Matthijs Dröge
De acties tegen de achterstelling van Groningen gaan in maart hun derde maand in. Demonstraties, een volksdebat en bezettingen van NAM-locaties brachten de situatie in het noorden eerder al onder de aandacht. De sluiting van Aldel was de laatste druppel voor Groningers, die het zat zijn om als wingewest behandeld te worden.
De protestmars met honderd deelnemers in de stad Groningen van 6 februari was de meest recente actie onder de noemer 'Groningers in Opstand'. Deze actiegroep ontstond naar aanleiding van de sluiting van de aluminiumsmelter Aldel in Delfzijl. Oprichter Bram Reinders uit Farmsum riep via Facebook op tot actie, want: 'de BV Nederland laat ons vallen als een baksteen'.
De pagina kreeg nog voor de jaarwisseling meer dan tienduizend likes, waarna de eerste actie volgde bij de nieuwjaarsreceptie in het provinciehuis. Een demonstratie van de FNV in Delfzijl werd een dag later bijgewoond door meer dan tweeduizend mensen. Een volksdebat, georganiseerd door de FNV, eiste 20 miljoen euro voor de redding van Aldel.
Het faillissement van Aldel zorgde voor een uitbarsting van woede over de jarenlange achterstelling en uitbuiting van de provincie. De aardbevingsschade als gevolg van de gaswinning is hier een ander voorbeeld van. Al langer bestaande actiegroepen, zoals de Groninger Bodem Beweging, die compensatie voor de schade eist, zijn tot nu toe dan ook duidelijk zichtbaar bij de demonstraties. Onder de noemer 'Groningers in Opstand' waren er meerdere bezettingen en ludieke acties bij locaties van de NAM.
Er lijkt dan ook een brede beweging te ontstaan, die eisen zoals werkgelegenheid en veiligheid in Groningen bundelt, en die zich niet van de wijs laat brengen door zoethoudertjes uit Den Haag. Hierbij valt te denken aan de 'vermindering' van de aardgaswinning naar het niveau wat eerder al met de NAM was afgesproken. Ook de komende maand zullen de acties onverminderd doorgaan.