittannië (CPB)
  2. Partij van de Catalaanse Communisten
  3. Progressieve Partij van het Werkende Volk, Cyprus (AKEL)
  4. Communistische Partij van Denemarken (DKP)
  5. Communistische Partij in Denemarken (KPiD)
  6. Deense Communistische Partij (KP)
  7. Communistische Partij van Finland
  8. Franse Communistische Partij
  9. Pool van de Communistische Wedergeboorte van Frankrijk (PRCF)
  10. Verenigde Communistische Partij van Georgië
  11. Communistische Partij van Griekenland (KKE)
  12. Hongaarse Arbeiderspartij
  13. Communistische Partij van Ierland
  14. Partij van de Italiaanse Communisten (PdCI)
  15. Nieuwe Communistische Partij van Joegoslavië
  16. Socialistische Arbeiderpartij van Kroatië
  17. Communistische Partij van Malta
  18. Nieuwe Communistische Partij, Nederland
  19. Communistische Partij van Oekraïne
  20. Partij van de Arbeid van Oostenrijk
  21. Communistische Partij van Polen
  22. Portugese Communistische Partij
  23. Communistische Partij van de Russische Federatie
  24. Partij van de Communisten van Servië
  25. Communistische Partij van Spanje (PCE)
  26. Communistische Partij van de Volkeren van Spanje (PCPE)
  27. Communistische Partij van Bohemen en Moravië (KSCM, Tsjechische Republiek)
  28. Communistische Partij van Zweden
  29. Partij van de Arbeid van Zwitserland (PST)