Slobodan Lekic
Met een jaarlijkse uitgave van ruim een biljoen dollar voor oorlogsdoeleinden en met 3,4 miljoen militairen is de NAVO nog steeds goed voor meer dan 60 procent van alle militaire uitgaven ter wereld.
Ondanks (dreigende) bezuinigingen op de gewapende strijdmachten van veel lidstaten blijft de NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie) nog steeds verreweg de grootste militaire macht ter wereld. Volgens de jaarlijkse statistieken die de alliantie zelf publiceert overtreft de NAVO iedere potentiële rivaal in termen van zowel troepenaantallen als defensieuitgaven. De cijfers laten ook zien dat de Verenigde Staten nog steeds meer dan 70 procent van de totale defensie uitgaven van de 28 lidstaten [1] voor hun rekening nemen.
De publicatie van de nieuwste NAVO-cijfers vond plaats aan de vooravond van een ontmoeting van ministers van Defensie in Brussel en valt samen met het voorstel van de VS-minister van Defensie, Chuck Hagel, voor verdere bezuinigingen op de militaire uitgaven van de VS, na 13 jaar oorlog in Afghanistan en Irak. Hagel's voorstel zou ertoe leiden dat het aantal militairen in actieve dienst wordt teruggebracht naar ongeveer 444.000 tot 450.000, het kleinste aantal sinds vóór de Tweede Wereldoorlog. Het Congres heeft al bijna 500 miljard aan bezuinigingen op de defensieuitgaven goedgekeurd voor de komende jaren, wat aanleiding geeft voor een grote herbezinning op wat de VS op militair gebied nodig hebben.
Volgens de gepubliceerde NAVO-cijfers waren Estland, Griekenland, Groot-Brittannië en de VS in 2013 de enige NAVO-lidstaten die meer uitgaven dan het NAVO-streefbedrag van twee procent van het bbp aan hun strijdkrachten. De VS gaven 735 miljard dollar, 4,1 procent van hun bbp, uit aan defensie, volgens die cijfers.
De totale defensieuitgaven van alle NAVO-lidstaten samen bedroeg 1,02 biljoen dollar in 2013. Dit bedrag is inclusief uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling in verband met de aankoop van groot materieel en tevens pensioenen. Ter vergelijking: het totale militaire budget voor alle landen ter wereld was 1,245 biljoen dollar in 2012, volgens cijfers van het Stockholm International Peace Research Institute (SIPRI) [2] in Zweden. China's militaire uitgaven in 2012 bedroegen 166 miljard dollar en die van Rusland 90 miljard dollar. En de militaire uitgaven van Iran in 2012 bedroegen 7 miljard dollar, volgens SIPRI.
Voor wat betreft aantallen manschappen heeft de NAVO een onevenredig groot voordeel ten opzichte van welke natie dan ook, met een gezamenlijk aantal van 3.370.000 militairen in actieve dienst in 2013, volgens cijfers van de NAVO. Dit staat tegenover 766.000 manschappen van Rusland en de naar schatting 2,4 miljoen manschappen van China, volgens Sam Perlo-Freeman, directeur van het SIPRI-onderzoeksprogramma 'militaire uitgaven'.
"De NAVO is nog steeds goed voor een overduidelijke meerderheid van ruim 60 procent van 's werelds militaire uitgaven. En een substantieel aantal van de andere landen met grote militaire uitgaven zijn bondgenoten van de VS, zoals Saoedi-Arabië en Israël", aldus Perlo-Freeman. "In termen van militaire mogelijkheden zullen de VS en de NAVO in de nabije toekomst absoluut ongeëvenaard blijven". Maar Perlo-Freeman waarschuwt dat ondanks dat de militaire mogelijkheden van China "vele malen beperkter zijn" dan die van Amerika, dat niet betekent dat Washington zijn wil kan opleggen aan China en omstreken.
Volgens Perlo-Freeman kan Rusland zich alleen maar met het Westen meten voor wat betreft zijn nucleaire mogelijkheden. "Maar zijn conventionele krachten hebben veel ernstige tekortkomingen op het gebied van commando, controle en mobiliteit. En waar het aankomt op daadwerkelijke moderne oorlogsvoering ligt het land ver achter op westerse landen," aldus Perlo-Freeman.
De defensiebudgetten van de meeste Europese landen staan onder toenemende druk sinds het begin van de economische crisis zes jaar geleden. Het lijkt er weliswaar op dat de militaire uitgaven in de afgelopen jaren nog ontsnapt zijn aan grote bezuinigingen, analisten verwachten echter dat met de terugtrekking van NAVO-troepen uit Afghanistan, aan het einde van dit jaar, de militaire uitgaven van de lidstaten terugvallen naar niveaus die een decennium geleden nog nauwelijks voorstelbaar waren.
[1] Alle 28 EU-lidstaten zijn lid van de NAVO, met uitzondering van Cyprus, Finland, Ierland, Malta, Oostenrijk en Zweden. Behalve deze 22 landen zijn ook Albanië, Canada, IJsland, Noorwegen, Turkije en de Verenigde Staten lid van de NAVO.
[2] De SIPRI is in 1966 opgericht in opdracht van het Zweedse Parlement, met de juridische status van een onafhankelijke stichting. Het is volgens hun website een onafhankelijk, international instituut dat onderzoek doet op het gebied van conflicten, bewapening, wapenbeheersing en ontwapening.
Voor meer informatie over en van de SIPRI zie: http://www.sipri.org/about
>Vertaling: J. Bernaven, 25 februari 2014.