KLASSIEK EN ACTUEEL

"(...) Op politiek gebied hebben de revisionisten inderdaad getracht de grondslagen van het marxisme te herzien en wel: de leer van de klassenstrijd. De politieke vrijheid, de democratie, het algemeen kiesrecht vernietigen de grondslag van de klassenstrijd - zeiden zij ons - en daardoor wordt de oude stelling van het 'Communistisch Manifest': 'de arbeiders hebben geen vaderland', onjuist. Onder de democratie heerst nu eenmaal 'de wil van de meerderheid', men kan - zeggen zij - de staat niet als een orgaan van de klassenheerschappij beschouwen, noch afzien van verbonden met de vooruitstrevende sociaal-hervormingsgezinde bourgeoisie tegen de reactionairen. Het valt niet te betwisten dat deze tegenwerpingen van de revisionisten tot een tamelijk harmonisch systeem van opvattingen hebben geleid, - namelijk: tot dat van de reeds lang bekende liberaal-burgerlijke opvattingen. De liberalen hebben steeds gezegd dat het burgerlijk parlementarisme de klassen en de klassenindeling vernietigt, waar alle burgers zonder uitzondering het recht van stemmen, het recht van deelname aan de staatszaken bezitten. Heel de geschiedenis van Europa in de tweede helft van de negentiende eeuw, heel de geschiedenis van de Russische revolutie in het begin van de twintigste eeuw toont in het oog vallend, hoe onzinnig dergelijke opvattingen zijn. Onder de vrijheid van het 'democratische' kapitalisme worden de economische verschillen niet kleiner, maar groter en verscherpen zij zich. Het parlementarisme heft het wezen van de meest democratische burgerlijke republieken als organen van de klassenonderdrukking niet op, maar legt dit bloot. (...)"

Uit: Marxisme en revisionisme, Lenin, 1908.